Mavo 4 - voorbereiding SE2 - level 1

• Wiskunde
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 4

Werkwijze

Lees alle opdrachten goed door

           (grafieken kun je groter maken door erop te klikken)

Maak de opdrachten in je schrift.

Neem eventuele tabellen/assenstelsels over als je erin moet tekenen.

Upload de foto van je uitwerkingen steeds bij de opdracht.

Vergeet niet de Lessonup aan het eind in te leveren!....

Xander gooit een papieren vliegtuigje van het dak van een flatgebouw. De hoogte van het vliegtuigje staat in de tabel.

Opdracht 1: Maak de formule bij de tabel.

Opdracht 2:
Na hoeveel seconden is het vliegtuigje op 13 meter hoogte? Rond af op één decimaal.

Opdracht 3:
Waarom heeft de formule geen betekenis voor t = 10?

Pjotr heeft een spaarrekening waar hij rente over krijgt. De hoogte van zijn spaargeld staat in deze tabel.

Opdracht 4:
Geef de formule bij de tabel. Leg uit hoe je aan je antwoord komt.

Het aantal bladluizen op de klimop van Hester groeit exponentieel.
Hierbij hoort een formule:
t = tijd in dagen met t = 0 op 1 juni

Opdracht 5: Bereken hoeveel bladluizen er zijn op 1 juni.
Opdracht 6: Bereken na hoeveel dagen het aantal bladluizen is verdubbeld.

bladluizen=3000⋅1,05​t​​

2 leveranciers van pakken A4-papier gebruiken een formule om hun kosten te berekenen.
Kantoorsupply: kosten in € = 29,90 + 1,95a
Papierkoning: kosten in € = 2,60a

Opdracht 7: Bereken bij hoeveel pakken papier beide leveranciers even duur zijn.
Opdracht 8: Bereken welke leverancier goedkoper is bij een bestelling van 50 pakken papier.

Neem deze tabel en het assenstelsel over voor de vraag 9 en 10

De groei van graszaad verloopt na het inzaaien volgens een formule
Hoogte in cm
t = tijd in dagen vanaf het inzaaien

Opdracht 9: Neem de tabel en het assenstelsel over. Vul de tabel in en teken de grafiek.
Opdracht 10: Je mag het gras pas maaien als het 10 cm hoog is. Bereken na hoeveel dagen dit is

hoogte=√​2,5t​​​

Klas 4B koopt een cadeau voor een zieke leerling. Er zitten 30 leerlingen in 4B.
Het cadeau kost € 145,-.
De formule hierbij is

Opdracht 11: Bereken het bedrag per persoon als er 10 klasgenoten meebetalen.
Opdracht 12: Bekijk het lijstje met formules. Welke formules zijn gelijkwaardig aan
de bestaande formule? Laat met een berekening zien hoe je aan je antwoord komt.

Deze grafiek heb je nodig voor de volgende vraag. 

Let goed op de legenda en de twee verticale assen met verschillende betekenis.

Roel fietst een fietsparcours In onderstaande grafiek zie je zijn snelheid en hoogte.  

Let op de legenda en de bijbehorende verschillende (!) verticale assen

Je hebt deze grafiek nodig voor het beantwoorden van de vragen op de volgende dia. 

zie de voorgaande grafiek

Opdracht 13: Wat is het maximum en minimum van de hoogtegrafiek?
Opdracht 14: Wat zijn de evenwichtsstand en de amplitude van de snelheidsgrafiek?
Opdracht 15: Leg uit dat het maximum van de hoogtegrafiek samenvalt met het minimum van de snelheidsgrafiek.