Voorkennis 7 Grote getallen en procenten

Voorkennis 7         

Grote getallen en procenten
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Middelbare school

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Voorkennis 7         

Grote getallen en procenten

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we in deze les doen?




  • Les via Lessonup met lesdoelen, theorie en vragen.
  • Opgaven maken in je schrift  (telt mee voor punt)  
  • Vragen stellen in teams.
  • Nakijken en verbeteren! (telt mee voor punt)

Slide 2 - Tekstslide

lesdoel(en)

  • Je weet wat je moet doen voor de (praktische) opdracht.
  • Je weet wat er van je verwacht wordt bij de (praktische) opdracht.

  • Je kunt grote getallen in cijfers schrijven.
  • Je kunt grote getallen omrekenen.
  • Je kunt nog rekenen met procenten.

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Video

Schrijf in cijfers:
600 duizend

Slide 6 - Open vraag

Schrijf in cijfers:
3 miljoen

Slide 7 - Open vraag

Schrijf in cijfers:
63,4 miljoen

Slide 8 - Open vraag

Schrijf in cijfers:
5,25 miljard

Slide 9 - Open vraag

Slide 10 - Tekstslide

200 miljoen =
........... miljard

Slide 11 - Open vraag

0,9 miljard =
........... miljoen

Slide 12 - Open vraag

Procenten
Met een verhoudingstabel kun je 25% van 77,99 euro berekenen.

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel is 25% van 77,99 euro?

Slide 14 - Open vraag

Maak de volgende opdrachten



Voorkennis 7 Grote getallen en procenten:  

      

  •  Opgave 4 t/m 6  blz. 86  
  •  Opgave 9 t/m 12 blz. 87



Succes!


Zorg dat je netjes werkt in je schrift. Dit is onderdeel van een punt van de (praktische) opdracht van hoofdstuk 7.

Slide 15 - Tekstslide

Stel ze via Teams!

Slide 16 - Tekstslide

Maak een foto van je schrift:
van opgave 10

Slide 17 - Open vraag

Maak een foto van je schrift:
van opgave 11

Slide 18 - Open vraag

Maak een foto van je schrift:
van opgave 12

Slide 19 - Open vraag

Schrijf in cijfers:
1,7 miljard

Slide 20 - Open vraag

Schrijf in cijfers:
3,18 miljoen

Slide 21 - Open vraag

700 duizend = ............... miljoen

Slide 22 - Open vraag

Noteer drie dingen die je vandaag hebt geleerd.

Slide 23 - Open vraag

Noteer twee dingen die je (nog) moeilijk vond.

Slide 24 - Open vraag

Noteer één ding dat je aan een ander kunt uitleggen

Slide 25 - Open vraag

Slide 26 - Tekstslide