Signaalwoorden

Signaalwoorden
Signalwörter
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Signaalwoorden
Signalwörter

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen signaalwoorden?
Signaalwoorden geven een verband aan tussen zinnen of alinea's.

Zo'n verband kan zijn
*tegenstelling *beperking * voorbeeld
*vergelijking *reden/oorzaak *gevolg etc.



Slide 2 - Tekstslide

Noem zoveel mogelijk
signaalwoorden.

Slide 3 - Woordweb

jedoch
A
echter
B
daarbij
C
hoewel

Slide 4 - Quizvraag

Übersetze: etwa

Slide 5 - Open vraag

sogar
A
in elk geval
B
slechts
C
zelfs

Slide 6 - Quizvraag

Übersetze: also

Slide 7 - Open vraag

damals
A
toen/vroeger
B
overigens/by the way
C
bovendien

Slide 8 - Quizvraag

Übersetze: als

Slide 9 - Open vraag

schließlich
A
daarentegen
B
desalniettemin
C
tenslotte

Slide 10 - Quizvraag

zudem

Slide 11 - Open vraag

jedenfalls
A
in elk geval
B
tegenwoordig
C
ondertussen

Slide 12 - Quizvraag

Michael hat kein Geld ... auch keine Arbeit.
A
sondern
B
und
C
oder

Slide 13 - Quizvraag

Er sucht zwar eine Arbeit, ... er findet keine.
A
aber
B
weil
C
also

Slide 14 - Quizvraag

... er täglich die Stellenanzeigen liest, findet er keine passende Stelle.
A
Jedoch
B
Obwohl
C
Zusätzlich

Slide 15 - Quizvraag

Jetzt mal üben:
Lees de tekst 'der Weg zur Toilette' en 
duid alle signaalwoorden aan. 
timer
2:30000

Slide 16 - Tekstslide

Mach es dir leicht:
Du kannst Signalwörter markieren, damit du sie einfach wiederfindest.


Slide 17 - Tekstslide

Und jetzt....
    üben, üben, üben !!!

Slide 18 - Tekstslide

Wie? 
* Examentexte
* Online Zeitung lesen (die Welt, die Zeit, FaZ, ...)
* Wortschatz studieren in wrts / quizlet
* Wortschatzübungen
* Eventuell Examentraining planen

Slide 19 - Tekstslide