2F Kapitel 4+5 gramm + 3 Schule Dienstag, den 21. Februar 2023

• Duits
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Kapitel 3, 4 und 5

Dienstag, den 21. Februar 2023

• Willkommen
• Aufgaben Woche 07
• Ziele Stunde
  
• Vorbereitung Schreibtest!
• Grammatik Kapitel 5: ein-Gruppe + machen Aufgaben
• Grammatik üben
  
• Aufgaben Woche 08
  
• Zum Schluss

Aufgaben Woche 07:

Aufgaben 19 t/m 20 + 22 t/m 23 Seiten 151-153 (ein-Gruppe)

Schrijfopdracht 3 -> tweede opdracht Kapitel 3

Ziele Stunde:

• Je kunt je voorbereiden op de schrijftoets.

Zeit übrig:

• Je weet wanneer de onderdelen van de ein-Gruppe wel/niet een e als uitgang krijgen.
• Je kunt de regels voor de uitgangen van ein- en kein- toepassen.
  
• Je kunt de bezittelijke voornaamwoorden vertalen in het Duits en toepassen.

Schreibtest: Mittwoch, den 22. Februar 2023

Kapitel 1:

• Ich heiße ....
• Mein Name ist ....     (der -> geen e als uitgang)
• Ich bin ... Jahre alt
• Ich komme aus .....
• Ich wohne in .....
• Meine Adresse/Telefonnummer ist ......   (die -> wel e als uitgang)

Schreibtest: Mittwoch, den 22. Februar 2023

Kapitel 2:

• Das ist mein/meine ....    der/das -> geen e      die/die -> wel e
• Er/sie heißt ....
• Sein/ihr Name ist ....              der -> geen e 
• Ich habe eine Schwester/einen Bruder
• Ich habe (keine) Geschwister.
• Ich habe zwei (enz.) Schwestern /Brüder. 

Schreibtest: Mittwoch, den 22. Februar 2023

Kapitel 3:

• Ich gehe auf .....
• Ich gehe in die erste/zweite/..... Klasse  
• Am .... habe ich .....
• Am .... mache ich Hausaufgaben.
• ... ist mein Lieblingsfach.    (das -> geen uitgang e!!) 
• Ich finde .... blöd/einfach/schwierig
• In der ersten/zweiten/dritten .... Stunde habe ich ......
• Ich gehe zu Fuß/mit dem Fahrrad/mit dem Bus zur Schule.
• Wir schreiben einen Test.

Tipps:

• Ich habe einen Bruder/Onkel/Vater.      enz.
• Ich habe eine Schwester/Tante/Mutter.       enz.
• Stunde = lesuur
• Uhr = kloktijd
• Ich habe in der achten/neunten Stunde ....     enz.
• Ich gehe in die dritte /vierte Klasse.      enz.
• Ich komme aus den Niederlanden
• Ich wohne in den Niederlanden
• ein/kein    mein/dein/sein/ihr/sein    unser/euer/ihr/Ihr   der/das= geen    die/die wel e uitgang

Tipps:

• Schwester -> 1 zus
  
• Schwestern -> meerdere zussen
  
• Bruder -> 1 broer
  
• Brüder -> meerdere broers
• Geschwister -> broers en zussen
  
• Vakken op school -> hoofdletter!!!!
• am Montag, am Dienstag enz.
• am Wochenende
• . , ?

Oefen goed met het schrijven van bijv. de vakken in het Duits!!

Grammatik Kapitel 5:

Ein-Gruppe: Wiederholung

• Waaruit bestaat de ein-Gruppe?
• Wat betekent ein/kein?
  
• Schema ein-Gruppe op het bord.
• ein -> niet mogelijk bij meervoud!

Stappenplan wel/geen uitgang ein-Gruppe:

1. Wat is het lidwoord?
2. Toepassen regels der/die/das of lidwoord geleerd in Lernliste.
3. Geen uitgang -e bij der/das
4. Wel uitgang -e bij die/die.
5. Eventueel nog vertalen van bezittelijk vnw./een/geen

Machen Aufgaben ein-Gruppe:

• Seiten 150-152
• Zelfstandig maken
• Aufgaben 17 + 18 + 21
• Klaar: Leren grammatica Kapitel 4 en 5 + aantekeningen schrift.
• Bespreken Aufgaben 17 + 18

LessonUp Grammatik üben:

Regeln der die das üben. 

Regeln das Plural üben.

Schwache Verben + Partizip

Ein-Gruppe.

Schrijftoets Kapitel 1, 2 en 3

Sprachmittel Kapitel 1 Seiten 22 + 27

Lernliste Kapitel 1 Seite 26

Sprachmittel Kapitel 2 Seiten 50 + 62

Lernliste Seiten 62-61

Sprachmittel Kapitel 3 Seiten 86 + 99

Lernliste Seiten 96-97

• Je kunt jezelf voorstellen en persoonlijke gegevens uitwisselen.
• Je kunt vertellen over je gezinsleden.
• Je kunt vertellen over het onderwerp school.

Woensdag, 22 februari 2023 6e lesuur

Aufgaben Woche 08

Lernen Uhrzeiten     (aantekeningen schrift).

Lernen Grammatik Kapitel 3A + B regels der die das + meervoud (das Plural) Seite 98 (stencil)

Lernen Grammatik Kapitel 4 Seite 134 (vervoegen werkwoorden en voltooid deelwoord) + aantekeningen schrift

Lernen Grammatik Kapitel 5 Seite 169 (ein-Gruppe) + aantekeningen schrift.

Zusammen während der Unterrichtsstunde (samen tijdens de les):

Aufgaben  26, 28 Kapitel 4. Aufgaben 17 + 18 + 21 Kapitel 5 Seiten 150-151 + oefenen grammatica Kapitel 4 + 5

Zum Schluss!

Grammatik: Regeln der, die oder das?

Bepaald lidwoord:

• Nederlands: de, het (de fiets, de fietsen)(het huis, de huizen)
• Duits: der, die, das en die (meervoud) (der Mann, die Männer) (das Haus, die Häuser) (die Tante, die Tanten)
  

• der = mannelijk
• die = vrouwelijk
• das = onzijdig

Grammatik: Regels der die das

1. Noem een regel voor der-woorden (mannelijk)
2. Noem regels voor die-woorden (vrouwelijk)
3. Noem regels voor das woorden (onzijdig)

De ein-Gruppe bestaat uit:

een/geen

mijn

jouw

zijn

haar

ons, onze

jullie

hun

uw

ein-/kein-

Bezittelijke voornaamwoorden:

mein- 

dein-

sein-

ihr-

unser-

euer-   !!!!!!!

ihr-

Ihr-  -> hoofdletter