Rekenen 12-11-2020
1 / 26
Lesduur is: 35 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
24 + 46 =
A
70
B
80
C
60
D
75
Slide 2 - Quizvraag
123 - 34 =
A
157
B
89
C
79
D
99
Slide 3 - Quizvraag
24 X 4 =
A
20
B
86
C
96
D
28
Slide 4 - Quizvraag
72 : 12 =
A
864
B
84
C
60
D
6
Slide 5 - Quizvraag
Hoeveel is de
omtrek?
omtrek?
A
8
B
16
C
12
D
20
Slide 6 - Quizvraag
Hoe groot
is de
oppervlakte?
is de
oppervlakte?
A
24
B
28
C
16
D
18
Slide 7 - Quizvraag
Tijn, Kevin en Fleur krijgen samen 15 euro van hun Tante. Ze moeten het eerlijk verdelen. Hoeveel krijgt ieder?
A
3
B
4
C
45
D
5
Slide 8 - Quizvraag
Wat is dit?
A
vierkant
B
ruit
C
rechthoek
D
vlieger
Slide 9 - Quizvraag
Hoeveel is de
omtrek?
omtrek?
A
44
B
34
C
17
D
24
Slide 10 - Quizvraag
Hoe laat is het?
A
5 uur
B
1 uur
C
5 minuten over 5
D
half 6
Slide 11 - Quizvraag
Bij een speelgoed winkel koop je 2 pakjes stiften voor 6 euro. Hoeveel moet je betalen als je er 1 koopt?
A
12 euro
B
3 euro
C
7 euro
D
9 euro
Slide 12 - Quizvraag
Het dubbele van 56?
A
112
B
28
C
11
D
1
Slide 13 - Quizvraag
De helft van 112 is?
A
56
B
106
C
44
D
4
Slide 14 - Quizvraag
Timo heeft 14 konijnen. 10 lopen buiten het hok. Hoeveel zitten er in het hok?
A
24
B
8
C
12
D
4
Slide 15 - Quizvraag
Hoeveel is
de omtrek?
de omtrek?
A
14
B
2 x 14
C
40
D
28
Slide 16 - Quizvraag
Hoeveel is
de
oppervlakte?
de
oppervlakte?
A
40
B
20
C
14
D
60
Slide 17 - Quizvraag
Wat is het meest?
A
49
B
61
C
35
D
22
Slide 18 - Quizvraag
Wat is het minst?
A
44
B
55
C
88
D
33
Slide 19 - Quizvraag
Lana spaart zegels op een kaart. Er passen 18 zegels op. Ze heeft er al 15. Hoeveel zegels moet ze nog sparen?
A
3
B
33
C
16
D
270
Slide 20 - Quizvraag
Hoe laat is
het?
het?
A
half 6
B
12 uur
C
5 uur
D
half 5
Slide 21 - Quizvraag
2 X 3 X 4 : 12 =
A
36
B
24
C
2
D
21
Slide 22 - Quizvraag
Tobias heeft een vissenkom met 12 guppies. Voor zijn verjaardag krijgt hij er 6 bij. Hoeveel heeft hij nu?
A
6
B
18
C
72
D
8
Slide 23 - Quizvraag
Hoeveel
figuren
zie je?
figuren
zie je?
A
10
B
12
C
11
D
9
Slide 24 - Quizvraag
Liv heeft 2 briefjes van 10 euro en nog 6 munten van 1 euro. Hoeveel euro heeft ze?
A
19
B
27
C
28
D
26
Slide 25 - Quizvraag
22 + 22 + 11 + 11 + 11 - 34 - 33 =
A
11
B
0
C
1
