Ethisch dilemma (reanimatie) 1

Ethisch dilemma 
1 / 42
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1,2

In deze les zitten 42 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Ethisch dilemma 

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Ethiek
''Nadenken over wat goed en fout handelen is''

Ethiek is onderdeel van filosoferen. Grondlegger: Socrates, Athene (469 v.Chr.)

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat weet je al over ethiek?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is ethiek?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Ethiek
Ethiek bestudeert en analyseert de moraal. 
Dit analyseren doe je door waarden en argumenten te ordenen en te beoordelen. 
Deze beoordeling kan resulteren in een afweging over wat juist is om te doen. 
Ethiek is een denk-discipline en een praktische activiteit. 
Centraal staat de vraag; Wat is in deze situatie moreel goed om te doen? 
Ethiek is het systematisch nadenken over waarden en normen. 

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moraal en Ethiek

Moraal’ is het geheel van waarden en normen dat voor een persoon of een groep van belang is.

‘Ethiek’ is het systematisch nadenken over die moraal.  

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Verschil met recht
Recht is een gestolde ethiek.
Een discussie over euthanasie of abortus kan leiden tot een wet.
De morele waarden die belangrijk gevonden worden, zijn vastgelegd in een wet.
Lichamelijke integriteit = grondwet
Informatie over behandeling = WGBO

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Normen en waarden
Waarden zijn principes die richting geven aan het handelen. Waarden geven aan wat je nastreeft en wat je belangrijk vindt. Belangrijke waarden in de medische ethiek zijn bijvoorbeeld eerlijkheid, privacy, weldoen en niet-schaden.
Normen zijn afgeleid van waarden. Het zijn de regels die aangeven wat je in een concrete situatie moet of mag doen. Uit de waarde ‘privacy’ volgt bijvoorbeeld de norm ‘kloppen voor het binnengaan’. Uit de waarde ‘vertrouwelijkheid’ komt de norm van het beroepsgeheim voort. 

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn waarden?
A
Gedragregels die bepalen wat goed en fout is voor mensen.
B
Dit zijn overtuigingen die belangrijk zijn voor jou als persoon.

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Respect voor ouderen is een...
A
Norm
B
Waarde

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Ouderen aanspreken met 'u'
is een...
A
Norm
B
Waarde

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Norm is stoppen bij rood stoplicht
Waarde  is ....veiligheid

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Medische ethiek
Nadenken over wat goed medisch handelen is. 
Bestaat sinds de jaren 70 vorige eeuw.
De geneeskunde had ook schaduwzijden.



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is moraal?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Moraal
''Het totaal van waarden en normen dat in de samenleving als vanzelfsprekend aanvaardbaar gedrag wordt gezien.''

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moreel dilemma 
Wanneer er in een bepaalde situatie conflicterende waarden zijn, kun je te maken krijgen met een moreel dilemma. 
Het kiezen voor de ene waarde gaat dan ten koste van de andere waarde. 
Om te bepalen wat het juiste is om te doen maken we afwegingen tussen waarden. Om dat goed te doen is het van belang om de achterliggende waarden bij een dilemma in kaart te brengen. Vaak spelen er meerdere waarden op de achtergrond en worden deze door de betrokkenen verschillend gewogen.
Om die afweging te maken kun je gebruikmaken van een stappenplan.

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Reanimatie moet een verplicht vak worden op de middelbare school
EENS
ONEENS

Slide 18 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

In de ouderenzorg is reanimatie niet nodig
EENS
ONEENS

Slide 20 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Als zorgverlener voel ik me (altijd en overal) verplicht om te reanimeren
EENS
ONEENS

Slide 22 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Slide 23 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Mag je liegen om iemand zijn leven te redden?
Mag je verkeersregels negeren als je écht haast hebt.

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een beroepscode?
A
Aan deze code moet je minimaal voldoen om aan het werk te mogen.
B
Een test waar uit blijkt of je ethisch gezien geschikt bent voor het beroep.
C
Een document met normen en waarden die gelden voor een beroep.
D
Dit is een inlogcode voor alle mensen uit het werkveld maatschappelijke zorg.

Slide 26 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Beroepscode
Beschrijft de (morele) opvattingen van een beroepsgroep
Afgeleid van maatschappelijke waarden
Opgeschreven in de beroepsethische code
Hierin staat hoe je moet handelen in bepaalde situaties



Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Link

Deze slide heeft geen instructies

In de beroepscode staat;
aan waarden:
respect, vertrouwelijkheid, geen schade toebrengen, autonomie en rechtvaardigheid.

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent autonomie?
A
Gelijkheid
B
Onafhankelijk
C
Alleenrecht
D
Gezamenlijk

Slide 31 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Stelling
Autonomie en zelfregie is erg belangrijk, een zorgvrager moet altijd zijn eigen keuzes mogen maken?
Ook als jij dat als professionial deze keuzes niet verstandig vindt?

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Beroepsethiek bestaat uit 3 niveaus
  • Relatie tussen zorgverlener en patiënt                         (individuele niveau -> micro)
  • Zorginstellingen en organisaties                                     (organisatie niveau -> meso)
  • De samenleving (samenleving niveau -> macro)

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat doe je als een terminaal zieke zorgvrager stiekem zit te roken?
Dit is een ethische vraag op...
A
Organisatie niveau
B
Samenleving niveau
C
Individuele niveau
D
Alles is goed.

Slide 34 - Quizvraag

Ethischekwesties kunnenopdrieniveaus afspelen:

• microniveau: bij jezelf (individueel)
• mesoniveau: bij kleinere groepen (organisatie niveau)
• macroniveau: bij grote groepen (samenleving)
Aanpak ethisch (zorg-)dilemma
  • Verkennen: wat is er aan de hand? Welke handelingsopties zijn er en wie zijn in deze situatie de betrokkenen?
  • Onderzoeken: wat is de ethische vraag of het dilemma? Welke argumenten (waarden, belangen en principes) zijn hier in het spel?
  • Afwegen: weeg zorgvuldig af waarom je een bepaalde keuze maakt en wat mogelijke gevolgen zijn voor wie. Wat is het gevolg voor de cliënt van jouw handeling of het nalaten daarvan?
  • Besluiten: zoek naar de balans tussen alle (morele) betrokkenen met het oog op goede zorg.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 1. Verkennen

Inventariseer de vragen en probeer daar een antwoord op te vinden. Het doel is een compleet beeld te krijgen van de situatie door het verzamelen van feiten.
timer
2:30

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 2. Formuleren
Formuleer de morele vraag waar je aan het eind van het gesprek of denkproces een antwoord op wil hebben.
timer
2:30

Slide 37 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 3. Analyseren
Breng in kaart wie er allemaal bij de situatie betrokken zijn.
 Wat ieders verantwoordelijkheden zijn en welke argumenten betrokkenen hebben. 
Dat is in de eerste plaats natuurlijk de patiënt, maar ook diens naasten, artsen en andere zorgverleners. 
timer
5:00

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 4. Afwegen
Deze fase is het belangrijkste, hier maak je de afweging tussen de verschillende argumenten. 
Bij voorkeur gebeurt dit op een systematisch mogelijke manier
timer
1:00

Slide 39 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 5. Besluiten
Aan het einde van het gesprek of denkproces neem je een besluit en maak je afspraken over hoe het besluit wordt uitgevoerd.
Ook bekijk je of en hoe je morele schade die 
eventueel uit het besluit voortvloeit, 
zo klein mogelijk kunt houden.
timer
5:00

Slide 40 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Stap 6. Evalueren
Na afloop evalueer je het denkproces en het gesprek.
Is alles en iedereen aan bod gekomen?
Zijn er nog verbeterpunten en hoe ga je hiermee verder? 
timer
10:00

Slide 41 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Geef een voorbeeld van een
'ethisch dilemma'

Slide 42 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies