Een van de spelers is de deler.
Hij schudt de kaarten en legt drie rijen van drie kaarten op tafel.
Hierna is het de bedoeling om daaruit als eerste een set van drie kaarten te vinden.
Die set van kaarten moet samen opgeteld 0 (nul) zijn.
De deler speelt ook gewoon mee.
Wie het eerst een set ziet roept ‘Zero’ en pakt de kaarten.
De anderen mogen controleren.
Als er tussen de kaarten geen set te vinden is, legt de deler er drie kaarten bij.
Als iemand ‘Zero’ roept en geen set kan aanwijzen of een verkeerde set aanwijst, mag hij of zij niet meer meespelen totdat er weer iemand ‘Zero’ zegt.
Het spel gaat door tot alle kaarten op zijn en er geen set meer op tafel ligt.
Alle spelers tellen hoeveel sets ze hebben.
Degene met de meeste sets is de winnaar