Toon aan

Vraag beantwoorden met beeldbron.
- Lees de vraag goed en markeer de instructiewoorden. 
- Nu de bron bekijken
  * Uit welke tijd komt de bron
  * Wie is de maker van de bron
  * Waar gaat de bron over
- En tot slot de vraag beantwoorden:
  * Ik zie in de bron ‘letterlijk beeld element’
  * Ik heb geleerd ….
  * Dus ik concludeer dat herhaling vraag:
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vraag beantwoorden met beeldbron.
- Lees de vraag goed en markeer de instructiewoorden. 
- Nu de bron bekijken
  * Uit welke tijd komt de bron
  * Wie is de maker van de bron
  * Waar gaat de bron over
- En tot slot de vraag beantwoorden:
  * Ik zie in de bron ‘letterlijk beeld element’
  * Ik heb geleerd ….
  * Dus ik concludeer dat herhaling vraag:

Slide 1 - Tekstslide

Voorbeeld
Gebruik de bron. 

Toon aan dat deze bron past bij een kenmerk van een totalitaire staat. 

Slide 2 - Tekstslide

Antwoord
Stap 1:
Gebruik de bron. Toon aan dat deze bron past bij een kenmerk van een totalitaire
                                        staat.  

Stap 2: * jaren ‘30, door een kunstenaar in opdracht van het bureau van propaganda.  
            * Stalin houdt een klein kind vast. Het kind draagt een rode vlag met een hamer en
              een sikkel.  

Stap 3:

* Ik zie in de bron dat Stalin aardig en vriendelijk is en een klein kindje liefdevol aankijkt.

* Ik heb geleerd dat censuur en beheersen van cultuur kenmerken zijn van een totalitaire
   staat.

* Deze bron past bij het kenmerk persoonsverheerlijking/ propaganda omdat Stalin erg
  positief wordt afgebeeld. Namelijk aardig, vriendelijk en liefdevol voor kinderen. 

Slide 3 - Tekstslide

Vraag 1
Met dit schilderij van Ghirlandaio kun je de heroriëntatie op de klassieke oudheid en het veranderde mensbeeld van de Renaissance illustreren.

2p Toon dit aan door:
- een element uit het schilderij te noemen   
  dat aansluit bij de heroriëntatie op de   
  klassieke oudheid en
- een element uit het schilderij te noemen
  dat aansluit bij het veranderende
  mensbeeld van de Renaissance.

Slide 4 - Tekstslide

1. Vul hier je antwoord in.

Slide 5 - Open vraag

Vraag 1
Met dit schilderij van Ghirlandaio kun je de heroriëntatie op de klassieke oudheid en het veranderde mensbeeld van de Renaissance illustreren.

2p Toon dit aan door:
- een element uit het schilderij te noemen
  dat aansluit bij de heroriëntatie op de
  klassieke oudheid en
- een element uit het schilderij te noemen
  dat aansluit bij het veranderende
  mensbeeld van de Renaissance.

Slide 6 - Tekstslide

Antwoord
Stap 1: Toon dit aan door:
- een element uit het schilderij te noemen dat aansluit bij de heroriëntatie op de klassieke oudheid en 
- een element uit het schilderij te noemen dat aansluit bij het veranderende mensbeeld van de Renaissance.


Stap 2: * kenmerken Renaissancekunst: klassieke oudheid elementen (zuilen, bogen), perspectief, kunstenaar laat
               handtekening achter, individu staat centraal.  
            * In het schilderij zijn zuilen en bogen te zien en ieder mens wordt als individu afgebeeld.
  

Stap 3:

* Ik zie in de bron dat zuilen en bogen. Ieder mens heeft een eigen gezicht.

* Ik heb geleerd dat zuilen, bogen (verwijzingen naar de klassieke Oudheid) en ieder mens is uniek kenmerken zijn van de
  Renaissancekunst.

* - De zuilen/bogen verwijzen naar de klassiek Oudheid, wat aansluit bij het KA.... 
  - De mensen hebben een eigen gezicht, wat aansluit bij het veranderde mensbeeld van de Renaissance.

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 2
In 1538 stierf de Maastrichtse geleerde Mattheus Herbenus. Zijn bibliotheek bevatte een kostbare uitgave van de Geographica van de Griekse historicus en geograaf Strabo (64 v.Chr.-23 na Chr.), een soort encyclopedie van de toen bekende wereld.

De belangstelling van Herbenus past bij twee verschillende kenmerkende aspecten van zijn tijd.

2p Toon dit aan. 

Slide 8 - Tekstslide

2. Vul hier je antwoord in.

Slide 9 - Open vraag

Vraag 3

Bij deze vier gegevens over Maerten Soolmans en Oopjen Coppit passen
de begrippen 'moedernegotie' (handel met  de Oostzee) en 'de Nederlandse Opstand'.

2p Toon het verband aan tussen:
- één van deze gegevens en de
  moedernegotie en
- een ander gegeven en de Nederlandse
  Opstand.
In 1633 trouwden Maerten Soolmans en Oopjen Coppit met elkaar. Over hen zijn de volgende gegevens bekend:
1 Maerten Soolmans was de zoon van Jan Soolmans, een
   in Antwerpen geboren koopman die in 1591 werd
   geregistreerd als inwoner van Amsterdam.
2 Oopjen Coppit behoorde tot een regentengeslacht dat rijk
   was geworden met de handel in graan en buskruit.
3 Rembrandt krijgt de opdracht om hun huwelijksportretten
   te schilderen. Hij krijgt daarvoor 500 gulden, het
   jaarsalaris van een ervaren werkman.
4 Rembrandt portretteert hen van hoofd tot voeten, een
   manier van afbeelden die tot dan toe alleen gebruikt werd
   bij portretten van de hoge Europese adel.

 
Deze gegevens over Maerten Soolmans en Oopjen Coppit passen bij de Gouden Eeuw van de Republiek

Slide 10 - Tekstslide

3. Vul hier je antwoord in.

Slide 11 - Open vraag

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

4. Vul hier je antwoord in.

Slide 14 - Open vraag