Les 2 retail, doelgroep

Welkom 
11.15 - 11.25
Startactiviteit
11.25 - 11.35
Planning en lesdoelen doornemen
11.35 - 11.45
Theorie LessonUp
11.45 - 12.25
Aan de slag
12.25 - 12.30
Opruimen
12.30 - 12.35
Afsluiten
12.35
Einde van de les
timer
6:00
Startopdracht:
Neem je mapje door en lees tekstbron 75
retailformule. 
Onderstreep de moeilijke woorden

1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
Dienstverlening en ProductenMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 3

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quiz, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom 
11.15 - 11.25
Startactiviteit
11.25 - 11.35
Planning en lesdoelen doornemen
11.35 - 11.45
Theorie LessonUp
11.45 - 12.25
Aan de slag
12.25 - 12.30
Opruimen
12.30 - 12.35
Afsluiten
12.35
Einde van de les
timer
6:00
Startopdracht:
Neem je mapje door en lees tekstbron 75
retailformule. 
Onderstreep de moeilijke woorden

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les heb je geleerd:
  1. wat een retailformule is
  2. wat een doelgroep is
  3. hoe je een marktonderzoek moet doen
  4. waaruit een marktonderzoek bestaat
  5. waar je aan moet denken als je een eigen webshop begint

Slide 2 - Tekstslide

Keuzevak Webshop afronden
Je wordt beoordeelt op de volgende onderdelen. Je krijgt voor dit keuzevak twee cijfers.
1) Dit is je PVB (Proeve van Bekwaam Praktijk) dat bestaat uit:
    -Jouw webshop
    - De presentatie van je webshop 
    - Praktische opdrachten opdrachten 
    - De gemaakte vragen uit je boekje 
2) PTA (Proeve van Bekwaam Theorie) 

Slide 3 - Tekstslide

Belangrijk?
  • maak de opdrachten serieus
  • heb je vragen; stel ze
  • kijk goed je gemaakte werk na (van je fouten kun je leren)

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Retail??
Retail is de naam voor alle bedrijven die producten en diensten verkopen aan personen.


Slide 6 - Tekstslide

Waarover moet je goed nadenken voordat je een webshop of een winkel begint?

Slide 7 - Woordweb

retailformule (winkelformule) 
  1. De doelgroep
    Aan wie je dat wilt verkopen?
    een groep mensen met specifieke kenmerken, wensen en behoeften waar de winkel/webshop zich op richt
  2. Marktpositie
    Hoe je ervoor zorgt dat mensen bij jou kopen en niet bij iemand anders
  3. De Marketingmix (6P's)
    Wat je wilt verkopen, onderdeel van de marketingmix.
    (Product, Prijs, Plaats, Promotie, Presentatie en Personeel)

Slide 8 - Tekstslide

Doelgroep??
de leeftijd

de behoeften van de consument

een behoefte als je iets nodig hebt of graag wilt hebben

de koopkracht

De hoeveelheid artikelen en diensten die je kunt kopen met je geld is 

de koopmotieven
De reden om iets te kopen 





Slide 9 - Tekstslide

Producten en Diensten
 
Producten kun je vastpakken, bijvoorbeeld een telefoon of een doosje thee. Diensten kun je niet vastpakken, bijvoorbeeld een advies waarvoor je betaalt of een knipbeurt bij de kapper.


Slide 10 - Tekstslide

Concurreren
  1. het imago van je winkel

  2. de sfeer in je winkel

  3. hoe je klanten aan je gaat binden


Slide 11 - Tekstslide

Assortiment
Alle producten en diensten die je verkoopt, vormen samen je assortiment

Slide 12 - Tekstslide

Het assortiment
= bestaat uit alle artikelen die een retailer aanbiedt in zijn winkel
         P van product (marketingmix)

Wat weet je al?
Breed assortiment = heel veel verschillende artikelen
Smal assortiment = een paar soorten artikelen
Diep assortiment = meerdere soorten van een bepaald artikel
Ondiep assortiment = 1 soort van een bepaald artikel

Slide 13 - Tekstslide

Assortiment
alle artikelen die een winkel aanbiedt vormen samen het assortiment
Breed assortiment
heel veel verschillende artikelen

Ondiep assortiment
bij een buurtsuper kun je maar 1 soort cola kopen
Smal assortiment
verkopen slecht een paar artikelen

Diep assortiment
keuze uit bijvoorbeeld 10 soorten ketchup
Bijenkorf, IKEA, Blokker
Juwelier, Beter Horen, slager
Juwelier, Beter Horen, slager
Hema, ander warenhuis

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeeld opbouw assortiment
- Assortiment =                       schoenen
- Assortimentsgroep =        vrouwenschoenen
- Artikelgroep =                       laarzen
- Artikelsoort =                        verschillende soorten laarzen (lage,                                                            cowboy  enz)
- Artikel variëteit =                  meerdere cowboy laarzen 

Slide 16 - Tekstslide

Domeinnaam
De naam van een website heet een domeinnaam
De toevoeging die je domeinnaam dan krijgt, bijvoorbeeld .com heet een extensie

Slide 17 - Tekstslide

Domeinnaam
  1. Denk aan de toekomst, originaliteit.
  2. De naam moet opvallen.
  3. De naam moet niet tijdgebonden zijn, ofwel moet niet verouderen.
  4. De naam moet duidelijk zijn en makkelijk te schrijven/typen
  5. Kies geen naam die al bestaat.

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Video

Aan de slag
  1. Je maakt in je boekje taak 2 en taak 3
  2. Je leest de tekstbronnen die daarbij horen
  3. Je bedenkt een product of dienst die je wilt verkopen en maakt daarvan een woordwolk
  4. Je bedenkt een domeinnaam


Slide 20 - Tekstslide

Leerdoelen behaald?
  1. Je weet wat een retailformule is
  2. Je weet wat een doelgroep is
  3. Je weet waar je aan moet denken als je een eigen webshop begint
  4. je weet wat je wilt verkopen
  5. je hebt een domeinnaam bedacht

Slide 21 - Tekstslide