Aanwijzend, vragend en onbepaald voornaamwoord

Aanwijzend, vragend en onbepaald voornaamwoord
2vwo
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Aanwijzend, vragend en onbepaald voornaamwoord
2vwo

Slide 1 - Tekstslide

Aanwijzend voornaamwoord 
Een aanwijzend vnw wijst iemand of iets aan
Het kan voor een ZN staan--> deze jongen, dit meisje
Maar ook alleen --> Die som vind ik moeilijk, maar deze niet
De aanwijzende vnw’en zijn:
   deze, die, dat, dit, zulk(e), zo’n, dergelijk(e), zelf, hetzelfde, dezelfde
Let op:
Dat en die zijn alleen aanw.vnw als je ze kunt vervangen door dit en deze
Woorden die een richting aangeven (daar, daarheen, daarlangs) zijn GEEN aanwijzend vnw!!


Slide 2 - Tekstslide

Vragend voornaamwoord (1)
Er zijn vier vragende vnw’en:
Wie
Wat
Welk(e)
Wat voor (een)

Een vragend vnw staat meestal aan het begin van een vraag:
Wat hebben jullie gedaan in de kerstvakantie?
Linde vroeg mij welke toets we krijgen in de toetsweek.


Slide 3 - Tekstslide

Vragend voornaamwoord (2)
Let op: 

Woorden als waar, waarheen, wanneer en hoe zijn GEEN vragend vnw!!
Het zijn bijwoorden!


Slide 4 - Tekstslide

Onbepaald vnw (onbep.vnw)
Gebruikt om iets niet-concreet/vaag aan te duiden.

  • iets, niets, alles, iedereen, iemand, niemand, andere(n), elk(e), ieder(e), iedereen, men... zie verder je boek!

Zij kent helemaal niemand.

Slide 5 - Tekstslide

1. Wie zou er nog iets geven voor zulke oude barbiepoppen?
IETS =
A
aanwijzend vnw
B
vragend vnw
C
onbepaald vnw

Slide 6 - Quizvraag

1. Wie zou er nog iets geven voor zulke oude barbiepoppen?
ZULKE =
A
aanwijzend vnw
B
vragend vnw
C
onbepaald vnw

Slide 7 - Quizvraag

2. Men vraagt zich af of die paddenstoelen wel gezond zijn, maar menigeen eet ze ondanks de twijfel toch.

MENIGEEN =
A
aanwijzend vnw
B
vragend vnw
C
onbepaald vnw

Slide 8 - Quizvraag

5. Weten jullie voor welke artiest iedereen hier in de rij staat?

IEDEREEN =
A
aanwijzend vnw
B
vragend vnw
C
onbepaald vnw

Slide 9 - Quizvraag

Kimber haalt net zulke grapjes uit als Timo.

Zulke = ?
A
Aanwijzend vnw
B
Vragend vnw
C
Onbepaald vnw

Slide 10 - Quizvraag

Ik kan aanwijzende, vragende en onbepaalde vnw herkennen!

Slide 11 - Poll