Practicum indicatoren

Practicum indicatoren
Je werkt in tweetallen, maar levert zelf deze (oefen)toets in. Dus iedereen heeft zijn iPad op tafel. 

Je werkt wel met vloeistoffen, dus kijk uit. 
1 / 38
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 2

In deze les zitten 38 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Practicum indicatoren
Je werkt in tweetallen, maar levert zelf deze (oefen)toets in. Dus iedereen heeft zijn iPad op tafel. 

Je werkt wel met vloeistoffen, dus kijk uit. 

Slide 1 - Tekstslide

Indicator
Een indicator is een aanwijsstof.

De stof geeft aan dat er een andere stof aanwezig is. We noemen dat aantonen.

Slide 2 - Tekstslide

Helder kalkwater


Geeft aan dat er koolstofdioxide aanwezig is. 

Slide 3 - Tekstslide

Practicum 1, CO2 aantonen
Je gaat eerst met helder kalkwater aan de slag. 
Je krijgt een buisje met gewoon water en een buisje met spa rood (water met co2). 

Onderzoeksvraag: in welk buisje zit de spa rood. 

Doe een buisje met helder kalkwater bij een van de P1 buisjes. En doe hetzelfde bij de andere van de P1 buisjes. 

Slide 4 - Tekstslide

P1 Laat het verschil tussen de buisjes zien met een foto.

Slide 5 - Open vraag

In welk buisje zit de spa rood, en hoe kun je dat zien?

Slide 6 - Open vraag

Koolstofdioxide kun je aantonen met
A
Helder kalkwater
B
Troebel kalkwater
C
Kleurstof
D
Jodium

Slide 7 - Quizvraag

Wat is de formule van koolstofdioxide
A
CO2
B
C2O
C
C2O2
D
CO2

Slide 8 - Quizvraag

Voor verbranding is koolstofdioxide nodig?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

Wat is de indicator voor koolstofdioxide?
A
Brandende kaars
B
Spa water
C
Wasflesje
D
Helder kalkwater

Slide 10 - Quizvraag

Op de plek van ② moet koolstofdioxide worden ingevuld.
A
juist
B
onjuist

Slide 11 - Quizvraag

Koolstofdioxide verlaat het lichaam door.......
A
Te zweten
B
Door te plassen
C
Door uit te ademen

Slide 12 - Quizvraag

In je longen gaat koolstofdioxide:
A
Het bloed in
B
Het bloed uit

Slide 13 - Quizvraag


Wat bevat meer koolstofdioxide?
A
Ingeademde lucht
B
Uitgeademde lucht
C
Maakt niet uit, evenveel

Slide 14 - Quizvraag

Zetmeel aantonen

Zetmeel is een koolhydraat die je lichaam kan verteren
 (afbreken) tot glucose (=brandstof)

Slide 15 - Tekstslide

Jood oplossing

Ook wel jodium genoemd. 

Deze stof is de indicator voor zetmeel (een koolhydraat). 

Slide 16 - Tekstslide

Practicum 2, zetmeel aantonen
Je krijgt een buisje met gewoon water en een buisje met een zetmeel oplossing. Ook krijg je een druppelpipet met joodoplossing (Jodium). 

Onderzoeksvraag: In welk buisje zit de zetmeel oplossing en hoe kun je dat zien?

Slide 17 - Tekstslide

P2 Laat het verschil tussen de buisjes zien met een foto.

Slide 18 - Open vraag

In welk buisje zit de zetmeeloplossing, en hoe kun je dat zien?

Slide 19 - Open vraag

Wat is de indicator van zetmeel?
A
Aanwijsstof
B
Kalkwater
C
Jood-oplossing
D
Glucosestrips

Slide 20 - Quizvraag

In welk product zit veel zetmeel?
A
aardappelen
B
eieren
C
melk
D
noten

Slide 21 - Quizvraag

In brood zit veel zetmeel.
Zetmeel is een?
A
plantaardig vet
B
koolhydraat
C
eiwit
D
dierlijk vet

Slide 22 - Quizvraag

(1) Joodoplossing is een indicator voor zetmeel. (2) Joodoplossing en zetmeel kleuren samen rood
A
(1) Juist. (2) Juist
B
(1) Onjuist. (2) Juist
C
(1) Onjuist. (2) Onjuist
D
Geen van deze antwoorden

Slide 23 - Quizvraag

Suiker en zetmeel zijn:
A
mineralen
B
eiwitten
C
vetten
D
koolhydraten

Slide 24 - Quizvraag

suikers en zetmeel zijn voedingsmiddelen of voedingsstoffen
A
voedingsmiddel
B
voedingsstoffen

Slide 25 - Quizvraag

De vertering van zetmeel in je voedsel vind plaats in je.....
A
mond
B
mond en slokdarm
C
mond, slokdarm, maag
D
maag

Slide 26 - Quizvraag

In welk vak van de
schijf van vijf
zit veel zetmeel?
A
Blauw
B
Groen
C
Oranje
D
Rose en Geel

Slide 27 - Quizvraag

Practicum 3, Voedingsmiddelen practicum

Je krijgt een petrischaaltje. Hierop leg je monsters van elk voedingsmiddel op de kar. Een stukje kun je gewoon pakken, van een los product als suiker kun je een klein hoopje pakken. 

Druppel dan steeds op elk voedingsmiddel 1(!) druppel Joodoplossing. Kijk hoe het verkleurd of niet. 

Slide 28 - Tekstslide

Maak een foto van het petrischaaltje met de uitkomst.

Slide 29 - Open vraag

Deze voedingsmiddelen verkleurden. Hier zit dus zetmeel in.

Slide 30 - Open vraag

Deze voedingsmiddelen verkleurden niet! Hier zit dus geen zetmeel in.

Slide 31 - Open vraag

Is sinaasappelsap een dierlijk voedingsmiddel of een plantaardig voedingsmiddel?
A
Dierlijk
B
Plantaardig

Slide 32 - Quizvraag

Dit voedingsmiddel is...
A
Plantaardig
B
Dierlijk
C
Zowel plantaardig als dierlijk
D
Niet dierlijk of plantaardig

Slide 33 - Quizvraag

Voedingsmiddelen zijn levensmiddelen. Voedingsstoffen zijn bestanddelen van voedingsmiddelen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 34 - Quizvraag

Dit voedingsmiddel is een...
A
Dierlijk voedingsmiddel
B
Plantaardig voedingsmiddel

Slide 35 - Quizvraag

Wat is geen voedingsmiddel
A
Aardbei
B
Melk
C
Koolhydraten
D
Snoep

Slide 36 - Quizvraag

Wat zijn voedingsmiddelen?
A
Gezonde dingen om te eten
B
Middelen om voeding te maken
C
Alles wat we eten
D
Alles wat we eten en drinken

Slide 37 - Quizvraag

Opruimen
Breng nu alles terug bij de kar en luister goed naar waar alles moet komen te staan. 

Druk op lever in. 

Slide 38 - Tekstslide