Les 1 gezondheid

Je dieren controleren
Gezondheid en de rol van het personeel
1 / 39
volgende
Slide 1: Tekstslide
WildlifeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 39 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Je dieren controleren
Gezondheid en de rol van het personeel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check in:
Hoeveel vertrouwen heb jij in jezelf om een ziek dier in een vroeg stadium te herkennen?
A
B
C

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Na het volgen van deze les kun je:
  • kenmerken van zieke en gezonde dieren opnoemen
  • de afkortingen SPAR en CRASH uitleggen
  • uitleggen wat "ABCDE" betekent
  • een gezondheidsonderzoek uitvoeren bij verschillende diersoorten
  • de rol van het personeel in dierentuinen met betrekking tot diergezondheidszorg uitleggen

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Om te kunnen vaststellen of een dier ziek is, moet je eerst weten wat de kenmerken van een gezond dier zijn.

Welke van onderstaande kenmerken horen bij een ZIEK dier volgens jou?
(vraag 1/4)
A
Prut in de ogen, stinkende oren en snotterige neus
B
Soepele, ongestoorde beweging
C
Verhoogde temperatuur, versnelde hartslag en ademhalingsfrequentie
D
Levendige indruk

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om te kunnen vaststellen of een dier ziek is, moet je eerst weten wat de kenmerken van een gezond dier zijn.

Welke van onderstaande kenmerken horen bij een ZIEK dier volgens jou?
(vraag 2/4)
A
Vermagerd, waarbij ribben soms duidelijk uitsteken; verminderde eetlust
B
Doffe, droge vacht die er rommelig uitziet; het verenpak is opstaand
C
Schone ogen, oren en neus
D
Fiere verschijning

Slide 5 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om te kunnen vaststellen of een dier ziek is, moet je eerst weten wat de kenmerken van een gezond dier zijn.

Welke van onderstaande kenmerken horen bij een ZIEK dier volgens jou?
(vraag 3/4)
A
Kreupel, stram, stijf
B
Normale temperatuur, pols en ademhalingsfrequentie
C
Slome, suffe indruk, soms slaperig
D
Weldoorvoed: goede eetlust

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Om te kunnen vaststellen of een dier ziek is, moet je eerst weten wat de kenmerken van een gezond dier zijn.

Welke van onderstaande kenmerken horen bij een ZIEK dier volgens jou?
(vraag 4/4)
A
In elkaar gedoken
B
Ontlasting stevig en gezonde kleur
C
Soepele schone glanzende vacht of verenpak
D
Diarree, soms met slijm en bloed, vaak te zien in de vacht rond de anus

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

"Goede gezondheid"
  • Niet altijd goed zichtbaar of dier ziek is.
  • Soms aanvullend (invasief) onderzoek nodig.
  • Bv uitblijven voortplantingssucces, gewichtsverandering.

  • Lees paragraaf 11.1 uit Zoo Animals, tot je het antwoord hebt gevonden op de volgende vraag: Wat is er minimaal nodig om een goede gezondheid bij dieren in een dierentuin te behouden?

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is er minimaal nodig om een goede gezondheid bij dieren in een dierentuin te behouden?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

"Goede gezondheid"
Lees paragraaf 11.1 uit Zoo Animals, tot je het antwoord hebt gevonden op de volgende vraag: 
1. Wat is er minimaal nodig om een goede gezondheid bij dieren in een dierentuin te behouden?
Regelmatige observaties/ controles bij mensen die betrokken zijn bij de dagelijkse verzorging en voldoende kennis hebben

2. Welke gegevens moeten dierverzorgers nog meer weten over hun dieren (leeftijd en voortplantingssuccessen zijn genoemd)?

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke gegevens moeten dierverzorgers nog meer weten over hun dieren (leeftijd en voortplantingssuccessen zijn genoemd)?

Slide 11 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

"Goede gezondheid"
Lees paragraaf 11.1 uit Zoo Animals, tot je het antwoord hebt gevonden op de volgende vraag: 
1. Wat is er minimaal nodig om een goede gezondheid bij dieren in een dierentuin te behouden?
Regelmatige observaties/ controles bij mensen die betrokken zijn bij de dagelijkse verzorging en voldoende kennis hebben

2. Welke gegevens moeten dierverzorgers nog meer weten over hun dieren (leeftijd en voortplantingssuccessen zijn genoemd)?
- De verzorgers moeten kennis hebben van de diersoort (denk aan leeftijd waarop ze geslachtsrijp worden, hoe lang ze zich kunnen voortplanten)
- Dierverzorgers moeten gedetailleerde informatie hebben over de medische geschiedenis van ieder dier, zodat afwijkingen snel gezien worden.
- Denk ook aan: gewicht, leeftijd, rangorde in de groep, heeft het dier veel/ weinig eetlust, hoe actief het dier is, enz

3. Welke indicatoren worden gebruikt om de gezondheid van een dier in te schatten?

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke indicatoren worden gebruikt om de gezondheid van een dier in te schatten?

Slide 13 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

"Goede gezondheid"
Lees paragraaf 11.1 uit Zoo Animals, tot je het antwoord hebt gevonden op de volgende vraag: 
1. Wat is er minimaal nodig om een goede gezondheid bij dieren in een dierentuin te behouden?
2. Welke gegevens moeten dierverzorgers nog meer weten over hun dieren (leeftijd en voortplantingssuccessen zijn genoemd)?
3. Welke indicatoren worden gebruikt om de gezondheid van een dier in te schatten?
- Verminderde / geen eetlust en drinkbehoefte
- Gedrag wat geassocieerd wordt met “ziekte”
- Veranderingen in mest en urine (uitscheiding)
- Houding en gang (manier van lopen)
- Uiterlijk van huid, vacht/ veren en volledige dier
- Overgeven/ braken
- Pijnsignalen
- Kleur en uiterlijk van slijmvliezen
- Temperatuur, hartslag en ademhaling

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

"Goede gezondheid"
Lees paragraaf 11.1 uit Zoo Animals, tot je het antwoord hebt gevonden op de volgende vraag: 
1. Wat is er minimaal nodig om een goede gezondheid bij dieren in een dierentuin te behouden?
2. Welke gegevens moeten dierverzorgers nog meer weten over hun dieren (leeftijd en voortplantingssuccessen zijn genoemd)?
3. Welke indicatoren worden gebruikt om de gezondheid van een dier in te schatten?
4. Overleg nu met 2-3 klasgenoten voor een diersoort naar keuze hoe je de gezondheid in kunt schatten: wat zie je bij de genoemde indicatoren? Maak hiervan een kort overzicht, evt inclusief ondersteunende afbeeldingen

- Iedereen gaat willekeurig in een breakout room met 2 tot 3 klasgenoten.
- Max 15 minuten, dan haal ik je weer terug!
- Per indicator voorbeelden nabespreken.
- Lijst van indicatoren kan evt in de chat

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitvoeren gezondheidscontrole
EHBD: Eerste hulp bij dieren
Doelen:
-    Redden van het leven van een dier.
-    Lijden van een dier verlichten.
-    Verergering van klachten voorkomen.
-    Herstel van het dier bevorderen.

Regels waar je je aan moet houden:
-    Blijf kalm en let op gevaar voor jezelf, je omgeving en het dier.
-    Ga eerst na wat het dier mankeert (SPAR).
-    Stel daarna pas een behandelplan op.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je begint met het uitvoeren van een spoedonderzoek: SPAR.
Kijk naar de afbeelding, waar staan de letters van SPAR voor denk je?

Slide 17 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitvoeren gezondheidscontrole
  • Slijmvliezen: mond, oog, vagina
       controleren op: kleur, vochtigheid, scheuren of bloedingen
       CRT (capillary refill time) controleren 
  • Pols
       linker of rechter dijbeenslagader (binnenkant liezen)
       controleer of beide kanten even sterk zijn, wat de hartslag is en of de hartslag gelijkmatig is.
  • Ademhaling
       controleren bij flanken
       type  ademhaling: borst-, buik-, borst-buik-, pendelende ademhaling
      opletten op neusvleugels, anusknijpen en afwijkende bijgeluiden.

Slide 18 - Tekstslide

borstademhaling: alleen borstkas beweegt
buikademhaling: alleen buik beweegt
borst-buikademhaling: borst en buik bewegen tegelijkertijd omhoog/ omlaag
pendelende ademhaling: borst omhoog, buik omlaag en borst omlaag, buik omhoog -> toont gescheurd middenrif

Slide 19 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Uitvoeren gezondheidscontrole
  • Slijmvliezen: mond, oog, vagina
       controleren op: kleur, vochtigheid, scheuren of bloedingen
       CRT (capillary refill time) controleren 
  • Pols
       linker of rechter dijbeenslagader (binnenkant liezen)
       controleer of beide kanten even sterk zijn, wat de hartslag is en of de hartslag gelijkmatig is.
  • Ademhaling
       controleren bij flanken
       type  ademhaling: borst-, buik-, borst-buik-, pendelende ademhaling
      opletten op neusvleugels, anusknijpen en afwijkende bijgeluiden.
  • Reflexen: pupil, ooglid, anus, terugtrek reflex

  • Uitkomst SPAR onderzoek bepaalt welke behandeling je gaat geven en of er een spoedgeval is.

Slide 20 - Tekstslide

borstademhaling: alleen borstkas beweegt
buikademhaling: alleen buik beweegt
borst-buikademhaling: borst en buik bewegen tegelijkertijd omhoog/ omlaag
pendelende ademhaling: borst omhoog, buik omlaag en borst omlaag, buik omhoog -> toont gescheurd middenrif
De CRASH-behandeling is het spoedbehandelplan na SPAR. Waar staan de letters CRASH voor denk je?

Slide 21 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitvoeren gezondheidscontrole
  • Circulatie herstellen
      reanimatie starten zodra er geen hartslag lijkt te zijn
  • Respiratie herstellen
       ademweg vrij maken: voorwerpen uit bek, tong opzij.
       beademen
  • Arteriële bloedingen stoppen
      druk uitoefenen op de plek van de bloeding
       inwendige bloeding? -> dierenarts waarschuwen 
  • Shock behandelen
       bleke slijmvliezen, verlengde CRT, koude lichaamseinden, wijde pupillen die in het niets staren
       intraveneus infuus nodig -> dierenarts waarschuwen
  • Hersenverschijnselen behandelen
       bewusteloosheid of epilepsie
       zorgen dat ze zich niet kunnen beschadigen

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een andere manier om spoedonderzoek en spoedbehandeling uit te voeren: ABCDE-protocol. Wat onderzoek en behandel je per letter?

Slide 23 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Uitvoeren gezondheidscontrole
Andere manier om spoedonderzoek en spoedbehandeling uit te voeren: ABCDE-protocol.
  • Airway (ademhalingsstelsel): is de luchtweg vrij?
  • Breathing (ademhaling): controleer de ademhaling en slijmvliezen
  • Circulation (bloedsomloop): pols, CRT controleren en controleren op shock
  • Disabilities (afwijkingen): hersen gerelateerde afwijkingen en reflexen controleren
  • Exposure/ environment (omgeving): kijk naar buitenkant dier en lichaamstemperatuur

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Uitvoeren gezondheidsonderzoek
Erg belangrijk voor een dierverzorger om goed en snel gezondheid in te kunnen schatten!

OPDRACHT
Ga  na deze les een gezondheidsonderzoek uitvoeren bij minimaal 2 diersoorten.:
- 2 verschillende diersoorten, maximaal 1 huisdier, andere soort moet een dier buiten zijn (wild dier, vee)
- Vul per dier zoveel mogelijk onderdelen op het invulformulier gezondheidscontrole in (zie lesmateriaal module)
- noteer bij ieder dier jouw conclusie, deze wordt volgende week besproken!

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

5 minuten pauze

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De rol van het personeel bij diergezondheid
Gezondheid van dieren in de dierentuin/ opvang is de verantwoording van meerdere medewerkers.

Meer informatie is te vinden in §11.3 van Zoo Animals

Slide 27 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke medewerkers zijn verantwoordelijk voor gezondheid dier?

Slide 28 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke medewerkers zijn verantwoordelijk voor de gezondheid van de dieren?
  • Veterinair personeel (dierenarts)
  • Dierverzorgers
  • Voedingsdeskundigen

Slide 29 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke taken vallen onder diergezondheidszorg?

Slide 30 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke taken vallen onder diergezondheidszorg?
  • dieridentificatie en geslachtsbepaling
  • preventieve medicatie en hygiëne
  • het waarnemen van ziekte en afwijkingen
  • voeding en aanbieden aan dieren
  • de behandeling van zieke of gewonde dieren, inclusief fixatie en narcose
  • laten uitvoeren van sectie en dode dieren correct afvoeren
  • managen van voortplanting, inclusief populatiemanagement en fokprogramma's
  • trainen van andere dierverzorgers, dierenartsen, stagiaires, enz.
  • gezondheidscontrole en papierwerk rondom transport
  • het vangen van ontsnapte dieren
  • conservatie projecten ondersteunen
  • veiligheid en gezondheid van bezoekers waarborgen 

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verschillen zijn er met de (landbouw)huisdieren?

Slide 32 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke verschillen zijn er met de (landbouw)huisdieren?
  • Er is vooral veel overlap!
  • Preventie en preventieve  medicatie voorkomt veel lijden door de dieren en hoge veterinaire kosten.
  • Dierverzorgers zijn onderdeel van het medische team: vangen, fixeren van dieren en toedienen medicatie.
  • Vaak is pas bekend wat een dier had, als er sectie is uitgevoerd. 

Slide 33 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke verschillen zijn er tussen een da in een dt en een da van (landbouw)huisdieren?

Slide 34 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Welke verschillen zijn er tussen een da in een dt en een da van (landbouw)huisdieren?
  • Dt da komt vaker zeldzame ziekten en afwijkingen tegen.
  • Dt da kent de dieren van al vanaf de geboorte en bouwt dus meer informatie over een individu op.
  • Dt da kan een rol spelen in wetenschappelijk onderzoek: bv inseminatie bij neushoorns of andere exoten.
  • Dt da doet vaak de medische keuringen voorafgaand aan een transport.

Slide 35 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
Na het volgen van deze les kun je:
  • kenmerken van zieke en gezonde dieren opnoemen
  • de afkortingen SPAR en CRASH uitleggen
  • uitleggen wat "ABCDE" betekent
  • een gezondheidsonderzoek uitvoeren bij verschillende diersoorten
  • de rol van het personeel in dierentuinen met betrekking tot diergezondheidszorg uitleggen

Slide 36 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Check out:
Denk jij na deze les sneller een ziek dier te kunnen herkennen dan voor deze les?
A
B
C

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Afsluiting/ zelfstandig werken
Je gaat nu werken aan de volgende opdrachten:
  • Het opstellen van de gedragselementenlijst van de door jou gekozen diersoort in de IO (zodat je deze kan gebruiken voor jouw ethogram die je voor de IO moet doen).
  • Het uitvoeren van een gezondheidsonderzoek voor 2 diersoorten (zie eerder in deze les)

  • WL41a: om 13.30 uur start de volgende theorieles (voer/ water en huisvesting), tot die tijd werk je zelfstandig aan bovenstaande opdrachten.
  • W41b: je werkt tot 15.30 uur zelfstandig aan bovenstaande opdrachten

Volgende week worden beide opdrachten klassikaal besproken!

Slide 38 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat vond je van deze online les? Welke tips en tops heb je?

Slide 39 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies