(Week 16) 2M les 2

• Duits
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 2

Programm

• Wiederholung Grammatik
• Aufgaben 5.6

Noem de voorzetsels in het Duits die de 4e naamval verlangen

''Ich'' in de 4e naamval is:

''du'' in de 4e naamval is:

''er'' in de 4e naamval is:

De eerste naamval is:

De vierde naamval is:

Aufgabe

Om welk zinsdeel gaat het?

Antwoord 1e naamval of 4e naamval

Allereerst welke vraag stel ik?

Ich brauche ein Brot

Dana und ich möchten Almdüdler trinken.

Schema

de der-groep en de ein-groep

Kijk goed en stel jezelf de volgende vragen; Wat valt mij op? Zie ik een verband?

Komt later :)

Komt later :)

Aufgabe

Wat hoort bij welke groep? 

Maak de sleepvraag en sleep het woord naar de der-groep of de ein-groep

der-groep

ein-groep

mein-

unser-

der

die (mv)

den

das

keine

ein

euer

Aufgabe

Nu gaan we de missende uitgangen invullen.

Sie will lieber ohne mein... Vater Schuhe kaufen gehen.

Wenn sie gegen ihr.. Freundin verliert, findet meine Schwester das Blöd.

De grammatica die we net herhaald hebben vind ik (lastig - makkelijk)

😒🙁😐🙂😃

Aufgabe

Maak de versterk jezelf op Na Klar online als je het nog een beetje lastig vindt!

Daarna start je met de planner. 

(klik voor vergroting)

Bis morgen!