Lezen - Argumenteren 2

• Nederlands
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 3

Argumenteren 2

Wat gaan we doen?

- Uitleg +/- 10 min

- Zelfstandig werken +/- 30 min

- Nakijken +/- 15 min

- Lesafsluiting +/- 5 min

Wat ga je leren?

- Na de les herken je tegenargumenten

- Na de les herken je weerleggingen

Argumenteren

Bedenk een stelling en schrijf deze op in je schrift. 

Hoe overtuig je iemand?

Bedenk een passend argument bij jouw stelling.

Tegenargument

Om een standpunt van iemand of van de lezer te ontkrachten, bedenk je een tegenargument. 

Wat zou een tegenargument kunnen zijn bij jouw stelling?

Een tegenargument herken je aan signaalwoorden. 

Weerlegging

Als je kunt aantonen dat de argumenten van je tegenstanders niet kloppen, dan kun je deze weerleggen. 

Je herkent weerleggingen aan signaalwoorden die een tegenstellend verband aanbrengen: tegenover, maar, hoewel, aan de ene kant, ondanks dat etc. 

Vragen?

Maak opdracht 2a, b en c.