Herhaling verpleegtechnisch handelen thema 1 en 2

Herhaling VTHT thema 1 en 2
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
VTHMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Herhaling VTHT thema 1 en 2

Slide 1 - Tekstslide

Medicijnen met een causale werking pakken de oorzaak van de ziekte aan?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 2 - Quizvraag

Welk medicijn wordt
hier afgebeeld?
A
capsules
B
dragees
C
bruistablet
D
placebo

Slide 3 - Quizvraag

Wie schrijft medicatie voor?
A
Verpleegkundige
B
Arts
C
Homeopaat
D
Apotheker assistent

Slide 4 - Quizvraag

Een profylactische werking betekent dat je tekorten aanvult (bijv. ijzerpreparaat)
A
Waar
B
Niet waar

Slide 5 - Quizvraag

Waar staat het MIC formulier voor?
A
Mogelijkheden incidenten cliënten
B
Mogelijkheid informatie cliënten
C
Melding incidenten cliënten
D
Melding informatie cliënten

Slide 6 - Quizvraag

Noem 4 verschijningsvormen van medicatie.

Slide 7 - Open vraag

Voorbehouden handeling

Slide 8 - Woordweb

Als je bevoegd bent, ben je ook bekwaam.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 9 - Quizvraag

De handelsnaam verwijst naar de werkzame stof.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 10 - Quizvraag

Noem 4 bijwerkingen die kunnen optreden na het innemen van medicatie.

Slide 11 - Open vraag

Gewenning?

Slide 12 - Woordweb

Sublinguaal?

Slide 13 - Woordweb

Therapietrouw?

Slide 14 - Woordweb

Welke 5 controles voer je uit voor je medicijnen geeft aan een cliënt?

Slide 15 - Open vraag

Wat is het verschil tussen enteraal en parenteraal?

Slide 16 - Open vraag

5 manieren om medicatie toe te dienen?

Slide 17 - Woordweb

Inhalatietherapie?

Slide 18 - Woordweb

Een injectie in de spier noemt men:
A
Subcutane injectie
B
Intracutane injectie
C
Intraveneuze injectie
D
Intramusculaire injectie

Slide 19 - Quizvraag

Noem 3 manieren om medicatie te bewaren.

Slide 20 - Open vraag