1e les pedagogisch werk 2e jaar

Welkom allemaal!
Wat heb je vandaag nodig:
- Je telefoon
-één leeg vel papier.
1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
WelzijnMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 100 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal!
Wat heb je vandaag nodig:
- Je telefoon
-één leeg vel papier.

Slide 1 - Tekstslide

Planning voor vandaag:

Begin maken met de opdracht voor deze periode

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Video

Hoeveel moeten kinderen volgens onderzoekers van dit filmpje per week bewegen?
A
3x per week flink bewegen, 4x per week normaal bewegen
B
4x per week flink bewegen, 4x per week normaal bewegen
C
1x per week flink bewegen, 5x per week normaal bewegen
D
3x per week flink bewegen, 5x per week normaal bewegen

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel procent van de kinderen beweegt volgens dit filmpje niet genoeg?
A
55%
B
45%
C
10%
D
60%

Slide 5 - Quizvraag

Kansen voor meer bewegen in jullie werkveld.

Slide 6 - Woordweb

Opdracht voor deze periode
Bewegen op de bso is een must! Na een schooldag is het belangrijk én nodig dat kinderen in beweging komen. Hierbij zorg je voor een gevarieerd aanbod van activiteiten. In deze opdracht ga je kijken naar de mogelijkheden in jouw woonplaats / omgeving. Je maakt een voorstel voor de bso. Daarnaast bereid je een spelvorm voor.

Slide 7 - Tekstslide

Weet je nog van dat lege vel papier?
Nou let op

Slide 8 - Tekstslide

- Deze opdracht is individueel (dat scheelt met overleggen via teams);)
- ik schat dat je de gehele opdracht binnen lestijd af kan ronden.

Slide 9 - Tekstslide

Waarom vinden jullie het belangrijk dat kinderen bewegen?

Slide 10 - Woordweb

Wat doen we vandaag?
1. Je verdiept je in het belang van bewegingsactiviteiten voor kinderen, zie paragraaf 10.2 en 10.5. Beantwoord de volgende vragen:  
a. Waarom is het belangrijk dat kinderen bewegen?  minimaal 200 woorden.
b. Waarmee houd je rekening bij activiteiten voor jongere en oudere kinderen? 

Slide 11 - Tekstslide

c. In je boek staan 5 soorten spelvormen. Geef bij iedere spelvorm een voorbeeld voor jongere en een voorbeeld voor oudere kinderen.  
d. Noem vijf aandachtspunten voor de begeleiding van spelvormen. 

Slide 12 - Tekstslide