20 mei - Lezen H5

Wat is de echte naam van Lil'Kleine?
A
Francis
B
Lars
C
Leendert
D
Jorik
1 / 20
volgende
Slide 1: Quizvraag
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wat is de echte naam van Lil'Kleine?
A
Francis
B
Lars
C
Leendert
D
Jorik

Slide 1 - Quizvraag

Hoe heet deze minister?
A
Hoekstra
B
Grapperhaus
C
De Jonge
D
Slob

Slide 2 - Quizvraag

Welk verband:
Doordat ik door glas reed, heb ik een lekke band.
A
concluderend
B
oorzakelijk
C
redengevend
D
toelichtend

Slide 3 - Quizvraag

Welk verband?
Ik vind rockmuziek te gek, maar van techno moet ik niet veel hebben.
A
tegenstellend
B
oorzakelijk
C
toelichtend
D
chronologisch

Slide 4 - Quizvraag

Hij wilde dolgraag zijn favoriete band live zien spelen. Daarom kocht hij een ticket.
A
toelichtend
B
redengevend
C
concluderend
D
oorzakelijk

Slide 5 - Quizvraag

Planning

Bespreken vraag 1 t/m 12, opdracht 4, H5

Daarna herhalen theorie H1 en H2 (kort)

Slide 6 - Tekstslide

Opdracht 4

Bespreken  1 t/m 12

Slide 7 - Tekstslide

Vraag 4: welk signaalwoord voor een oorzakelijk verband zie je in alinea 2?

Slide 8 - Open vraag

Vraag 6: welk signaalwoord voor een tegenstelling zie je staan in alinea 2?

Slide 9 - Open vraag

Vraag 9: Welk signaalwoord voor een voorwaarde staat er in alinea 4?

Slide 10 - Open vraag

Vraag 12: Aan welk signaalwoord herken je de reden?

Slide 11 - Open vraag

Theorie lezen, H1
onderwerp - deelonderwerp - hoofdgedachte

Onderwerp
Geeft antwoord op de vraag: waar gaat de hele tekst over?
Eén woord of een aantal woorden (geen zin!)
tip: kijk naar de titel, tussenkopjes, illustraties en de inleiding. 

Deelonderwerp:
Onderwerp binnen een tekst dat onderdeel uitmaakt van het geheel. 
( onderzoek naar de koopknop - de gevaren van de koopknop - het is nog niet zover)





Slide 12 - Tekstslide

Theorie lezen, H1
Hoofdgedachte
Vat samen wat in de tekst over het onderwerp gezegd wordt. 
Wat wil de schrijver mij vertellen in deze tekst?
Dit schrijf je in één zin.
Staat vaak in de inleiding of in het slot. 






Slide 13 - Tekstslide

Theorie lezen, H2
Hoofd- en bijzaken - kernzin
Hoofd- en bijzaken:
Hoofdzaak: de belangrijkste informatie
Bijzaak: niet zo belangrijk (bij een samenvatting weglaten)

Voorbeeld: 
De burgemeester bezoekt mijn jarige buurvrouw. 
Ze aten een heerlijk gebakje. 








Slide 14 - Tekstslide

Theorie lezen, H2
Kernzin: 
  • Doel: grote lijnen van een tekst te snappen en eventueel     gebruiken bij een samenvatting. 
  • De zin waarin de boodschap staat van de alinea. 
  • Voor of na de kernzin staat de verdere uitwerking. 
  • Waar: eerste zin, tweede zin, laatste zin. 








Slide 15 - Tekstslide


Wat is de kernzin?
A
Pubers zijn niet in staat weloverwogen een vakkenpakket te kiezen.
B
Hun hersens zijn nog lang niet volgroeid en daarom (...)

Slide 16 - Quizvraag


Wat is de kernzin?
A
De Maastrichtse neuropsycholoog Jelle Jolles (...)
B
Jongeren tussen de 12 en 18 jaar kunnen volgens Jolles (...)

Slide 17 - Quizvraag


Wat is de kernzin?
A
Jolles beschrijft recent onderzoek naar de hersenontwikkeling van jongeren.
B
Diverse studies tonen aan dat puberhersens nog niet optimaal functioneren.
C
Bij meisjes zijn de hersenfuncties voor het maken van complexe keuzes volgroeid na hun 20ste.
D
Bij jongens ligt dat gemiddelde nog een paar jaar hoger.

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerk:

Lever via Magister Opdrachten in:

Opdracht 4, vraag 13 t/m 22
+ opdracht 1 van hfst. 6 (217)

Geniet van het weer en tot maandag!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide