Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Lezen H4: feiten, meningen en argumenten
Feiten, meningen en argumenten
Doelen:
1) Je weet wat het verschil is tussen een feit en een mening en je kunt deze uit de tekst halen.
2) Je weet wat argumenten zijn en je kunt deze aanwijzen in een tekst.
1 / 13
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
In deze les zitten
13 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Feiten, meningen en argumenten
Doelen:
1) Je weet wat het verschil is tussen een feit en een mening en je kunt deze uit de tekst halen.
2) Je weet wat argumenten zijn en je kunt deze aanwijzen in een tekst.
Slide 1 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een feit mening en argument
Slide 2 - Open vraag
Feiten
Een feit kun je controleren of het waar of onwaar is:
– Nederland heeft 12 provincies.
– Amsterdam is een provincie.
De eerste zin is een voorbeeld van een
waar
feit;
de tweede zin is een voorbeeld van een
onwaar
feit.
Je kunt beide feiten controleren.
Slide 3 - Tekstslide
Mening
Een
mening
of
standpunt
is wat iemand van iets vindt. Met iemands mening kun je het
eens
of
oneens
zijn.
Ik houd van spaghetti.
Ik vind blauw geen mooie kleur.
Je herkent een mening aan:
Volgens mij.... Ik vind..
Slide 4 - Tekstslide
Argumenten
Als iemand zegt waaróm hij een bepaalde mening heeft, gebruikt hij een
argument
.
Ik vind pizza Hawaï niet lekker,
want ik hou niet van ananas.
Je kent een argument door de signaalwoorden:
want
,
omdat
,
daarom
en
namelijk
.
Slide 5 - Tekstslide
Kies het juiste antwoord:
Nederlands is het leukste vak op school.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 6 - Quizvraag
Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
want de theorie is erg leuk.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 7 - Quizvraag
Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Ik vind Maxima de mooiste koningin van Europa.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 8 - Quizvraag
Kijk naar onderstaande zin en kies het juiste antwoord:
Willem-Alexander is de koning van Nederland.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een argument?
A
een argument is een soort ruzie
B
een argument is een reden waarom jij iets vindt
Slide 10 - Quizvraag
Staat hier een feit, mening of argument?
Uit onderzoek blijkt dat roken slecht is voor je gezondheid.
A
Feit
B
Mening
C
Argument
Slide 11 - Quizvraag
Feiten, meningen en argumenten
Doelen:
1) Je weet wat het verschil is tussen een feit en een mening en je kunt deze uit de tekst halen.
2) Je weet wat argumenten zijn en je kunt deze aanwijzen in een tekst.
Slide 12 - Tekstslide
Wat is het verschil tussen een feit mening en argument
Slide 13 - Open vraag
Meer lessen zoals deze
H4: feiten, meningen en argumenten
Januari 2022
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Lezen H4: feiten, meningen en argumenten
Maart 2022
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
H4 Lezen
April 2022
- Les met
25 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
H4 Leesvaardigheid: feiten, meningen, argumenten
Februari 2023
- Les met
15 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Herhaling Leesvaardigheid(2): feiten, meningen en argumenten (5/4)
April 2023
- Les met
16 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Les 36 Lezen H4: feiten, meningen en argumenten (havo/vwo)
April 2022
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Feiten meningen argumenten
Maart 2023
- Les met
10 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Herhaling feit/mening/argument/fake news
13 dagen geleden
- Les met
28 slides
Nederlands
Secundair onderwijs