feit en mening

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Vandaag
Voorlezen
Verschil tussen feit en mening.
Korte tekst waaruit je feiten en meningen  moet halen en tekstverbanden.
Digitaal oefenen (als dat lukt...)
Afsluiten met quiz in laatste 10 minuten.

Slide 2 - Tekstslide

Beantwoord individueel de drie onderstaande vragen:
1. Wat wordt bedoeld met een tekstverband?
2. Waarom gebruik je tekstverbanden?
3. Hoe herken je tekstverbanden?

Slide 3 - Tekstslide

concluderend tekstverband=eindoordeel meestal in het slot
dus, daarom, kortom, concluderend, dat houdt in, al met al
redengevend tekstverband= waarom iemand iets doet of vindt
dus, daarom, omdat, want, de reden is, hiervoor, dankzij
oorzakelijk tekstverband= waardoor is iets gebeurd/ gekomen
doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is, dus, dankzij
1. Zij heeft jarenlang gitaar gespeeld dus ze wil nu naar het conservatorium.

2. Er is vanavond een wedstrijd in de Johan Cruyffarena, daardoor kan het drukker zijn op de weg.

3. Johan heeft ruimte gemaakt in de schuur want hij gaat hem opknappen.
Tekstverbanden
vergelijkend tekstverband= welke overeenkomst hebben dingen wel of niet.
zoals, net als, in vergelijking net, evenals, meer.... dan

Slide 4 - Tekstslide

doel-middel tekstverband= je wil een bepaald doel bereiken maar hoe?
met behulp van, opdat, zodat, om te, door middel van
voorwaardelijk tekstverband= je moet eerst aan een voorwaarde voldoen voor er iets gebeurt.
als...dan, indien, tenzij, wanneer, mits
samenvattend tekstverband= je doet dat vaak in het slot
kortom, samengevat, met andere woorden, al met al
1. Als jij alles voor mij inpakt, koop ik iets lekkers voor je.

2. Hij volgt een cursus Engels om in het buitenland te kunnen werken.

3. Ik trok de hele dag met die kleine kinderen op, hoewel ik doodmoe was.
Tekstverbanden
toegevend tekstverband=je geeft een andere kant van de zaak aan
weliswaar, hoewel, ook al, desondanks, niettemin

Slide 5 - Tekstslide

Mijn broertje eet graag pannenkoeken, pizza's en hamburgers. Tekstverband?
A
middel/doel
B
tegenstelling
C
voorwaarde
D
opsomming

Slide 6 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband tijdsvolgorde?
A
ten eerste
B
toen
C
al met al
D
om te beginnen

Slide 7 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort NIET bij het tekstverband vergelijking?
A
zoals
B
zodat
C
evenals
D
net als

Slide 8 - Quizvraag

Welk signaalwoord hoort bij het tekstverband redengevend?
A
omdat
B
eerst
C
toch
D
waarmee

Slide 9 - Quizvraag

Welk tekstverband gebruik je om dingen achterelkaar op te noemen?
A
concluderend tekstverband
B
uitleggend tekstverband
C
opsommend tekstverband
D
tijdsvolgorde

Slide 10 - Quizvraag

Hij is even groot als ik.
tekstverband?
A
signaalwoord: als tekstverband: uitleggend
B
signaalwoord: als tekstverband: vergelijking
C
signaalwoord: als tekstverband: doel - middel
D
signaalwoord: als tekstverband: samenvattend

Slide 11 - Quizvraag

Omdat het glad is, ga ik lopend naar school. Tekstverband?
A
doel-middel
B
tegenstelling
C
opsomming
D
redengevend

Slide 12 - Quizvraag

Feit of mening?
  • Polen betalen geen belasting. Feit of mening? Hoe weet je dat?
  • Onze premier is onbetrouwbaar. Feit of mening? Hoe weet je dat?

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

1.La La Land is een moderne zang- en dansfilm. Bij de Oscaruitreiking kreeg de film maar liefst zes prijzen van de jury. Ik vind dat terecht, want La La Land is echt heel mooi.
2.Ten eerste zijn de hoofdrolspelers geweldig gekozen. Het zijn twee jonge filmsterren naar wie je eindeloos blijft kijken. Ze wandelen en dansen door Los Angeles en spelen levensecht hoe verliefd ze op elkaar zijn en hoe ze dromen van een carrière.
3.Verder is de muziek fantastisch. De film zit vol met nummers die je laten swingen in je stoel. Het thema, de steeds terugkerende melodie, is ook al zo bijzonder en roept veel emoties op.
Waar ik zo van genoten heb, zijn de dansnummers. Die worden ontzettend goed uitgevoerd. Neem het openingsnummer: een gigantische file op een snelweg verandert in een flitsende show wanneer tientallen passagiers uitstappen en beginnen te dansen en te zingen over hun dromen.


Zoek 3 feiten en 3 meningen.
Zoek in alinea 2 en 3 signaalwoorden en bedenk wat ze voor verband aangeven in de tekst.
Wat is tekstdoel en tekstvorm van deze tekst?


Slide 15 - Tekstslide

1.La La Land is een moderne zang- en dansfilm. Bij de Oscaruitreiking kreeg de film maar liefst zes prijzen van de jury. Ik vind dat terecht, want La La Land is echt heel mooi.
2.Ten eerste zijn de hoofdrolspelers geweldig gekozen. Het zijn twee jonge filmsterren naar wie je eindeloos blijft kijken. Ze wandelen en dansen door Los Angeles en spelen levensecht hoe verliefd ze op elkaar zijn en hoe ze dromen van een carrière.
3.Verder is de muziek fantastisch. De film zit vol met nummers die je laten swingen in je stoel. Het thema, de steeds terugkerende melodie, is ook al zo bijzonder en roept veel emoties op.
Waar ik zo van genoten heb, zijn de dansnummers. Die worden ontzettend goed uitgevoerd. Neem het openingsnummer: een gigantische file op een snelweg verandert in een flitsende show wanneer tientallen passagiers uitstappen en beginnen te dansen en te zingen over hun dromen.


Zoek 3 feiten en 3 meningen.
Zoek in alinea 2 en 3 signaalwoorden en bedenk wat ze voor verband aangeven in de tekst.
Wat is tekstdoel en tekstvorm van deze tekst?


Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Video

concluderend tekstverband=eindoordeel meestal in het slot
dus, daarom, kortom, concluderend, dat houdt in, al met al
redengevend tekstverband= waarom iemand iets doet of vindt
dus, daarom, omdat, want, de reden is, hiervoor, dankzij
oorzakelijk tekstverband= waardoor is iets gebeurd/ gekomen
doordat, daardoor, als gevolg van, het gevolg is, dus, dankzij
1. Zij heeft jarenlang gitaar gespeeld dus ze wil nu naar het conservatorium.

2. Er is vanavond een wedstrijd in de Johan Cruyffarena, daardoor kan het drukker zijn op de weg.

3. Johan heeft ruimte gemaakt in de schuur want hij gaat hem opknappen.
Tekstverbanden
vergelijkend tekstverband= welke overeenkomst hebben dingen wel of niet.
zoals, net als, in vergelijking net, evenals, meer.... dan

Slide 18 - Tekstslide

doel-middel tekstverband= je wil een bepaald doel bereiken maar hoe?
met behulp van, opdat, zodat, om te, door middel van
voorwaardelijk tekstverband= je moet eerst aan een voorwaarde voldoen voor er iets gebeurt.
als...dan, indien, tenzij, wanneer, mits
samenvattend tekstverband= je doet dat vaak in het slot
kortom, samengevat, met andere woorden, al met al
1. Als jij alles voor mij inpakt, koop ik iets lekkers voor je.

2. Hij volgt een cursus Engels om in het buitenland te kunnen werken.

3. Ik trok de hele dag met die kleine kinderen op, hoewel ik doodmoe was.
Tekstverbanden
toegevend tekstverband=je geeft een andere kant van de zaak aan
weliswaar, hoewel, ook al, desondanks, niettemin

Slide 19 - Tekstslide

Digitaal
Oefenen via Nieuw Nederlands
Groene kolom links.
Hoofdstuk 4-Feiten en meningen-opdracht 2.
Lees de tekst en maak de vragen.
Lukt dit niet: Open ebook NN.
Bestudeer de theorie op blz. 72 en op blz. 102. 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Slide 22 - Link