Schimmeldraden = Lange, zich vertakkende draden waaruit meercellige schimmels bestaan.
Paddenstoel = Het voortplantingsorgaan van een meercellige schimmel.
Spore (schimmel) = Voortplantingscel van een schimmel
Knopvorming = Een manier van voortplanten bij eencellige schimmels.
Schimmelinfectie = Een schimmel kan op of in het lichaam voorkomen en klachten of ziektes veroorzaken.
Bacteriële infectie = Een bacterie kan op of in het lichaam voorkomen en klachten of ziektes veroorzaken.
Antibiotica = Geneesmiddel voor het bestrijden van bacteriële infecties.
Resistent = Bestand tegen giftige stoffen of tegen ziekteverwekkers door een erfelijke eigenschap.