1G1 LTC week 25 en 26

1GTC (!) week 25 
GRIEKS: het alfabet 
a. de letters
b. bijzonderheden 

Lesdoel: je kunt de 24 letters van het Griekse alfabet opnoemen, opschrijven en herkennen 
1 / 43
volgende
Slide 1: Tekstslide
GrieksMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 43 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

1GTC (!) week 25 
GRIEKS: het alfabet 
a. de letters
b. bijzonderheden 

Lesdoel: je kunt de 24 letters van het Griekse alfabet opnoemen, opschrijven en herkennen 

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide

Het Griekse alfabet: 24 letters 
Werkblad invullen 

Slide 20 - Tekstslide

De Griekse ν lijkt op de Nederlandse v; toch is het een hele andere letter - hoe spreek je de ν uit?
A
f
B
u
C
n
D
oe

Slide 21 - Quizvraag

Bij de kleine letter ω hoort de hoofdletter
A
Ψ
B
Ω
C
Ο
D
Φ

Slide 22 - Quizvraag

De naam van de letter Χ is
A
phi
B
chi
C
psi
D
ksi

Slide 23 - Quizvraag

Oefenen! 
1. Schrijf je eigen naam op in het Grieks 
2. Oefenen met lezen: oefening 2 p.280 

Slide 24 - Tekstslide

Lesdoel: Hoe spreek je dit woord uit: βιβλιον

Slide 25 - Open vraag

Bijzonderheden alfabet
a. accenten
b. klinkers en tweeklanken
c. spiritus
d. ng-klank
e. leestekens

Slide 26 - Tekstslide

a. Accenten
Deze hoef je niet zelf op een woord te kunnen schrijven! 
Je moet ze wel kennen.
gravis `
acutus ´
circumflexus ῀
Ze staan niet op woorden in hoofdletters

Slide 27 - Tekstslide

gravis: 

acutus: 

circumflexus:
μετὰ

Ζεύς 

Γαῖα

Slide 28 - Tekstslide

Combineer het juiste accentteken met de juiste naam
circumflexus
acutus
gravis
´

Slide 29 - Sleepvraag

b. klinkers
korte klinkers: ε ο 
lange klinkers: η ω
kort of lang (afhankelijk van het woord): α ι υ

Slide 30 - Tekstslide

Tweeklanken met korte klinker
αι    ai
ει   ei
οι   oi
αυ   au
ευ   ui
ου   oe

Slide 31 - Tekstslide

Tweeklanken met lange klinker
Let op: de iota gaat onder de lange klinker hangen: 

iota subscriptum
ᾳ   aai 
ῃ   èèi 
ῳ   ooi

Slide 32 - Tekstslide

c.

Slide 33 - Tekstslide

spiritus en accent kunnen naast elkaar staan!

Slide 34 - Tekstslide

d. 'ng'-klank: uitspraak medeklinker-combinaties

γγ   ng                ἄγγελος 
γκ   nk                ἄγκυρα 
γχ   nch/nkh   Ἀγχίσης
γξ   nks              λύγξ

Schrijf over in het Grieks en zet de uitspraak ernaast.

Slide 35 - Tekstslide

e. Leestekens Nederlands
?
:
;
,
.
Leestekens Grieks
· (= hoge punt)
· (= hoge punt)
,
.

Slide 36 - Tekstslide

de iota subscriptum staat
A
onder korte klinkers
B
boven lange klinkers
C
achter korte klinkers
D
οnder lange klinkers

Slide 37 - Quizvraag

Een spiritus asper
A
geeft een h-klank voor de klinker
B
geeft een h-klank na de klinker
C
geeft juist geen h-klank
D
geeft een h-klank voor de medeklinker

Slide 38 - Quizvraag

γγ spreek je uit als
A
nk
B
ng
C
nch
D
nks

Slide 39 - Quizvraag

Deze klinker is altijd kort:
A
α
B
ω
C
ε
D
ι

Slide 40 - Quizvraag

Schrijf op hoe je dit woord uitspreekt:
ἅλμα

Slide 41 - Open vraag

vraagteken
spiritus asper
spiritus lenis
dubbele punt
;
· 

Slide 42 - Sleepvraag

Planning
WO: Grieks en Welkom bij de Romeinen 
DO: KetiKoti

Slide 43 - Tekstslide