Quiz H1

Quizje Hoofdstuk 1
1. Pak je rekenmachine en log in bij lesson up
timer
2:30
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Quizje Hoofdstuk 1
1. Pak je rekenmachine en log in bij lesson up
timer
2:30

Slide 1 - Tekstslide

Wat is zelfvoorziening?
A
Dat je je zelf voorziet
B
Wanneer je zelf in jouw behoeften voorziet door producten te kopen
C
Zelf groenten verbouwen, zelf je huis schilderen, zelf jam maken.
D
Wanneer je in jouw behoeften voorziet door eigen gemaakte producten

Slide 2 - Quizvraag

Van week naar maand berekenen doen wij door:
A
Week vermenigvuldigen met 4 = Maand
B
Eerst naar jaar rekenen en vervolgens naar maand (week x 52 = jaar / 12 = maand
C
Te delen door 7 en vervolgens vermenigvuldigen met 365
D
Te vermenigvuldigen met 52 en vervolgens delen door 7

Slide 3 - Quizvraag

€25 euro zakgeld krijg je per maand.
Hoeveel krijg je per week?
Rond af op 2 decimalen.

Slide 4 - Open vraag

Om welke P van marketing gaat het? Er zijn veel concurrenten in een stadswinkelcentrum.
A
Prijs
B
Product
C
Plaats
D
Promotie

Slide 5 - Quizvraag

Je krijgt 3,2% vakantiegeld. Je loon was €500,50. Hoeveel vakantiegeld kreeg je?
A
€16,00
B
€16,01
C
€16,02
D
€16,10

Slide 6 - Quizvraag

Geld opzijleggen voor bepaalde uitgaven.
A
budgetteren
B
restwaarde
C
reserveren

Slide 7 - Quizvraag

Bij wie kun je terecht voor informatie en tips over budgetteren?
A
Consumentenbond
B
ANWB
C
De bank
D
Het Nibud

Slide 8 - Quizvraag

Wat is het doel van een begroting?
A
Een begroting zorgt ervoor dat je genoeg geld uitgeeft.
B
Een begroting dient als bewijs voor de belastingdienst
C
Een begroting geeft je inzicht in je toekomstige inkomsten en uitgaven.
D
Een begroting is een goede oefening in hoofdrekenen.

Slide 9 - Quizvraag

Het stijgen van de prijzen van goederen en diensten noemen we ...
A
inflatie
B
deflatie

Slide 10 - Quizvraag

De prijs van een boek was in 2016 € 15,00 (basisjaar) en in 2017 € 15,30. Bereken het indexcijfer van 2017.
Wat is het indexcijfer?
A
101
B
102
C
103
D
104

Slide 11 - Quizvraag

Je inkomsten zijn dit jaar €6200. Vorig jaar was dat €5800. Bereken met hoeveel procent je inkomsten gestegen zijn
A
5,80%
B
6,90%
C
6,89%
D
5,89%

Slide 12 - Quizvraag

Wat voor indexcijfer heeft het basisjaar altijd?

Slide 13 - Open vraag

Einde 
Ga aan de slag met 2.1 

Slide 14 - Tekstslide