Aan de slag: ontleed de zinnen
1. Veel rijke voetballers kopen een elektrische auto voor hun vriendin.
2. De veelbelovende judoka zit lekker in haar vel.
3. Het Noordpoolijs is aan het smelten.
4. Wat zit jij je moeder te appen?
5. De boeren hebben het malieveld vernield.