1THA1 Taalverandering

Welkom

Taal
Taalverandering
Nederlands

Wat heb je nodig?
Leesboek
Laptop, lesboek+schrift
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo t, havo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Welkom

Taal
Taalverandering
Nederlands

Wat heb je nodig?
Leesboek
Laptop, lesboek+schrift

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling lesdoel
  • Huiswerk nakijken
  • Lesdoel en uitleg nieuwe paragraaf 
  • Aan de slag
  • Controle lesdoel

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Link

Leerdoel

Je leert dat taal verandert.

Slide 4 - Tekstslide

Wat is een leenwoord?

Slide 5 - Woordweb

Leenwoorden

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het meest uitgeleende Nederlandse woord en komt terug in 57 andere talen?
A
Boot
B
Baas
C
Aardappel
D
Tulp

Slide 7 - Quizvraag

Uit welke taal hebben wij het woord 'Humor' geleend?
A
Duits
B
Pools
C
Frans
D
Engels

Slide 8 - Quizvraag

Wat is straattaal nou
eigenlijk?

Slide 9 - Woordweb

Straattaal:
Het taalgebruik van jongeren in grote meertalige steden die Nederlandse woorden en uitdrukkingen vervormen of vervangen door materiaal uit andere talen zoals bijvoorbeeld het Sranan (Surinaamse taal), Marokkaans (Arabisch en/of Berber) en/of (Amerikaans-) Engels.

Slide 10 - Tekstslide

No span, er zit nog gas in die whip.
A
Geen stress, er zit nog benzine in de auto.
B
Geen zorgen, ik heb nog genoeg energie.
C
Ze is niet knap, maar heel bijdehand

Slide 11 - Quizvraag

''Ik beef met je peki''- Sevn Alias
A
Ik rooster je kip
B
Ik maak ruzie met je vriend
C
Ik maak ruzie met je vrouw

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer is straattaal ontstaan?
A
eind 20e eeuw
B
eind 19e eeuw
C
Begin van het jaar 2000

Slide 13 - Quizvraag

Hoe komt het dat veel jongeren straattaal overnemen?
A
Het wordt gebruikt in songteksten
B
Jongeren zijn gevoelig voor populariteit en nemen dit van elkaar over.
C
Jongeren die straattaal spreken zijn vaak tweetalig opgevoed en leren dit thuis.

Slide 14 - Quizvraag

Taal verandert
 Taal verandert steeds: er komen nieuwe woorden bij en oude woorden verdwijnen. We lenen woorden uit andere talen. We noemen dat leenwoorden, zoals chip, jus d’orange en boerka.

Slide 15 - Tekstslide

Taal verandert
Naast dat we woorden overnemen uit andere talen, bedenken we zelf ook nieuwe woorden. Er komen dan nieuwe woorden bij en oude woorden verdwijnen. Nieuwe woorden ontstaan op twee manieren:
1 We lenen ze uit andere talen; 2 We bedenken ze zelf;
2 We bedenken ze zelf; dat zijn de nieuwe woorden

Slide 16 - Tekstslide

Zelfstandig werken

Je maakt opdracht 1 t/m 4            (blz. 94)

Je werkt 15 min in stilte

Klaar? Lees verder in je leesboek
                    



timer
25:00

Slide 17 - Tekstslide

Opdracht 3 en 4
Welke 'nieuwe' woorden heb je gevonden?

Wat betekenen deze woorden?
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide