Verzamelnaam voor technieken waarbij de mens organismen gebruikt om producten te maken.
Dat is dus niet per se genetische modificatie.
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2
In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Biotechnologie
Verzamelnaam voor technieken waarbij de mens organismen gebruikt om producten te maken.
Dat is dus niet per se genetische modificatie.
Slide 1 - Tekstslide
Veredelen
Kwekers ontwikkelen steeds nieuwe plantenrassen, dit heet veredelen.
In de afbeelding hiernaast zie je de verschillende stappen van veredelen.
Slide 2 - Tekstslide
Veredeling kan tot heel diverse vormen leiden.
Slide 3 - Tekstslide
veredeling
Deze is namelijk groot en bestand tegen rupsen
Slide 4 - Tekstslide
Recombinant-DNA-technieken
recombinant-DNA-techniek Voorbeeld: Bacteriën maken Insuline door het gen van een varken in hun DNA te stoppen.
Naam voor het Aanpassen van DNA van een organisme = genetische modificatie / genetische manipulatie
Naam voor een Organisme met aangepast DNA = transgeen
Slide 5 - Tekstslide
Genomics
het gehele DNA
kankeronderzoek
vergelijk verschillende weefsels met elkaar
genen aan of uit
Slide 6 - Tekstslide
DNA tests
om snel te kijken welke op elkaar lijken
Slide 7 - Tekstslide
eDNA
Environmental DNA
Je neemt een schep uit de
omgeving (slootwater)
en kijkt dan naar alle DNA
die daar te vinden is.
Organismen laten unieke
DNA sporen achter, zo kun je zien wat voor organismen er zijn.
Slide 8 - Tekstslide
Synthetische biologie
Biologisch materiaal kunstmatig namaken.
Geheel door mensen gemaakt dus.
In de toekomst kunnen we misschien bacteriën maken die al het afval eten.
Of computer data opslaan in een bacterie.
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Video
CRISPR-CAS
- Oorspronkelijk om Virus DNA te knippen voor Bacteriën. Om zichzelf te beschermen.
- Nu door mensen gebruikt om specifiek te knippen in allerlei soorten DNA om zo veranderingen aan te brengen door nieuw DNA in te brengen.
(Genetische modificatie)
--> Het is zo goed omdat het héél precies knipt
Slide 11 - Tekstslide
Wat is de biologische functie (oorspronkelijk) van het Crispr-Cas-systeem?
A
afweer van bacteriën
B
het verwijderen van ongewenst DNA
C
koppelen van DNA aan RNA
D
afweersysteem van virussen
Slide 12 - Quizvraag
Wat wordt er weggeknipt bij CRISPR-Cas?
A
Embryo
B
Chromosoom
C
DNA
Slide 13 - Quizvraag
Je gaat onderzoek doen naar de invloed van het milieu op het fenotype van ratten. Wat is de beste methode om de invloed van het milieu op het fenotype te bepalen?
A
Werken met ratten met hetzelfde genotype in dezelfde
milieuomstandigheden
B
Werken met ratten met hetzelfde genotype in verschillende
milieuomstandigheden.
C
Werken met ratten met verschillende genotypen in dezelfde
milieuomstandigheden.
D
Werken met ratten met verschillende genotypen in verschillende
milieuomstandigheden.
Slide 14 - Quizvraag
Gebruik de afbeelding (klik om in te zoomen). Een bepaalde super gespierde fokhond krijgt 3 mannelijke puppy's. De fokker wil kijken welke nakomelingen dezelfde eigenschap zouden kunnen doorgeven. De DNA-volgorde voor deze eigenschap is weergegeven in de afbeelding. D.m.v. genomics kan bepaald worden welke puppy het meest geschikt is als fokhond.
Welke puppy is het meest geschikt als fokhond?
A
puppy 1
B
puppy 2
C
puppy 3
Slide 15 - Quizvraag
Soms wordt er een drieling geboren. Drielingen kunnen op verschillende manieren ontstaan. In de afbeelding hiernaast is een van de mogelijke ontstaanswijzen van een drieling schematisch weergegeven. Kind 3 heeft de geslachtschromosomen XX.
Is uit de geslachtschromosomen van kind 3 met zekerheid af te leiden welk geslacht de andere kinderen hebben?
A
Nee, dat is helemaal niet mogelijk
B
Ja, maar alleen voor kind 1
C
Ja, maar alleen voor kind 2
D
Ja, zowel voor kind 1 als kind 2
Slide 16 - Quizvraag
Kwallen kunnen licht geven in het donker. Een aantal jaren geleden hebben wetenschappers een manier gevonden om een deel uit de cel te halen en dit te plaatsen in de geslachtscel van een aapje. Hierdoor werden er aapjes geboren die licht gaven in het donker.
Welk deel werd overgeplaatst van de kwal naar de geslachtscel van het aapje?
A
Een basepaar
B
Een chromosoom
C
Een allel
D
Een eiwit
Slide 17 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van een gen
Slide 18 - Open vraag
Niet alle organismen fossiliseren even snel. Van welk van de onderstaande dieren zijn waarschijnlijkde minste fossielen ontstaan?
A
Slang
B
Vis
C
Octopus
D
Kreeft
Slide 19 - Quizvraag
Wat is GEEN rudiment bij mensen?
A
Kippenvel
B
Verstandskiezen
C
Navel
D
Blinde darm
Slide 20 - Quizvraag
Wat klopt over genen en allelen?
A
een gen zit in het DNA
een allel op een chromosoom
B
een gen is een eigenschap
een allel is een variant van de eigenschap
C
allel en gen zijn synoniemen van elkaar
D
een allel is een eigenschap
een gen is een variant van de eigenschap
Slide 21 - Quizvraag
Bij katten komen de vachtkleuren zwart en rood voor. Zwart is een sterker allel dan rood. Wat geldt voor het genotype van een zwarte kat?
A
Altijd homozygoot
B
Altijd heterozygoot
C
Homozygoot of heterozygoot
Slide 22 - Quizvraag
Bij katten komen de vachtkleuren zwart en rood voor. Zwart is een sterker allel dan rood. Wat geldt voor het genotype van een rode kat?