les 2 thema 6 km2a wo 12 april

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.

Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.

Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00
1 / 41
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 41 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Welkom
Mobiel uitzetten en in de tas doen.
Rustig op je eigen plek gaan zitten.
Je laptop vast opstarten en je aanmelden bij lessonup.

Daarna je laptop omdraaien met het beeldscherm naar mij toe.

Als de timer op 0 staat start de uitleg en zit je klaar.

timer
1:00

Slide 1 - Tekstslide

Deze les
-Terugblik leerdoelen vorige week.   
-Uitleg leerdoelen deze week.
-Opdrachten maken
-Afsluiten; hoe is het deze les gegaan, wat heb je geleerd? 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Wat weet je nog
7 vragen die je nu goed zou moeten kunnen beantwoorden.

Slide 4 - Tekstslide

Biotisch of abiotisch?
Roofdieren

A
biotisch
B
abiotisch

Slide 5 - Quizvraag

Wat is ecologie?
A
studie over milieubewustheid
B
leer van alle levende organismen
C
de samenhang tussen organismen in een bepaald gebied
D
de manier waarop een soort in zijn omgeving past

Slide 6 - Quizvraag

Wat is geen biotische factor
A
aantal rijpe bananen in het woud
B
aantal gorilla's in het woud
C
aantal chimpansees in het woud
D
de hoeveelheid regen in het woud.

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een biotische factor?
A
Een rivier
B
Een heuvel van een berg
C
Een aantal roofdieren
D
Een koude luchtstroom

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een POPULATIE
A
Een groep planten of dieren van dezelfde soort die in hetzelfde gebied leven
B
Een groep dieren die in hetzelfde gebied leven
C
Verschillende planten en dieren die in hetzelfde gebied leven
D
Een groep dieren die voedsel voor elkaar zijn

Slide 9 - Quizvraag

De relaties tussen levende wezens en abiotische factoren
A
individu
B
populatie
C
leefgemeenschap
D
ecosysteem

Slide 10 - Quizvraag

hoe noemen we alle organismen die in een gebied leven?
A
samenleving
B
ecosysteem
C
leefgemeenschap
D
populatie

Slide 11 - Quizvraag

Volgorde niveaus:
A
Ecosysteem - Leefgemeenschap - individu - populatie
B
Individu - populatie - ecosysteem - leefgemeenschap
C
Individu - populatie - leefgemeenschap - ecosysteem
D
Individu - leefgemeenschap - populatie - ecosysteem

Slide 12 - Quizvraag

De leerdoelen voor deze week: 
-Je kunt een voedselketen en een voedselweb maken.
-Je kunt de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden.
-Je kunt biologisch afbreekbaar afval en niet biologisch afbreekbaar afval onderscheiden.

Voor mavo ook:
-Je kunt de kringloop van water beschrijven.
-Je kunt de kringloop van koolstof beschrijven.


Slide 13 - Tekstslide

Vandaag:
-Je kunt een voedselketen en een voedselweb maken.
-Je kunt de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden.

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Voedselketen.
De eerste schakel is altijd een plant want...

Daarna komen de consumenten van 1e 2e etc orde.

Consumenten kunnen zijn planteneter (herbivoor), vleeseter (carnivoor) en alleseter (omnivoor).

Waarom kan een planteneter (herbivoor) alleen maar consument van de 1e orde zijn..
en een vleeseter (carnivoor) alleen maar 2 of hoger?
en een alleseter (omnivoor) zowel 1 als 2 en hoger?  

Slide 16 - Tekstslide

voedselketen

Slide 17 - Tekstslide

Producenten ->  planten


Consumenten -> planteneters, vleeseters, alleseters en afvaleters

Reducenten -> schimmels en bacterieën

Slide 18 - Tekstslide

Noem een voedselketen met 3 schakels

Slide 19 - Open vraag

Voedselweb/

voedselnet

Slide 20 - Tekstslide

Verschil tussen 
voedselketen en 
voedsel web: 
Een voedselweb zijn
meerdere voedsel-
ketens die met el-
kaar samenhangen.

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Tekstslide

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 23 - Quizvraag

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 24 - Quizvraag

Voedselweb of voedselketen?
A
Voedselweb
B
Voedselketen

Slide 25 - Quizvraag

afvaleters
Als planten en dieren doodgaan dan kunnen ze als voedsel dienen voor de afval eters (regenworm, aasgier etc).

Deze dieren (afvaleters) staan niet in het voedselweb want in de voedselketens bestaan alle schakels uit levende wezens. 

Slide 26 - Tekstslide

Reducenten
Alle resten van de planten en dieren (dus ook van de afval eters) worden uiteindelijk afgebroken door de reducenten.

De reducenten zijn de bacteriën en de schimmels.
Zij maken van de dode organismen weer voedingsstoffen voor de planten. 
En zo krijg je een kringloop van stoffen.


Slide 27 - Tekstslide

Kringloop
  • Producenten
  • Consumenten
  • Reducenten

Consumenten van
de 1e, 2e, 3e orde.
(enz.)
Consumenten zijn dieren die planten of andere dieren eten.
Planten maken met behulp van fotosynthese glucose aan. Planten zijn de basis voor alle voedselketens en worden daarom producenten genoemd.
Bacteriën en schimmels eten de resten op die de afvaleters achterlaten, zie worden reducenten genoemd.

Slide 28 - Tekstslide

Een paddenstoel:
Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 29 - Quizvraag

Een vis:
Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 30 - Quizvraag

Een bananenplant
Producent, Consument of Reducent?
A
Producent
B
Consument
C
Reducent

Slide 31 - Quizvraag

Het konijn (rabbit) in dit voedselweb is een ....
A
Consument van de eerste orde
B
Consument van de tweede orde
C
Consument van de derde orde
D
Consument van de eerste en tweede orde

Slide 32 - Quizvraag

De uil (Owl) in dit voedselweb is een ....
A
Consument van de eerste orde
B
Consument van de tweede orde
C
Consument van de derde orde
D
Consument van de eerste en tweede orde

Slide 33 - Quizvraag

De vogel (kite) is een ....
A
Consument van de eerste orde
B
Consument van de tweede orde
C
Consument van de derde orde
D
Consument van de eerste en tweede orde

Slide 34 - Quizvraag

timer
10:00
Leerdoelen:
-Je kunt een voedselketen en een voedselweb maken.
-Je kunt de groepen organismen in de kringloop van stoffen onderscheiden.
-Je kunt biologisch afbreekbaar afval en niet biologisch afbreekbaar afval onderscheiden.
Voor mavo ook:
-Je kunt de kringloop van water beschrijven.
-Je kunt de kringloop van koolstof beschrijven.


Kun je bereiken door:
-De tekst van thema 6 basisstof 2  en mavo ook 7 te lezen/bestuderen.
-Te maken: Basisstof 2 en mavo ook b7 van thema 6.
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
  laatste 3 minuten sluiten we af met twee vragen in de lessonup.  
Eerst 10 minuten in stilte, daarna mag je fluisterend overleggen met je buurman/vrouw.

Slide 35 - Tekstslide

Afsluiting.

Wat nog niet af is van de studiewijzer van deze week is huiswerk voor de 1e les van volgende week. (maandag)

Wat heb je geleerd deze les, alles duidelijk? Kun je de volgende vraag goed beantwoorden?


Zo niet gebruik dan de volgende links in lessonup om extra te oefenen.

Slide 36 - Tekstslide

Waarmee begint een voedselketen altijd?
A
vis
B
plantjes
C
insecten
D
bladluis

Slide 39 - Quizvraag

In een voedselketen staat elke organisme voor een
A
schakel
B
voedselketen
C
voedselweb

Slide 40 - Quizvraag

Ver genoeg gekomen met de opdrachten?
Zo niet; genoteerd wat je thuis gaat doen?  

Pak dan je tas in en wacht nog even rustig op je eigen plek tot het tijd is.
Laat je plek netjes achter, schuif je stoel aan en vergeet je mobiel niet.

Slide 41 - Tekstslide