E Grammar

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo b, k, tLeerjaar 1

In deze les zitten 12 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Program
Homework check
E grammar
Time to work

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Pagina 108/109

Slide 4 - Tekstslide

Ja/nee-vragen
Zoals de naam al zegt, zijn ja/nee-vragen, vragen die je met ja of nee kunt beantwoorden.
Are you in my class? - Yes, I am.
Can you get me a drink? - No, I can't. 

Slide 5 - Tekstslide

Ja/nee-vragen met am, are, is en can
Wanneer am, are, is en can in de zin staan, kun je een vraagzin maken door am, are, is en can vooraan in de zin te zetten. 

They are the students. - Are they the students?
She is really nice. - Is she really nice?
I can eat a lot of food. - Can I eat a lot of food?
We can go to the cinema. - Can we go to the cinema?


Slide 6 - Tekstslide

Ja/nee-vragen met andere werkwoorden
Je gebruikt do of does om een vraagzin te maken met alle andere werkwoorden. 
Na do of does komt de persoon/personen, en dan het hele werkwoord.
Bijvoorbeeld:
  • Do you like to play a game?
  • Do they walk with the dog often?
  • Does she like them?
  • Does it have tentacles?

Slide 7 - Tekstslide

Quick practice
Do exercise 36. 
Done? Do excerise 35 and/or 37. 
timer
1:00

Slide 8 - Tekstslide

Ontkenningen (not/n't)
In een ontkennende zin staat in het Engels het woordje not of n't in de zin. Bij am, are, is en can krijg je dan:
  • They are the students. - They are not/aren't students.
  • She is really nice. - She is not/isn't nice.
  • I can eat a lot of food. - I cannot/can't eat a lot of food.
  • We can go to the cinema. - We cannot/can't go to the cinema. 

Slide 9 - Tekstslide

Ontkenningen (don't/doesn't)
Als je wilt zeggen dat iets niet zo is, gebruik is don't of doesn't. Deze twee komen tussen de persoon en het werkwoord.
Bijvoorbeeld:
  • I have a dog. - I don't have a dog.
  • We like that teacher. - We don't like that teacher.
  • He likes coffee. - He doesn't like coffee.
  • It wags its tail. - It doesn't wag its tail. 

Slide 10 - Tekstslide

Quick practice 2.0
Do exercise 38.
Done? Wait a second for everyone to finish. 
timer
1:00

Slide 11 - Tekstslide

To do
E grammar exercises 34, 35, 36, 37 & 38.
H Speaking & Stones: 55 & 56

Slide 12 - Tekstslide