Doelgroepen baby 0 - 1,5 jaar

Doelgroepbeschrijving naar ontwikkelingsfase
0-1,5 jaar  - de baby 
1,5- 4 jaar - de peuter 
4- 12   - het basisschoolkind
4-6 kleuter 
6-9 het jonge schoolkind 
9-12 het oudere schoolkind 
12-16 jaar - de puber 
16-21 jaar - de adolescent 
21-65 jaar - de volwassene 
21-40  de jonge volwassene 
20-45 de middelbare leeftijd 
55-65 de vroege ouderdom
65 en ouder - de ouderdom 



1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
OntwikkelingspsychologieMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Doelgroepbeschrijving naar ontwikkelingsfase
0-1,5 jaar  - de baby 
1,5- 4 jaar - de peuter 
4- 12   - het basisschoolkind
4-6 kleuter 
6-9 het jonge schoolkind 
9-12 het oudere schoolkind 
12-16 jaar - de puber 
16-21 jaar - de adolescent 
21-65 jaar - de volwassene 
21-40  de jonge volwassene 
20-45 de middelbare leeftijd 
55-65 de vroege ouderdom
65 en ouder - de ouderdom 



Slide 1 - Tekstslide

Vragen? 

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Baby

Slide 7 - Woordweb

Elke fase wordt aan de hand van de volgende drie peilers behandeld: 
1. motorische ontwikkeling 
2. cognitieve ontwikkeling
3. sociaal affectieve ontwikkeling 

Slide 8 - Tekstslide

Bewegen bij de baby gebeurt in de eerste instantie reflexmatig, onder welke invalshoek valt deze ontwikkeling?
A
Motorische ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Sociaal/affectieve ontwikkeling
D
Alle antwoorden zijn fout.

Slide 9 - Quizvraag

Door te herhalen, ervaren en imiteren leert de baby, dit valt onder de:
A
Motorische ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Sociaal/affectieve ontwikkeling
D
Alle antwoorden zijn fout.

Slide 10 - Quizvraag

De hechting aan een stabiele, betrouwbare verzorger is belangrijk voor de .....................van de baby
A
Motorische ontwikkeling
B
Cognitieve ontwikkeling
C
Sociaal/affectieve ontwikkeling
D
Alle antwoorden zijn goed.

Slide 11 - Quizvraag

Inleiding Baby 
De fase voor het jonge kind begint bij de geboorte en eindigt wanneer het kind vier jaar is. Deze periode is grofweg op te delen in twee fasen: 

- 0-18 maanden
- 18 maanden tot vier jaar. 

Slide 12 - Tekstslide

Het prille begin 
Het kind ontwikkeld zich van een klompje cellen tot een echte baby. Uit onderzoek blijkt dat de foetus in de baarmoeder al reageerd op allerlei prikkels van buitenaf. 
Een foetus van 24 weken is al zelf in staat om te horen, zien en proeven. Alle reacties dragen dan al bij aan de sociaal-emotionele ontwikkeling. 

Slide 13 - Tekstslide

Lichamelijke ontwikkeling baby: 
Lichamelijke groei: 
Lichaamsverhoudingen worden normaler.
Motorische ontwikkeling: 
van reflexmatig naar zelfstandig lopen en pakken. 
Zintuigelijke ontwikkeling: 
Alle zintuigen ontwikkelen zich.

Slide 14 - Tekstslide

Lichamelijke groei:
Lichaamsverhoudingen worden normaler en: 
  • Voeding erg belangrijk 
  • Tanden komen door (daarna kiesjes) 
  •  Opening hoofd sluit 
  •  Groeien tijdens de slaap 

Slide 15 - Tekstslide

Motorische ontwikkeling:
Van reflexmatig naar zelfstandig lopen en pakken
  • Leert veel in het eerste anderhalf jaar
  • Bewegen gebeurt reflexmatig (automatisch reageren) 
  • Onderlinge verschillen zijn erg groot in ontwikkeling

Slide 16 - Tekstslide

Zintuigelijke ontwikkeling: 
Alle zintuigen ontwikkelen zich
  • Al voor de geboorte, maar loopt nog door
  • Geur en geluid erg belangrijk
  • Mond belangrijk bij ontwikkelen tastzin

Slide 17 - Tekstslide

Cognitieve ontwikkeling baby:
  • door rijping en door leren
  • ervaren, herhalen, imiteren
  • leren via de tast (vooral de mond) 
  • taal: van geluidjes naar tweewoordzinnen

Slide 18 - Tekstslide

Bij het leren wordt onderscheid gemaakt in 3 manieren van dingen onder de knie krijgen:

 
  • Ervaringsleren: leren door zelf te doen
  • Herhalingsleren: leren door iets vele malen te                 oefenen
  •     Imiterend leren: leren door voordoen en nadoen

Slide 19 - Tekstslide

Sociaal- affectieve ontwikkeling baby: 
  • van allermandsvriend naar eenkennigheid 
  • hechting aan stabiele, betrouwbare verzorger 
  • ontwikkeling eigen persoonlijkheid 
  • contact met baby's en lichaamstaal
  • zintuigelijk genot 

Slide 20 - Tekstslide

Huiswerk
MAAK DE OPDRACHT IN OPDRACHTEN IN TEAMS

Slide 21 - Tekstslide