Procenten 3.4 t/m 3.8

Procenten
3.4 t/m 3.8
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Procenten
3.4 t/m 3.8

Slide 1 - Tekstslide

Het totaal uitrekenen
Als je weet hoe groot een deel is en welk percentage daarbij hoort, 
kun je het totaal uitrekenen
Dit doe je door eerst 1% uit te rekenen en dan vermenigvuldig je dit met 100.


31%
1%
100%
325,5
antwoord

Slide 2 - Tekstslide

Sam koopt voor €57,- een broek met 24% korting. Hoeveel kost de broek zonder korting?
Schrijf de berekening en antwoord op en maak een foto. Upload de foto.
antwoord

Slide 3 - Open vraag

De fruitsalade bevat 69 g mango.
Hoeveel gram fruit zit er in totaal
in de verpakking?
A
115
B
260
C
230
D
130

Slide 4 - Quizvraag

Procentuele toename of afname
Ook bij procentuele toename kun je het oude totaal uitrekenen. Je hebt hiervoor de toename in procenten en het nieuwe totaal nodig.

Formule voor stijging of daling is:
NIEUW - OUD 
   OUD                   x 100 = ........  %

Slide 5 - Tekstslide

antwoord

Slide 6 - Tekstslide

antwoord

Slide 7 - Tekstslide

Eva koopt de bbq voor € 165,50. Wat kostte de bbq eerst?
Welke info heb je?

Maak de berekening met antwoord.
antwoord

Slide 8 - Tekstslide

Toegepast rekenen
Als je rekent met afname of toename in procenten moet je eerst bedenken wat je gaat berekenen. Dit kunnen de volgende 4 dingen zijn:

1. de afname
2. de toename
3. het nieuwe totaal
4. het oude totaal

Als je dit weet kun je de juiste formule/berekenwijze toepassen.

Slide 9 - Tekstslide

Ilse koopt de ski's met stokken.
Hoeveel moet ze betalen?
A
156
B
152
C
165
D
162

Slide 10 - Quizvraag

Aan de slag!!
Stuur je printscreen naar:

t.krus@rijnijssel.nl

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide