Les 6

Onderwerp(en): Procenten

Lesdoel: Ik kan bedragen omrekenen naar andere periodes.
Taaldoel: Ik lees de informatie door en maak dan pas de opdrachten. Rekenvragen lees ik altijd twee keer. 
Nut van deze kennis: In onze alledaagse leven werken we met bedragen, dus is het handig om het goed te kunnen omrekenen.

Programma:
  • Nabespreken blz. 20-21
  • Uitleg over de digitale 'studiewijzer'
  • Uitleg omrekenen
  • Verwerken blz. 22 t/m 24
  • Terugblik
  • Afronding van de les
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Onderwerp(en): Procenten

Lesdoel: Ik kan bedragen omrekenen naar andere periodes.
Taaldoel: Ik lees de informatie door en maak dan pas de opdrachten. Rekenvragen lees ik altijd twee keer. 
Nut van deze kennis: In onze alledaagse leven werken we met bedragen, dus is het handig om het goed te kunnen omrekenen.

Programma:
  • Nabespreken blz. 20-21
  • Uitleg over de digitale 'studiewijzer'
  • Uitleg omrekenen
  • Verwerken blz. 22 t/m 24
  • Terugblik
  • Afronding van de les

Slide 1 - Tekstslide

Stoplicht
Interactie met                       Zelfstandig werken,                     Muisstil
leerkracht                               fluisteren als je hulp nodig
                                                     hebt

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je altijd bij je?
  • Rekenstencil 
  • Schrift
  • Rekenmachine
  • Goed gevuld etui
  • Vanaf hoofdstuk 1: Boek economie

Slide 3 - Tekstslide

REGELS IN DE KLAS
RESPECT

Slide 4 - Tekstslide

Nabespreking
Blz. 17 t/m 19

Slide 5 - Tekstslide

Uitleg
Wat gaan we leren?
Bedragen omrekenen naar een andere periode op de juiste manier!

Slide 6 - Tekstslide

Wat is de FOUTE manier!
  • Jan ontvangt van zijn vader € 3 per week. Hoeveel is dat per maand?
  • € 3 x 4 = € 12
  • DIT IS HARTSTIKKE FOUT!!!!! Maar waarom?
  • Hoeveel dagen heeft januari? 28?
  • Dus januari bestaat uit 4 weken en 3 dagen!
  • Nu gaan we het op de juiste manier leren

Slide 7 - Tekstslide

Wat moet je weten?
  • 1 jaar = 12 maanden
  • 1 jaar = 52 weken
  • 1 jaar = 4 kwartalen
  • 1 jaar 365 dagen
  • 1 kwartaal = 3 maanden
  • 1 kwartaal = 13 weken 

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Voorbeeld 1
  • €20 zakgeld per maand, hoeveel is dat per week?
  • 20 x 12 : 52 = 
  •  € 4,62

Slide 10 - Tekstslide

Voorbeeld 2
  • Je hebt een keuze. Wil je € 15 euro per week of € 65 per maand als zakgeld. Wat kies je?
  • 15 x 52 : 12 = 
  • € 65 p.m.
  • 65 x 12 : 52 = 
  • € 15 p.w.
  • Is dus hetzelfde

Slide 11 - Tekstslide

Maken

Blz. 19 t/m 24
Ben je klaar? Werk verder uit het boekje!


timer
15:00

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide