§2.6 Bevolkingsspreiding in Nederland en Duitsland

Welkom!
Pak je ipad voor
Log in op lessonup
Doe je telefoon in je tas!
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Welkom!
Pak je ipad voor
Log in op lessonup
Doe je telefoon in je tas!

Slide 1 - Tekstslide

Hoofdstuk 2: 
Bevolking en ruimte
§2.6 Bevolkings-spreiding in Nederland en Duitsland

Slide 2 - Tekstslide

Lesplanning 
Aanwezigheid-, boeken- en huiswerkcontrole

Mededelingen:  

Uitleg §2.6 'Bevolkingsspreiding in Nederland en Duitsland'

Maak van §2.6 'Bevolkingsspreiding in Nederland en Duitsland' vraag 1 t/m 7

Vooruitblik op de volgende les

Slide 3 - Tekstslide

Lesdoelen van deze les
  1. Je kunt de bevolkingsspreiding in Nederland en Duitsland vanaf 1950 beschrijven en verklaren 
  2. Je kunt verklaren waarom de bevolkingsspreiding in Nederland en Duitsland vanaf 1950 verschillend ontwikkelde
  3. Je kunt verklaren waarom in stedelijke gebieden meer voorzieningen zijn dan in landelijke gebieden

Slide 4 - Tekstslide

Wat weet je nog van de vorige keer?

Slide 5 - Open vraag

Bevolkingsspreiding
De manier waarop de bevolking over een bepaald gebied is verdeeld.
  • Waar wonen de meeste mensen? 
  • Welke conclusie kan je trekken?

Slide 6 - Tekstslide

In welk deel van Nederland is de bevolkingsdichtheid het hoogst?
A
noorden
B
oosten
C
westen
D
zuiden

Slide 7 - Quizvraag

Bevolkingsdichtheid
Gemiddeld aantal mensen per km2. 

Hoe bereken je dat

Slide 8 - Tekstslide

Hoe druk je bevolkingsdichtheid uit?
A
m3
B
km2
C
dm2
D
km

Slide 9 - Quizvraag

Bereken de bevolkingsdichtheid.
Noteer ook de berekening!

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Tekstslide

In welk deel van Duitsland is de bevolkingsdichtheid het hoogst?
A
noorden
B
oosten
C
westen
D
zuiden

Slide 12 - Quizvraag

 Verzorgingsgebied
Verzorgingsgebied = het gebied waar mensen vandaan komen om van een voorziening gebruik te maken 

Het verzorgingsgebied van een stad is groter dan dat van een dorp.

Slide 13 - Tekstslide

 Drempelwaarde
Reikwijdte = maximale afstand die klanten willen afleggen voor een voorziening
Drempelwaarde = minimum aantal klanten dat een voorziening nodig heeft. 


Door bevolkingskrimp verdwijnen voorzieningen met een lage drempelwaarde van het platteland. 



Lage drempelwaarde
  • bakker
  • buurtsuper
  • basisschool

Hoge drempelwaarde
  • museum
  • ziekenhuis
  • concertzaal

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Welke voorziening heeft de grootste drempelwaarde?
A
De lokale supermarkt
B
De bioscoop
C
De Johan Cruijff ArenA
D
De Primark

Slide 16 - Quizvraag

De drempelwaarde van een tandarts is hoger dan een huisarts
A
Juist
B
Onjuist

Slide 17 - Quizvraag

Welke voorzieningen kunnen de drempelwaarde in een dorp wel halen?
A
bakker
B
ziekenhuis
C
juwelier
D
frietzaak

Slide 18 - Quizvraag

de maximale afstand die mensen willen afleggen om gebruik te maken van een voorziening noem je...
A
verzorgingsgebied
B
drempelwaarde
C
reikwijdte

Slide 19 - Quizvraag

Het minimale aantal klanten dat een voorziening nodig heeft om te kunnen bestaan noem je...
A
verzorgingsgebied
B
drempelwaarde
C
reikwijdte

Slide 20 - Quizvraag

Het gebied waar de klanten vandaan komen noem je
A
verzorgingsgebied
B
reikwijdte
C
drempelwaarde

Slide 21 - Quizvraag

Aan het werk
Wat: maak van §2.6 'Bevolkingsspreiding in Nederland en Duitsland' vraag 1 t/m 7

Wanneer: deze les, en wanneer je het niet af krijgt, thuis afmaken!

Hulp: de theorie (Lees goed!)
           buurman/buurvrouw naast je
           de docent
          
Klaar: maak test jezelf of versterk jezelf of doe de flitskaarten

Tijd: timer

Klaar: laat controleren, kijk na en maak verdieping of herhaling

Tijd: 5 minuten voor de bel

timer
10:00

Slide 22 - Tekstslide

Exit Ticket
Hoe goed heb je de les begrepen?
😒🙁😐🙂😃

Slide 23 - Poll