Waar of niet waar. In alle groene delen van een plant kan fotosynthese plaats vinden?
A
Waar
B
niet waar
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4
In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Waar of niet waar. In alle groene delen van een plant kan fotosynthese plaats vinden?
A
Waar
B
niet waar
Slide 1 - Quizvraag
Kan er fotosynthese plaats vinden in cellen zonder bladgroenkorrels?
A
Ja
B
Nee
Slide 2 - Quizvraag
In cellen van welk organisme kan fotosynthese plaats vinden?
A
een mens
B
een slang
C
een boom
D
een paddenstoel
Slide 3 - Quizvraag
Waar of niet waar. Bij de fotosynthese in planten ontstaat glucose.
A
waar
B
niet waar
Slide 4 - Quizvraag
Bij de fotosynthese in planten wordt water verbruikt.
A
waar
B
niet waar
Slide 5 - Quizvraag
Fotosynthese kan zowel overdag als s' nachts plaats vinden.
A
waar
B
niet waar
Slide 6 - Quizvraag
Kan er fotosynthese plaats vinden in cel P of in cel Q?
A
Alleen in cel P
B
Alleen in cel Q
Slide 7 - Quizvraag
Twee processen in een plant zijn: 1 . glucose wordt gevormd uit onder andere koolstofdioxide 2. glucose wordt omgezet in onder andere koolstofdioxide Welke van deze twee processen vindt plaats in de wortels van een plant?
A
proces 1
B
proces 2
C
processen 1 en 2
Slide 8 - Quizvraag
Twee processen in een plant zijn: 1 . glucose wordt gevormd uit onder andere koolstofdioxide 2. glucose wordt omgezet in onder andere koolstofdioxide Welke van deze twee processen vindt plaats in de bladeren van een plant (overdag)?
A
proces 1
B
proces 2
C
proces 1 en 2
Slide 9 - Quizvraag
Bij de verbranding in organisme wordt zuurstof verbruikt.
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quizvraag
In de cellen van welke organisme vindt er verbranding plaats?
A
mens en slang
B
planten en bomen
C
een paddenstoel
D
in mensen, slangen, planten, bomen en paddenstoelen.
Slide 11 - Quizvraag
Waar of niet waar. Verbranding in cellen vindt voortdurend plaats.
A
waar
B
niet waar
Slide 12 - Quizvraag
koolhydraten, vetten, eiwitten, cellulose, zetmeel, glocuse zijn anorganische stoffen.
A
waar
B
niet waar
Slide 13 - Quizvraag
waar of niet waar. Organische stoffen zijn energierijk
A
waar
B
niet waar
Slide 14 - Quizvraag
Organisme bestaan uit organische stoffen en anorganische stoffen.
A
waar
B
niet waar
Slide 15 - Quizvraag
De vaatbundels van een plant bestaan uit houtvaten en bastvaten. De houtenvaten vervoeren ...
A
water en energierijke stoffen
B
water en opgeloste mineralen
Slide 16 - Quizvraag
Waar in de plant komen vaatbundels voor?
A
Alleen in de stengels
B
Alleen in de wortels en in de stengels
C
Alleen in de stengels en in de bladeren
D
In de wortels, in de stengels en in de bladeren en bloemen
Slide 17 - Quizvraag
Wat is de stroomrichting van een houtvat?
A
Van boven naar beneden.
B
Van beneden naar boven.
C
Zowel van boven naar beneden als van beneden naar boven.
D
Verschillend per houtvat.
Slide 18 - Quizvraag
Je ziet hier een dwarsdoorsnede van een blad.
Welk type vaatbundels zijn in deze tekening blauw gekleurd?