Rekenen 8.3 en 8.5

Rekenen Hoofdstuk 6
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Rekenen Hoofdstuk 6

Slide 1 - Tekstslide

Wanneer gebruik je afronden in je dagelijkse leven?

Slide 2 - Open vraag

Lesdoelen 
Aan het einde van de les:
  • kun je afronden op 'mooie' getallen in een situatie
  • kun je antwoorden afronden in overeenstemming met de situatie.

Slide 3 - Tekstslide

 Afronden op 'mooie' getallen
Getallen worden afgerond volgens vaste afspraken.

Een cijfer van 5 of hoger wordt naar boven afgerond.
Een cijfer lager dan een 5 wordt naar beneden afgerond.


Slide 4 - Tekstslide

Het teken voor ongeveer

Slide 5 - Tekstslide

Afronden op 'mooie' getallen
293 542
Afronden op tientallen: 
Afronden op honderdtallen: 
Afronden op duizendtallen: 

Slide 6 - Tekstslide

Ruim ...... internationale bezoekers naar ons land.


Welk getal zal in de krantenkop genoemd worden?
Rond het aantal bezoekers af op miljoenen.
In 2014 bezochten 14 236 548
internationale bezoekers ons land.

Slide 7 - Tekstslide

Rond af op duizendtallen. 
247.527

Slide 8 - Woordweb

Even oefenen....
Rond af op miljoenen: 15 483 917

A
15 480 000
B
15 000 000
C
16 000 000
D
15 500 000

Slide 9 - Quizvraag

Rond af op tientallen
5 879 188

Slide 10 - Woordweb

Rond af op tientallen
5 879 198

Slide 11 - Woordweb

Verstandig afronden
Je kunt niet altijd volgens de regels afronden.
Afhankelijk van de situatie moet je soms op een andere manier afronden.



Slide 12 - Tekstslide

"Verstandig afronden"
Je kunt niet altijd volgens de regels afronden.
Kun je hier een voorbeeld van benoemen?

Slide 13 - Open vraag

Johan heeft 29 wandtegels nodig voor zijn badkamer.
Deze tegels worden verkocht in pakken van 7 tegels.
Hoeveel pakken moet Johan kopen?

Slide 14 - Open vraag

Antwoord
Johan heeft 29 wandtegels nodig voor zijn badkamer.
 Deze tegels worden verkocht in pakken van 7 tegels.
Hoeveel pakken moet Johan kopen?

29: 7 =  4,14285714.....
Dus je moet 5 pakken kopen, anders kom je dat achter de komma te kort....

Slide 15 - Tekstslide

Honderdvijfenvijftig studenten gaan met touringcars naar Praag. Hoeveel touringcars moet de school bestellen?

touringcar
met 54 zitplaatsen

Slide 16 - Woordweb

Antwoord
155 : 54 = 2,87037037
De school moet drie touringcars bestellen.



touringcar
met 54 zitplaatsen

Slide 17 - Tekstslide

Ik denk dat ik het snap en wil aan de slag

Slide 18 - Poll

Huiswerk
8.3 som 1 t/m 8
8.4 som 1 t/m 8

Slide 19 - Tekstslide

In hoeverre kun jij...
afronden op 'mooie' getallen in een situatie?
antwoorden af ronden in overeenstemming met de situatie?
😒🙁😐🙂😃

Slide 20 - Poll