Logistiek van een ei

1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
voeding en gezondheidMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Productieketen
  1. Producent =  Iemand die producten maakt of voortbrengt
  2. Afnemer = Iemand die een product koopt van een andere schakel in de productieketen
  3. Consument = Iemand die iets koopt of verbruikt

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen
Ik kan de schakels van verschillende productieketens laten zien.

Ik kan voorbeelden geven van de functie van deze schakels.          

Ik kan onderzoek doen naar de productieketen van een ei.              

Ik kan uitleggen hoe een barcode is opgebouwd.                                       
                            

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Productieketen van thee

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

productieketen & vestigingsplaatsvoordelen 

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de juiste volgorde van de productieketen?
A
fokkerij, detailhandel, slachterij, groothandel
B
fokkerij, vermeerderingsbedrijf, slachterij, consument
C
groothandel, slachterij, detailhandel, consument
D
fokkerij, slachterij, groothandel, detailhandel

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe ziet de productieketen eruit van appelsap?
A
Appels schillen, appels raspen/persen, etiketten maken , flessen vullen
B
Appels raspen/persen, flessen vullen, wassen
C
Etiketten plakken, wassen, schillen, persen, vullen
D
Appels schillen, etiketten maken, appels raspen, flessen vullen,

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De hele productieketen is vaak in handen van
A
de overheid van een land
B
MNO's
C
boerenbedrijven

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Logistiek? 
  • Wat is logistiek?
  • Ervaringen?     

Slide 11 - Tekstslide

woordweb

Slide 12 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een boer die aardappelen teelt is een consument
A
waar
B
niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een EAN code betekent?
A
Europese Aanbevolen Naamgeving
B
Europese Artikel Naamgeving
C
Europese Artikel Nummering
D
Europese Aanbevolen Nummering

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een EAN nummer bestaat uit
A
12 cijfers
B
10 cijfers
C
11 cijfers
D
13 cijfers

Slide 15 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De eerste 2 cijfers van de EAN code staan voor het land waar het product vandaan komt
A
waar
B
niet waar

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent inkoopcombinatie?
A
één onderneming uit dezelfde branche die goederen inkoopt
B
Een aantal ondernemingen uit verschillende branches kopen hun goederen gezamenlijk in
C
Een aantal ondernemingen uit dezelfde branche kopen hun goederen gezamenlijk in
D
Een aantal ondernemingen uit dezelfde branche kopen hun goederen apart in

Slide 17 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe lang is een ei houdbaar in de koelkast
A
1week
B
2weken
C
3weken
D
4weken

Slide 18 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

3. Ryan zet pallets met ingekomen goederen op de juiste plek in het magazijn.    
Wat hoort bij elkaar:
1. Bart werkt bij de afdeling financiën bij een groot distributiecentrum. 
2.Noor heeft een bijbaantje op de vleesafdeling in een supermarkt. 
Logistieke functie
Financiële functie 
Primaire functie

Slide 19 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is logistiek?
A
Informatie geven
B
Goederen leveren
C
Weg die artikelen afleggen voordat ze bij de klant terechtkomen
D
Verzameling van alle activiteiten die nodig zijn om de goederenstroom in goede banen te leiden.

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

logistiek:
A
goederen intern en extern verplaatsen
B
controle en opslag van goederen
C
vervoer goederen of personen
D
bijhouden van voorraden

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Logistiek
Hoe omschrijf jij Logistiek?

Welke beroepen zijn er in de logistiek te vinden?


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies