Anatomie M6 H1 Voedingsstoffen

Voedingsstoffen
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Voedingsstoffen

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoelen
Ik kan de zes verschillende voedingsstoffen benoemen en kort beschrijven wat de functie van deze voedingsstof  (brandstof, bouwstof, hulpstof) voor de mens zijn.
Ik kan uitleggen hoe suikers, vetten en eiwitten tijdens de spijsvertering wordt afgebroken.
Ik kan uitleggen wat het verschil tussen essentiële en niet-essentiële aminozuren zijn.
Ik kan uitleggen wat het belang van water, sporenelementen en vitaminen voor het lichaam zijn.
Ik kan uitleggen wat waterbalans in het lichaam inhoudt.

Slide 2 - Tekstslide

Voordat we beginnen...
- les van 4 april wordt eenmalig 3 april ->zie outlook
- Toets en snijpracticum -> eerste week blok 4

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Video

Wat is vertering?

Slide 5 - Woordweb

Welke combinaties kloppen?
A
Lipiden = mineralen Vetten = proteïnen
B
Zouten = Koolhydraten Eiwitten = proteïnen
C
Vetten = proteïnen Suikers = koolhydraten
D
Eiwitten = proteïnen Vetten = lipiden

Slide 6 - Quizvraag

Suikers 
Enkelvoudige
Tweevoudige
Meervoudige

Slide 7 - Tekstslide

Enkelvoudige suikers
Tweevoudige suikers
Meervoudige suikers
glucose
fructose
Maltose
Lactose
sacharose
zetmeel
cellulose
glycogeen

Slide 8 - Sleepvraag

Wat doet amylase?

Slide 9 - Open vraag

Wat is de belangrijkste functie van vetten?

Slide 10 - Open vraag

Lipiden = vetten
Bouwstof
Brandstof
Te veel vet > opgeslagen als energiereserve
Dient als isolatiemateriaal en stootkussens
Vervoeren van vitaminen

Slide 11 - Tekstslide

Vetten worden afgebroken in
A
Mondholte
B
Darmkanaal
C
Maag
D
Dikke darm

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn proteïnen?
A
Vitamines
B
Sporenelementen
C
Eiwitten
D
Voedingsvezels

Slide 13 - Quizvraag

Eiwitten 
*= ketens van gekoppelde aminozuren
*Er zijn 20 verschillende aminozuren > zo bestaan er honderdduizenden verschillende eiwitten.
*Kunnen niet opgeslagen worden in het lichaam
*Belangrijk voor alle activiteiten en functies in het lichaam

Slide 14 - Tekstslide

Eiwitten
functies:

  • bouwstof
  • chemische omzetting
  • transport stoffen
  • informatie transport
  • spierwerking
  • bescherming
  • energiebron

Slide 15 - Tekstslide

Het lichaam heeft een reserve aan eiwitten opgeslagen in de darmen.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Afbraak eiwitten
Eiwitten worden afgebroken tot aminozuren door proteasen.
Proteasen, zoals pepsinen en tripsine, breken de peptideverbinding tussen de aminozuren

Slide 17 - Tekstslide

Mineralen
Zouten

Sporenelementen


Slide 18 - Tekstslide

Belangrijkste functies
van zouten...

Slide 19 - Woordweb

Zouten
* Oplosbaar in water
*Handhaving osmotische waarde
* Zuurgraad bloed
* bouw van weefsels (botweefsel en hemoglobine)

Slide 20 - Tekstslide

Sporenelementen
Fluor > in tandglazuur
Jodium > in schildklierhormoon
* gebruikt in bouw van hormonen, vitaminen en enzymen

Slide 21 - Tekstslide

Vitaminen
  • in water oplosbaar

  • in vetten oplosbaar

Slide 22 - Tekstslide

Water
functies

  • bouwstof

  • oplosmiddel

  •  transportmiddel

  • warmtebuffer

  • vochtbalans

Slide 23 - Tekstslide

Hoeveel liter water moet je per dag drinken? En waarom?

Slide 24 - Open vraag

Voedingsstoffen

Slide 25 - Tekstslide