Hfst 2 DoD ET16 - intro + Mill

Vandaag
  • SO bespreken + reflectie
  • Intro kwestie 2 
  • uitleg Mill over tot bloei komen





1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
  • SO bespreken + reflectie
  • Intro kwestie 2 
  • uitleg Mill over tot bloei komen





Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Welke vrijheden heb je als inwoner in Marokko die je in Nederland niet hebt?

Slide 3 - Open vraag

Welke vrijheden heb je als inwoner van Nederland die je in Marokko niet hebt?

Slide 5 - Open vraag

In welk land kun je beter tot bloei komen? Leg uit waarom.

Slide 6 - Open vraag

Hoofdstuk 2:
Is democratie de enige vorm waarin mensen tot bloei kunnen komen? Wat betekent 'tot bloei komen'? Welke soort samenleving of staatsvorm past daarbij?

Kwestie 2:
Komen mensen het best tot bloei in een democratie?

Slide 7 - Tekstslide

Mill
De mens komt alleen tot bloei in een vrije, representatieve democratie.

Rousseau
Tot bloei komen betekent vrij zijn. Dat kan alleen in een directe democratie. Dat komt het dichtst bij de menselijke natuur.

Slide 8 - Tekstslide

De Tocqueville
De democratie is kwetsbaar. Het kent gevaren voor het welzijn van de mens. Maar daar zijn oplossingen voor. 
Plato
Democratie is een gevaar voor de mens. Het leidt tot een gevoel van leegte en individualisering
Nietzsche
Democratie maakt van de mens een kuddedier en houdt bloei van de mens tegen!

Slide 9 - Tekstslide

Aan de slag
Ik kan uitleggen en evalueren dat betrokkenheid bij het politieke proces volgens Mill creativiteit, betrokkenheid bij de samenleving en algemeen welzijn bevordert.
ET16
Daarbij kan ik
• het verband tussen Mills mensbeeld en het ontplooiingsliberalisme;
• het verband tussen Mills opvatting over representatieve democratie en het utilisme;
• Mills pleidooi voor stemrecht voor eenieder – onder voorwaarden – maar tegen gelijk stemrecht;
• Mills pleidooi voor een systeem van evenredige vertegenwoordiging en tegen het systeem van het districtenstelsel.

Slide 10 - Tekstslide

Mills mensbeeld: 
De mens zoekt genot en wil pijn vermijden.
> utilistisch uitgangspunt

Hoogste vorm van genot: gebruik van creativiteit, verstand en samenzijn met anderen. 
> zelfontplooiing.

ET 16.1 het verband tussen Mills mensbeeld en het ontplooiingsliberalisme 

Slide 11 - Tekstslide

Vrijheid als voorwaarde ontplooiing 
> dus ontplooiingsliberalisme

ET 16.1 het verband tussen Mills mensbeeld en het ontplooiingsliberalisme 

Slide 12 - Tekstslide

Waar kun je jezelf ontplooiien?
In een democratie. 

Democratie betekent: 
  • Betrokkenheid bij bestuur door actieve bemoeienis
  • Intellectuele oefening (door meningsvorming en -uitwisseling). 

Dat leidt tot ontplooiing. Ontplooiing is de hoogste vorm van geluk. 

ET 16.2 het verband tussen Mills opvatting over representatieve democratie en het utilisme

Slide 13 - Tekstslide

Utilisme en democratie:
Betrokkenheid en vrije uitwisseling van meningen 
leidt tot beste idee (datgene wat genot maximaliseert)

ET 16.2 het verband tussen Mills opvatting over representatieve democratie en het utilisme

Slide 14 - Tekstslide

Samengevat:

"De ideale staatsvorm is voor Mill een vorm die het menselijk geluk maximaliseert door burgers de mogelijkheid te geven hun eigen opvattingen te onderzoeken, hun eigen doelen na te streven, maar ook een sociaal gevoel te ontwikkelen waardoor men rekening houdt met anderen." - p.51/52

Slide 15 - Tekstslide

Mill: vaderlandsliefde ontstaat alleen uit betrokkenheid en bemoeienis bij politiek bestuur. 

Plato: vaderlandsliefde is van nature aanwezig. 



Verschil in mensbeeld

Slide 16 - Tekstslide

Mill is voor evenredige vertegenwoordiging vanwege:
  • praktische redenen
  • omdat de minderheid zo ook vertegenwoordigd en dus betrokken blijft (i.t.t. districtenstelsel)
ET 16.4 Mills pleidooi voor een systeem van evenredige vertegenwoordiging en tegen het systeem van het districtenstelsel.

Slide 17 - Tekstslide

Aan de slag
  • Maak werkboek 2.1 
  • vraag 5-6a t/m c


Aan de slag

Slide 18 - Tekstslide