In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Onderdelen in deze les
Chemische reacties
Slide 1 - Tekstslide
Deze les
Herhaling 1.4
Uitleg bij 1.5
Oefenen met het oefenblad
Afsluitende quiz
Slide 2 - Tekstslide
Opdracht 1
Een oplossing waarin andere stoffen zijn opgelost, is altijd troebel/helder en nooit/soms/altijd gekleurd.
Een oplossing bestaat uit dezelfde/verschillende stoffen.
De vloeistof waarin de andere stof oplost, heet het _________
Welke goedkope en ongevaarlijke stof wordt meestal gebruikt als oplosmiddel?
Slide 3 - Tekstslide
Opdracht 2
Wasbenzine is een oplosmiddel voor:
Aceton is een oplosmiddel voor:
Spiritus is een oplosmiddel voor:
Slide 4 - Tekstslide
Opdracht 6
Anja beweert dat zuivere berglucht een zuivere stof is. Yara beweert dat dit niet waar is.
a. Wie heeft er gelijk? Licht je antwoord toe.
Wat is lucht?
Slide 5 - Tekstslide
Doelen van deze les:
Je kunt omschrijven wat een chemische reactie is
Je kunt aangeven of een proces een fase-overgang of een chemische reactie is
Je kunt een reactieschema van een reactie opstellen
Slide 6 - Tekstslide
Chemische reactie
Beginstoffen verdwijnen blijvend
Nieuwe stoffen worden gevormd.
Onomkeerbaar!
Slide 7 - Tekstslide
Reactieverschijnselen
Verandering van kleur
Verandering van geur
Verandering van smaak
Warmte
Rook
Vlammen
Licht
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Het breken van een glas is een chemische reactie, want de verandering is blijvend (je kunt het niet meer plakken)
timer
0:20
A
klopt
B
klopt niet
Slide 11 - Quizvraag
Als ijs smelt dan heb je een andere stof gekregen. Het is dus een chemische reactie.
timer
0:20
A
klopt
B
klopt niet
Slide 12 - Quizvraag
Het branden van een kaars is een chemische reactie want kaarsvet 'verdwijnt'.
timer
0:20
A
klopt
B
klopt niet
Slide 13 - Quizvraag
Het branden van een lamp is GEEN chemische reactie, want de stoffen veranderen niet blijvend
timer
0:20
A
klopt
B
klopt niet
Slide 14 - Quizvraag
Reactieschema papier verbranden
Beginstoffen: papier en zuurstof (uit de lucht)
Reactieproducten (=eindstoffen): koolstof (as en rook), waterdamp en koolstofdioxide
papier (s) + zuurstof (g) --> koolstof (s) + water (g) + koolstofdioxide (g)
Slide 15 - Tekstslide
Reactieschema maken:
Zet een streep onder elke stof die je in de vraag tegenkomt
Zet de beginstoffen vóór de pijl en de reactieproducten ná de pijl
Laat al het andere weg (knallen, vlammen, lichtflitsen, stank..)
Slide 16 - Tekstslide
Reactieschema maken oefenen:
Planten zijn erg belangrijk voor het milieu, want ze kunnen zuurstof maken. Dat doen ze door koolstofdioxide en water om te zetten naar zuurstof. Daarbij ontstaat ook glucose.
Slide 17 - Tekstslide
Vroeger werd ongebluste kalk gemaakt in kalkovens. In de kalkovens werden schelpen gedaan; die werden verhit. Daarbij ontstaat behalve ongebluste kalk ook koolzuurgas
Slide 18 - Open vraag
Zelf oefenen met oefenblad
In je eentje de vragen (15 min) in stilte
Daarna met buurman/-vrouw opdracht bespreken (5 min)
Hulp nodig? vraag je buurman of het tweetal voor/achter je. Kom je er nog niet uit? Vraag dan mij.
Klaar? Lever je blad in en dan aan het werk met H1.5 - 1 tm 9
timer
15:00
timer
5:00
Slide 19 - Tekstslide
Het zuur worden van melk is een ...
A
Fase-overgang
B
Chemische reactie
Slide 20 - Quizvraag
Olaf (sneeuwpop) in de zon is een ...
A
Fase-overgang
B
Chemische reactie
Slide 21 - Quizvraag
Wat gebeurt er als je papier verbrandt?
A
Fase-overgang
B
Chemische reactie
Slide 22 - Quizvraag
Bij het maken van wijn gebruik je gist. In de gist wordt de glucose omgezet in koolstofdioxide en alcohol. Wat is het reactiemechanisme?
A
glucose --> koolstofdioxide en alcohol
B
glucose (s) --> koolstofdioxide (g) + alcohol (l)
C
glucose wordt koolstofdioxide en alcohol
D
glucose (s) + gist (s) --> koolstofdioxide (g) + alcohol (l)
Slide 23 - Quizvraag
Doelen van deze les:
Je kunt omschrijven wat een chemische reactie is
Je kunt vaststellen of een proces een chemische reactie is
Je kunt een reactieschema van een reactie opstellen