Medicijngebruik
1 / 32
Lesduur is: 60 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Hoe wordt geneesmiddelenleer ook wel genoemd?
Slide 2 - Open vraag
Slide 3 - Tekstslide
Een profylactische werking betekent dat je tekorten aanvult (bijv. ijzerpreparaat)
A
Juist
B
Onjuist
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Een placebo is een middel wat er wel uitziet als een geneesmiddel, maar geen werkzame stof bevat.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 7 - Quizvraag
Wat staat er op een recept?
Slide 8 - Woordweb
Slide 9 - Tekstslide
Soorten medicijnen
Slide 10 - Woordweb
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Slide 13 - Tekstslide
Slide 14 - Tekstslide
Medicijnen met een verlengde werking hebben vaak 'retard' erachter staan
A
juist
B
onjuist
Slide 15 - Quizvraag
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Slide 18 - Tekstslide
Wat moet je als vpk weten
Slide 19 - Woordweb
Slide 20 - Tekstslide
Regel van 5
Slide 21 - Woordweb
Slide 22 - Tekstslide
Medicijnen uitzetten, betekent dat je de medicijnen klaarzet.
A
Juist
B
Onjuist
Slide 23 - Quizvraag
Maak een foto van een baxterrol
Slide 24 - Open vraag
Parenteraal
Enteraal
Via het maagdarmkanaal
Buiten het maagdarmkanaal om
Injectie
Tablet
Slide 25 - Sleepvraag
Slide 26 - Tekstslide
Slide 27 - Tekstslide
Slide 28 - Tekstslide
Wat is de juiste volgorde bij inhalatie
A
Onstekingsremmer - luchtwegverwijder
B
luchtwegverwijder - onstekingsremmer
Slide 29 - Quizvraag
Slide 30 - Tekstslide
Voordeel van een voorzetkamer is dat de zv langer de tijd heeft om te inhaleren
A
juist
B
onjuist
