2024_week12_1MH_van zelfstandig naamwoord naar persoonlijk voornaamwoord + quiz herhaling lidwoorden

• Duits
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Du hast 3 min für:

Je hebt 3 min om: 

• Jacke aus 
• laptop geschlossen auf dem Tisch
• Buch/Heft/Stift auf dem Tisch

Als de timer gestopt is zie ik iedereen de woordjes van Lektion 1, 2, 3 op blz. 85  schrijven

Boek open op blz. 51

Wörter schreiben

- Schrijf de woordjes van Lektion 1, 2, 3 op blz. 85 herhaaldelijk op totdat de timer is gestopt.

Wörter abfragen

Was machen wir heute?

• Wörter schreiben und abfragen
• Informationen SO 2
• Erklärung Grammatik (Van een zelfstandig naamwoord naar een persoonlijk voornaamwoord)
• An die Arbeit
• Kurze Wiederholung Artikeln
• Quiz
• deutsches Lied/ Hausaufgaben

Lernziel

• Aan het einde van de les kan je een zelfstandig naamwoord vervangen door er, sie of es, doordat je opdrachten en aantekeningen hebt gemaakt.
• aan het eind van de les kan je 2 woordjes van Lektion 2 benoemen, doordat je ermee hebt geoefend.
• kan je benoemen wanneer je der, die of das gebruikt.

Informationen SO 2

Week 16 

Leer de aantekeningen uit je schrift +

- Het bepaald en onbepaald lidwoord + aanvullende regels blz. 51-52

- Van zelfstandig naamwoord naar persoonlijk voornaamwoord blz. 58

- Woordjes Kapitel 2, Lektion 1 t/m 3 (D-NL + NL-D)

- leesteksten

Uitleg: van een zelfstandig naamwoord naar een persoonlijk voornaamwoord

er/sie/es

Hoe weet je nou, wanneer je er/sie of es moet gebruiken?

Ezelsbruggetje:

der Mann -> er

die Frau    -> sie

das Kind   -> es

Noteer dit in je aantekeningenschrift!

An die Arbeit

Machen im Buch: Dit moet af!

- opdracht 9 blz. 58 (Lees Grammatik C: Vervang de woordjes door er, sie of es)

- opdracht 10 blz. 59 (Vervang de vetgedrukte woorden door er, sie of es)

Hoe? de eerste 5 minuten in stilte

Klaar? Na klar online--->Test jezelf Kapitel 2.2 

Bepaald lidwoord -de en -het

Bepaald lidwoord mannelijk (m)   Bepaald lidwoord vrouwelijk (v)

Bepaald lidwoord

Bepaald lidwoord onzijdig (o)

Let dus goed op bij het woord Mädchen. Dit is wel een vrouw, maar het eindigt op -chen en is dus een verkleinwoord.

Tip!

Kijk goed naar het lidwoord der, die, das

es

sie

er

sie

es

sie

er

er

es

die Freundschaft

das Haus

die Großmutter

der Baum

das Mädchen

der Lehrer

der Zug

das Flugzeug

die Toilette

Wat wordt der Junge ist nett?

1. er ist nett
2. es ist nett
3. sie ist nett

Wat wordt die Katze ist schön?

1. sie ist schön
2. er ist schön
3. es ist schön

Wat wordt das Kind spielt?

1. es spielt
2. sie spielt
3. er spielt

Wat wordt die Freunde lachen?

1. er lachen
2. sie lachen
3. es lachen

Montag

1. der
2. die
3. das

Freiheit

1. der
2. die
3. das

Mädchen

1. der
2. die
3. das

Möglichkeit

1. der
2. die
3. das

Sommer

1. der
2. die
3. das

Pilotin

1. der
2. die
3. das

Freundschaft

1. der
2. die
3. das

Pferd

1. der
2. die
3. das

Buchlein

1. der
2. die
3. das

April

1. der
2. die
3. das

Liebe

1. der
2. die
3. das

Lernziel

• Aan het einde van de les kan je een zelfstandig naamwoord vervangen door er, sie of es, doordat je opdrachten en aantekeningen hebt gemaakt.
• aan het eind van de les kan je 2 woordjes van Lektion 2 benoemen, doordat je ermee hebt geoefend.
• kan je benoemen wanneer je der, die of das gebruikt.

die Hausaufgaben

Maken: opdracht 1 blz. 60 -> gebruik Grammatik B blz. 52

               opdracht 2 blz. 60-> gebruik Lektion 3 blz. 85

Leren: Woordjes Lektion 1, 2, 3 op blz. 85 van NL-DU en DU-NL

(Leer ze door herhaaldelijk op te schrijven!!!!!)

Abschluss

Niet inpakken - luisteren - ik sluit de les af

• na mijn startsignaal: inpakken
• zitten blijven tot de bel gaat- stil


• dan: klaar :)

TSCHÜSS!!!