Extra les, feedback

COMMUNICATIE
Periode 1 & 2

2021-2022
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
CommunicatieMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

COMMUNICATIE
Periode 1 & 2

2021-2022

Slide 1 - Tekstslide

In deze les
Feedback
Werkveldverkenning: groepswerk. 

Werken in een groep 
                 >> elkaar sturen, feedback geven en ontvangen
                                     >> 
goede samenwerking, die soepel verloopt. 

Feedback: is niet altijd makkelijk, het zijn vaardigheden die je moet leren. In deze lessen leer je meer over het op de juiste manier geven en ontvangen van feedback.

Slide 2 - Tekstslide

Samenwerken
Bij het werken in groepsverband is het belangrijk dat er goed samengewerkt wordt. Als je het beste uit een groep wilt halen, stimuleer je elk groepslid zijn bijdrage te leveren. Je toont waardering voor de inzet die anderen hebben en spreekt elkaar aan op de werkzaamheden die verricht worden, oftewel je geeft elkaar feedback. 

>> Voelt soms als kritiek. Alsof je iets niet goed hebt gedaan: het kan voelen als een persoonlijke aanval. Iemand die zich bekritiseerd voelt, staat daarna meestal niet meer open voor tips voor verbetering. 

Belangrijk: hoe geef je feedback?

Slide 3 - Tekstslide

+ en - feedback
+                     Applaus, een complimentje, een goed cijfer voor een toets.

-                      Verbeterpunten. 


Feedback is niet hetzelfde als kritiek! Door bepaalde regels toe
te passen bij het geven van verbale feedback, voorkom je dat
feedback wordt ervaren als kritiek en is de kans groter dat de
ontvanger er zijn voordeel mee kan doen.
Feedback moet behulpzaam zijn.

Slide 4 - Tekstslide

Video: functioneringsgesprek

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Video: feedback geven

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Link

Feedback geven
De manier waarop je het zegt, maakt een groot verschil!

Tip
Met de IK-IK-JIJ-methode kom je een heel eind:
1. IK: ‘Ik zie dat…’ of ‘Ik merk dat…’
2. IK: ‘Ik vind dat…’
3. JIJ: ‘Wat vind jij daarvan?’ of ‘Hoe denk jij daarover?’

‘Jij bent niet klantvriendelijk.’     -     ‘Ik zie dat je niet altijd even klantvriendelijk bent.’ 

Slide 9 - Tekstslide

- 1. IK: ‘Ik zie dat…’ of ‘Ik merk dat…’ -
Houd het dus bij jezelf, vertel wat je hebt opgemerkt en welk effect dat op je had.
   

Benoem zichtbaar gedrag.
Laat de persoonlijkheid van de ander en jouw eigen oordeel/interpretatie erbuiten.

Wel: ‘Ik zie dat je in de schuur aan het klussen bent geweest.’
Niet: ‘Ik zie dat je de hele schuur weer overhoop hebt gegooid met dat gerommel van je.’

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Opdracht 7 + 8

Opdracht 7: Hoe ga jij om met feedback?

Opdracht 8: Wat komt er uit de test?


Slide 13 - Tekstslide