Agogiek 2e jaars

Wat verstaan we onder een ethisch dilemma/vraag
1 / 29
volgende
Slide 1: Woordweb

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat verstaan we onder een ethisch dilemma/vraag

Slide 1 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Agogiek 2e jaars

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Planning periode 2
14-11: Ethische dilemma’s
21-11: Professionele en persoonlijke grenzen
28-11: Beroepsprofiel
5-12: ziektebeelden
12-12: ziektebeelden
19-12: Communiceren tijdens onvoorziene of crisissituaties
9-1: Communiceren bij ongewenst gedrag of agressie
16-1:
23-1:

Eventueel: gespreksvaardigheden--> interview

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethiek
Ethiek is een wetenschap waarbij wordt geprobeerd om bepaalde handelingen als goed of fout te kwalificeren.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doel:

  • Je kunt benoemen wat waarden en normen zijn.


  • Je kunt ethische dilemma's uit de zorg benoemen.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moraal
De normen en waarden waardoor iemand in zijn handelen door laat leiden.

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Een waarde wordt vaak omschreven in één woord. Bekende waarden zijn: vrijheid, gelijkheid, rechtvaardigheid, solidariteit, respect en tolerantie. NORMEN zijn gedragsregels. Normen zijn dus concrete regels waar je de ander (of jezelf) op kunt afrekenen.
Ethische dilemma/vraag:
Wat is menselijk gezien in bepaalde situaties juist, zinvol en verantwoord als antwoord op een vraag?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethisch dilemma
Een moreel (of ethisch) dilemma ontstaat als er een botsing is tussen verschillende morele waarden. Het kiezen voor de ene waarde gaat dan ten koste van de andere waarde.
Bij een moreel dilemma moet je dus altijd een keuze maken tussen verschillende morele waarden.


Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

belangen wegen van:
  • de zorgvrager
  • jou als zorgverlener
  • de familie
  • de collega's
  • medebewoners
  • de organisatie en eventueel ander betrokkenen 

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stappenplan
Verkennen: wat is er aan de hand? Welke handelingsopties zijn er en wie zijn in deze situatie de betrokkenen?
Onderzoeken: wat is de ethische vraag of het dilemma? Welke argumenten (waarden, belangen en principes) zijn hier in het spel? 
Afwegen: weeg zorgvuldig af waarom je een bepaalde keuze maakt en wat mogelijke gevolgen zijn voor wie. Wat is het gevolg van jouw handeling of het nalaten daarvan voor de cliënt? 
Besluiten: zoek naar de balans tussen alle (morele) betrokkenen met het oog op goede zorg.

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vinden jullie?

Iemand die ongeneeslijk ziek is moet nog in aanmerking komen voor dure medicijnen en operaties. 

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

QUIZ
QUIZ

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn normen en waarden?
A
Een verzameling van gedragsregels en morele principes
B
Een religieuze overtuiging
C
Een wetenschappelijke theorie over menselijk gedrag
D
Een politieke ideologie

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het verschil tussen normen en waarden?
A
Normen zijn morele principes en waarden zijn gedragsregels
B
Normen en waarden zijn synoniemen
C
Normen zijn gedragsregels en waarden zijn morele principes
D
Er is geen verschil tussen normen en waarden

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke rol spelen normen en waarden in de maatschappij?
A
Ze zijn een belemmering voor persoonlijke vrijheid
B
Ze vormen de basis voor het samenleven en het functioneren van de maatschappij
C
Ze zijn irrelevant voor de maatschappij
D
Ze zijn alleen van belang voor individuele personen

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn individuele ethische dilemma's?
A
Morele kwesties waar een individu mee worstelt
B
Morele kwesties waar een groep mee worstelt
C
Morele kwesties waar een bedrijf mee worstelt
D
Morele kwesties waar de overheid mee worstelt

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom zijn individuele ethische dilemma's belangrijk?
A
Ze helpen bedrijven om meer winst te maken
B
Ze helpen groepen om meer macht te krijgen
C
Ze helpen mensen om hun eigen morele kompas te ontwikkelen
D
Ze helpen overheden om wetten te maken

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een voorbeeld van een individueel ethisch dilemma?
A
Of je een leugen moet vertellen om iemand te beschermen
B
Of je een wet moet overtreden om geld te verdienen
C
Of je een groep moet verraden om jezelf te redden
D
Of je een bedrijfsgeheim moet stelen om de concurrentie te verslaan

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn morele dilemma's?
A
Beslissingen die alleen gebaseerd zijn op persoonlijke voorkeur.
B
Beslissingen die geen invloed hebben op anderen.
C
Ethische kwesties waarbij er geen duidelijk juiste of foute keuze is.
D
Situaties waarin er altijd één goede en één slechte keuze is.

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ontstaan morele dilemma's vaak?
A
Doordat er altijd minstens één verkeerde keuze is.
B
Doordat de beslissing te weinig gevolgen heeft.
C
Doordat de persoon geen duidelijke normen en waarden heeft.
D
Doordat er conflicterende waarden of belangen zijn.

Slide 25 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kun je morele dilemma's oplossen?
A
Door te kiezen voor de optie die de meeste mensen tevreden stelt.
B
Door de verschillende waarden en belangen af te wegen en een keuze te maken.
C
Door te kiezen voor de optie die het minste negatieve gevolgen heeft.
D
Door de beslissing uit te stellen en er later op terug te komen.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de eerste stap bij het begeleiden van zorgvragers en hun naasten bij een moreel of ethisch dilemma?
A
Probeer de situatie te veranderen
B
Geef direct advies
C
Vraag de mening van anderen
D
Zorg dat je de situatie begrijpt

Slide 27 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe kan je een zorgvrager en hun naasten helpen bij het maken van een beslissing in een moreel of ethisch dilemma?
A
Geef een advies zonder uitleg
B
Vertel wat ze moeten doen
C
Laat de zorgvrager alleen de beslissing maken
D
Bespreek de verschillende opties en hun consequenties

Slide 28 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een belangrijke vaardigheid die je moet hebben bij het begeleiden van zorgvragers en hun naasten bij morele en ethische dilemma's?
A
De zorgvrager overtuigen
B
Objectiviteit behouden
C
Empathie tonen
D
Snel beslissingen nemen

Slide 29 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies