Uitleg schrijven vrijdag 19 november 2021

• Duits
• MBO
• Studiejaar 3

Schreiben A1/A2

Lernziel (leerdoel)

aan het einde van de les, weet je wat er op het examen komt

Je bent op vakantie in een Duitse stad ( je mag zelf verzinnen welke stad). Je schrijft een ansichtkaart aan een vriend/vriendin (naam zelf verzinnen)
Hoe begin je de kaart?

Op de vorige slide zag je de achterkant van een ansichtkaart.
Hoe schrijf je het adres naar een Duitse vriend/vriendin? (Adres mag je zelf verzinnen)

Je wilt weten hoe het met je vriend/vriendin gaat.
Hoe vraag je dat in het Duits?

Als je iemand wilt bedanken voor een uitnodiging. Hoe doe je dat in het Duits?

Je moet een verhaal over jezelf schrijven.
Hoe doe je dat in het Duits?

Je wilt een vriend/vriendin feliciteren met zijn/haar verjaardag. Hoe doe je dat in het Duits?

Je kunt op 1 december niet bij een vriend/vriendin langs komen.
Hoe schrijf je dat in het Duits?

Je wilt op 1 december komen.
Welke zin is juist?

1. Ich möchte gerne am 1. Dezember vorbeikommen
2. Ich möchte gerne auf 1. Dezember vorbeikommen
3. Ich möchte gerne aus 1. Dezember vorbeikommen
4. Ich möchte gerne im 1. Dezember vorbeikommen

Wat betekent oom in het Duits?

Wat is een cadeau in het Duits?

Als je een verjaardag of feestdag viert.
Wat betekent vieren in het Duits?

Wat zijn zelfstandige naamwoorden?

Hoe schrijf je zelfstandige naamwoorden in het Duits?

Wat zijn de Duitse bepaalde en onbepaalde lidwoorden?

Wat zijn de duitse persoonlijke voornaamwoorden?

Wat is in deze zin een zelfstandignaamwoord?
Meine Tante hat morgen Geburtstag?

Wat is in deze zin het zelfstandig naamwoord?
Meiner Oma geht es nicht gut.

Wat is in deze zin het zelfstandig naamwoord?
Vater hat sein Auto am Dienstag verkauft

Wat is in deze zin het zelfstandig naamwoord?
Die Bäume haben keine Blätter mehr am Zweig.

Fragen?