interactie
1 / 14
Lesduur is: 120 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Hoeveel weegt de gemiddelde baby bij geboorte?
A
5000 gram
B
2500 gram
C
3500 gram
D
7500 gram
Slide 5 - Quizvraag
Wat is eenkennigheid?
A
Het hechten van je baby aan een of twee
personen.
B
Het ontwikkelen van je baby op een gebied.
C
Het spreken van je baby met 1 woordzinnen.
D
Iets anders
Slide 6 - Quizvraag
Wat is de senso-motorische fase?
A
Het vermogen van het kind om zich motorisch te ontwikkelen.
B
Het vermogen van het kind om reflexen onder controle te brengen.
C
Het vermogen van het kind om zintuigen te benoemen.
D
Het vermogen van het kind om zich los te maken van zijn opvoeders.
Slide 7 - Quizvraag
Geef een voorbeeld van speelgoed dat de cognitieve ontwikkeling stimuleert.
A
Slide 8 - Quizvraag
Wat is de voortalige fase?
A
De fase wanneer een kind voorloopt in zijn taalontwikkeling
B
Vormen van communicatie dat het kind gebruikt voordat het gaat praten.
C
Vormen van communicatie waarbij een kind woorden voor een woord zet.
D
De fase waarbij het kind eerst de moedertaal en dan de tweede taal leert.
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een ritueel bij het slapen gaan?
A
Slide 10 - Quizvraag
Wat wordt bedoeld met hechting?
A
Slide 11 - Quizvraag
Noem een liedje of rijmpje wat baby’s leuk vinden.
Noem een liedje of rijmpje wat baby’s leuk vinden.
Noem een liedje of rijmpje wat baby’s leuk vinden.
A
Slide 12 - Quizvraag
Wat kan je vertellen over de lichaamsverhoudingen van de baby?
A
De baby heeft bij de geboorte een hoog vetpercentage.
B
De benen en de armen van de baby zijn in verhouding langer dan het lichaam.
C
De baby heeft een relatief gelijke lichaamsverhouding.
D
Het hoofd neemt ongeveer een kwart van de totale lichaamslengte in beslag.
