Je kan de foutieve samentrekking uit een zin halen.
Leerdoelen deze les:
Slide 4 - Tekstslide
Foutieve samentrekking
Het woord / de woorden die zijn weggelaten, hebben niet dezelfde:
- betekenis - vorm of - grammaticale functie
Slide 5 - Tekstslide
Hoe pak je het aan?
1. Maak 2 zinnen. 2. Wat is weggelaten? 3. Heeft dit woord / hebben deze woorden dezelfde vorm, betekenis of functie? 4. nee --> foutieve samentrekking ja --> goede samentrekking
Slide 6 - Tekstslide
Verschil in betekenis
Hij maakte een vergissing en vervolgens dat hij wegkwam.
'Hij maakte' = weggelaten.
maakte betekent in de 1e zin = een vergissing begaan in het 2e gedeelte = ervoor zorgen dat je wegkomt.
Slide 7 - Tekstslide
Verschil in vorm
De auto had pech en de honden plezier.
De auto had De honden hadden
Verschil in vorm (enkelvoud / meervoud)
Slide 8 - Tekstslide
Verschil in vorm
Ik heb een nieuwe dynamo en achterlicht gekocht.
Weggelaten = ik heb een nieuwe
nieuwe dynamo nieuw achterlicht
nieuwe en nieuw --> verschil in vorm en dus een foutieve samentrekking!
Slide 9 - Tekstslide
Verschil in grammaticale functie
Die fiets heb ik tweedehands gekocht en bevalt mij goed.
Die fiets heb ik tweedehands gekocht. lijdend voorwerp Die fiets bevalt mij goed. onderwerp
Deze zin is een foutieve samentrekking, want de grammaticale functie is niet hetzelfde.
Slide 10 - Tekstslide
Zelfstandig werken
WAT: H2 formuleren opdracht 2+3
HOE: Schrift/laptop, zachtjes overleggen
HULP: Theorie, overleggen
KLAAR: trainen via NN online, start maken met h3 formuleren
Huiswerk: H2 formuleren af + H3 formuleren startopdracht.
Slide 11 - Tekstslide
Afsluiting
Foutieve samentrekking
Huiswerk volgende les: h2 formuleren af + h3 formuleren startopdracht