2.vwo.U3.ex 16 adjectif qualificatif bijv nw

Stappenplan adjectif
  1. Staat het adjectif wat je nodig hebt voor of na het zelfst.nmw.?
  2. Wat is het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort?
  3. Is het zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk?
  4. Is het zelfstandig naamwoord enkelvoud of meervoud?
  5. Maak de goede vorm van het adjectif.
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 39 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Stappenplan adjectif
  1. Staat het adjectif wat je nodig hebt voor of na het zelfst.nmw.?
  2. Wat is het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort?
  3. Is het zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk?
  4. Is het zelfstandig naamwoord enkelvoud of meervoud?
  5. Maak de goede vorm van het adjectif.

Slide 1 - Tekstslide

vieux                 vieille       >  mannelijk + klinker    vieil
nouveau          nouvelle >   nouvel

Slide 2 - Tekstslide

L'adjectif qualificatif
Het bijvoeglijk naamwoord

Slide 3 - Tekstslide

Bijvoeglijk nw - Vorm
le pantalon vert
la jupe verte
les pantalons verts
les jupes vertes
mannelijk ev
-
vrouwelijk ev
-e
mannelijk mv
-s
vrouwelijk mv
-es

Slide 4 - Tekstslide

mannelijk
vrouwelijk
italiaans
italien
italienne
goed/lekker
bon
bonne
trots
fier
fière
sportief
sportif
sportive
gelukkig
heureux
heureuse
gek
fou
folle
Het bijvoeglijk naamwoord - vrouwelijk t.o.v. mannelijk 

Slide 5 - Tekstslide

mannelijk
vrouwelijk
Mooi/knap
beau/bel
belle
Lang
long
longue
Nieuw
nouveau/
nouvel
nouvelle
Oud
vieux/vieil
vieille
Dik
gros
grosse
Wit
blanc
blanche
Het bijvoeglijk naamwoord - bijzondere vormen enkelvoud

Slide 6 - Tekstslide

mannelijk
vrouwelijk
Mooi/knap
beaux
belles
Lang
longs
longues
Nieuw
nouveaux
nouvelles
Oud
vieux
vieilles
Dik
gros
grosses
Wit
blancs
blanches
Het bijvoeglijk naamwoord - bijzondere vormen meervoud

Slide 7 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord: Leren als regel!

Slide 8 - Tekstslide

Bijvoeglijk naamwoord/
l'adjectif


Wat weten jullie nog?


Slide 9 - Tekstslide

mannelijk
vrouwelijk
geel
jaune
jaune
rood
rouge
rouge
jong
jeune
jeune
Het bijvoeglijk naamwoord - wanneer mannelijk = vrouwelijk 

Slide 10 - Tekstslide

Plaats van het bijv. nw.
In het Frans komt het bijv. nw. standaard na het zelfstandig naamwoord (bijvoorbeeld: le chat gris), behalve bij onderstaande vormen.
Daar staan ze vóór het zelfst. nw.

bon (goed), beau (mooi), grand (groot), nouveau (nieuw), petit (klein), vieux (oud), jeune (jong) premier (eerste), dernier (laatste), joli (mooi), mauvais (slecht), long (lang)

Dus: le grand frère, la petite soeur, maar la soeur adorable en le frère sportif

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Het rijmpje van het bijv. nw
(mnl ev)
Beau - Bon - Joli
Haut - Long - Petit
Jeune - Grand - Gros
Vieux - Mauvais - Nouveau
er zijn nog een paar andere woorden
(Premier - dernier - autre)

Slide 13 - Tekstslide

Les adjectifs
1. Une............... dame.................. ( oud) => une vieille dame
2. Une................chanson..............( mooi)=> une belle chanson
3. Un.................voyage ..................( lang)=> un long voyage 
4. Une...............histoire..................( ennuyeux) => une histoire ennuyeuse
5. Une.................maison..................( blanc)=> une maison blanche
6. Un................chemin..................( dangereux) => un chemin dangereux
7. une................idée.........................( bon) => une bonne idée
8. les.................chaussures...............( bleu) => les chaussures bleues
9. une...............actrice ......................( américain) => une actrice américaine
10. une...........prof.....................( gentil)=> une prof gentille

Slide 14 - Tekstslide

2V

Slide 15 - Tekstslide

2V

Slide 16 - Tekstslide

2V
jaloux                 jalouse
malheureux    malheureuse
délicieux          délicieuse
douloureux     douloureuse

voir  > vu
bon  bone
bon > onne    bonne  
italienne

Slide 17 - Tekstslide

2V

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

2V
0

Slide 20 - Tekstslide

2V

Slide 21 - Tekstslide

A2A         à noter  dans ton cahier

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Écouter 
  • Luistervaardigheid / Luva / Écouter 
  • ex 9,11,12,13,14

Je kunt Franse tot in detail  gesprekken verstaan

Slide 24 - Tekstslide

Slide 25 - Link

Unité 3: C'est qui ? C'est quoi ?


Slide 26 - Tekstslide

Portable dans le sac, s'il te plaît

Slide 27 - Tekstslide

Bienvenue!
Le jour de la Saint-Valentin 

- Aan het eind van deze les kan je jouw ideale partner beschrijven: haren, ogen, lengte en karakter.

Slide 28 - Tekstslide

V2J ~ français ~ 12-02-2021

Le saviez-vous?

Valentijnsdag heet in Frankrijk La Saint-Valentin. Dit wordt gevierd op 14 februari en is het moment om je (geheime) liefde te verrassen met bloemen, chocola of een kaart.
Je t’aime! Je t’adore! Je suis amoureux/amoureuse de toi!
Tu es mon Valentin! Tu es ma Valentine!

Slide 29 - Tekstslide

A2A  le 14 février
 Buts :    Je kunt het onderwerp v/e gesprek herkennen, waarin iets wordt
                 beschreven ( appr.4 )
     Quoi faire?                           
1. Duo MO: appr. 4
2. Appr. 5 Révision Théorie page 131+132
3. Luva : Coralie Prononciation 
4. luva.  ex 11
5. luva. ex 12 les yeux fermés






Slide 30 - Tekstslide

G2A      à noter  dans ton cahier
le choix > choisir  j'ai choisi    de keuze - kiezen - ik heb gekozen
l'affiche > afficher de poster / het affiche - ophangen
le répondeur > répondre >  het antwoordapparaat - antwoorden
prendre  -  comprendre   ( begrijpen) -apprendre (leren)
je prends  tu  comprends  tu  apprends
zij leren = apprennent           
pris               compris                                       appris 

Slide 31 - Tekstslide

A2A  le 7 février
Plan du cours:
les buts : Ik ken de vervoeging van het werkwoord mettre en prendre.
Ik kan het werkwoord mettre toepassen in zinnen.
Ik ken de verschillende betekenissen van mettre (contexten)
1.ex 8E nakijken + verbe mettre   leren apprendre 3  mettre blz 94
2.ex 8A klassikaal
3. ex 8B,8C zelfstandig: Je kunt de zinnen óók F-N vertalen!
4. ex 8D lees goed de  instructie.




Slide 32 - Tekstslide

Unité 3: C'est qui ? C'est quoi ?
plan du cours 

Slide 33 - Tekstslide

on parle...
1. Quelle est ta série(film) préférée, pourquoi?
2. donne un résumé de ta série préférée
3. Quand tu étais un(e) acteur/-trice, quel (type de) rôle aimerais-tu jouer? Explique.
4. Parle avec ton camerade de classe des films français. Vous avez encore des conseils pour tes camerades de classe?

Slide 34 - Tekstslide

regardez la vidéo

Slide 35 - Tekstslide

Voilà qui je suis :)
On écoute une chanson
Écris les mots que tu connais
On cherche des informations sur Barbara Pravi:
-Qui?
-Quoi?
-Où?
-Quand?
-Comment?
On présente!












Slide 36 - Tekstslide

Slide 37 - Tekstslide

Barbara Pravi
Er wordt over Barbara Pravi gezegd dat zij zingt op dezelfde theatrale manier als Edith Piaf.

Edith Piaf staat bekend als een van de grootste zangeressen die Frankrijk ooit gekend heeft. Ze was wereldberoemd, er is een museum over haar leven en er zijn verschillende films en documentaires over haar gemaakt. 
Kijk en luister naar een deel van de volgende twee video's

Slide 38 - Tekstslide

"Voilà" par Barbara Pravi
Zangeres Barbara Pravi vertegenwoordigt Frankrijk deze keer op het Eurovisiesongfestival in Rotterdam. 
Haar liedje Voilà doet sterk denken aan een chanson van Edith Piaf of Jacques Brel. 
Opvallend: theatrale gestes, kapsel


Slide 39 - Tekstslide