VPBB4 Pijnbestrijding
1 / 36
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Welke pijn kun je je het beste herinneren?
timer
1:00
Slide 4 - Open vraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Slide 7 - Tekstslide
Slide 8 - Tekstslide
timer
1:00
Wat was ook alweer het model van Loeser?
Slide 9 - Woordweb
Slide 10 - Tekstslide
Wat is doorbraakpijn?
timer
1:00
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Slide 15 - Tekstslide
Welk van onderstaande woorden betekent pijnmedicatie?
A
Antidotum
B
NSAID
C
Profylaxe
D
Analgetica
Slide 16 - Quizvraag
timer
1:00
"Waar denk je aan bij morfine?
Slide 17 - Woordweb
1. Wat is het verschil tussen een opioid en een opiaat?
2. Welke soorten (opioid of opiaat) ken je?
2. Welke soorten (opioid of opiaat) ken je?
Slide 18 - Open vraag
Slide 19 - Tekstslide
Opioïden als pijnstiller zijn verslavend
A
Ja
B
Nee
Slide 20 - Quizvraag
Opioïden veroorzaken ademhalingsmoeilijkheden
A
Ja
B
Nee
Slide 21 - Quizvraag
Opioïden als pijnstilling geven gewenning
A
Ja
B
Nee
Slide 22 - Quizvraag
Een opioïd kan gewoon worden gestopt als het niet meer nodig is
A
Ja
B
Nee
Slide 23 - Quizvraag
Van opioïden is steeds meer nodig
A
Ja
B
Nee
Slide 24 - Quizvraag
Opioïden worden alleen gebruikt in het eindstadium van kanker
A
Ja
B
Nee
Slide 25 - Quizvraag
Opioïden zijn het laatste redmiddel
A
Ja
B
Nee
Slide 26 - Quizvraag
Opioïden werken levensverkortend
A
Ja
B
Nee
Slide 27 - Quizvraag
Opioïden alleen nemen als de pijn heftig is.
A
Ja
B
Nee
Slide 28 - Quizvraag
Elke pijn is met een opioïd goed te behandelen
A
Ja
B
Nee
Slide 29 - Quizvraag
Als een "pijnpleister" wordt verwisseld voor een nieuwe, dan moet de oude nog een dag blijven zitten
A
Ja
B
Nee
Slide 30 - Quizvraag
Pijn bij kanker is altijd continue aanwezige pijn
A
Ja
B
Nee
Slide 31 - Quizvraag
Korte periodes van heftige pijn worden op dezelfde manier behandeld als voortdurend aanwezig pijn
A
Ja
B
Nee
