4.1 Grammatica - Enkelvoudige en samengestelde zinnen (hoofd- en bijzinnen)

Volgende les:
  • Je herkent enkelvoudige en samengestelde zinnen.
  • Je herkent hoofd- en bijzinnen.
  • Je benoemt hoofd- en bijzinnen.

Doel van deze les
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Volgende les:
  • Je herkent enkelvoudige en samengestelde zinnen.
  • Je herkent hoofd- en bijzinnen.
  • Je benoemt hoofd- en bijzinnen.

Doel van deze les

Slide 1 - Tekstslide

Volgende les:
  • De woordvolgorde in hoofdzinnen en bijzinnen is anders.
  • Een gevarieerde tekst leest prettiger: korte en langere zinnen.
  • Je weet dat er meerdere pv's inzitten: belangrijk om de juiste spelling toe te passen😅.
Waarom? 

Slide 2 - Tekstslide

Check pv's😀
Mohamed doet de planning en Sven regelt het vervoer.

Slide 3 - Open vraag

Volgende les:
Enkelvoudige zin: een zin met 1 persoonsvorm

Mohamed doet de planning. 

Samengestelde zin: een zin met meerdere persoonsvormen

Mohamed doet de planning en Sven regelt het vervoer.

Enkelvoudige en samengestelde zinnen

Slide 4 - Tekstslide

Volgende les:
Je kan een zin in een andere tijd zetten. De werkwoorden die veranderen zijn persoonsvormen. Dit geldt ook voor samengestelde zinnen


Samengestelde zinnen

In de vakantie gaan wij altijd naar Turkije, want daar woont mijn tante. 

In de vakantie gingen wij altijd naar Turkije, want daar woonde mijn tante. 

Slide 5 - Tekstslide

Volgende les:
Kijk naar de volgende zinnen. Is het een enkelvoudige of samengestelde zin? 
ff checken😅

Slide 6 - Tekstslide

Wilma ging naar huis, omdat ze moe was.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin

Slide 7 - Quizvraag

De winkel op de hoek van de Hoogstraat is gisteren geopend.
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin

Slide 8 - Quizvraag

Wil je die tas met boeken op de grond zetten?
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin

Slide 9 - Quizvraag

Weet jij al wanneer je dat proefwerk moet maken?
A
Enkelvoudige zin
B
Samengestelde zin

Slide 10 - Quizvraag

Volgende les:
Hoofdzin (hz): 

  1. Het onderwerp en de persoonsvorm staan naast elkaar. 
  2. Er kunnen geen andere zinsdelen tussen staan.
  3. De persoonsvorm staat voorin de zin.
Samengestelde zinnen: hoofd- en bijzinnen (hz en bz)

Slide 11 - Tekstslide

Check plaats ow en pv
De supervisor regelt het logistieke proces in het warehouse.

Slide 12 - Open vraag

Volgende les:
Hoofdzin (hz): 

  1. Het onderwerp en de persoonsvorm staan naast elkaar. 
  2. Er kunnen geen andere zinsdelen tussen staan.
  3. De persoonsvorm staat voorin de zin.
Samengestelde zinnen: hoofd- en bijzinnen (hz en bz)

Slide 13 - Tekstslide

Volgende les:
Hoofdzin (hz): 
  1. Het onderwerp en de persoonsvorm staan naast elkaar. 
  2. Er kunnen geen andere zinsdelen tussen staan.
  3. De persoonsvorm staat voorin de zin.
Samengestelde zinnen: hoofd- en bijzinnen (hz en bz)

Wij (niet) gaan in de vakantie altijd naar Spanje, want daar woont (niet) mijn tante al 20 jaar. 

Slide 14 - Tekstslide

Volgende les:
In de vorige zin stonden dus twee hoofdzinnen. Er zit dus niet altijd een bijzin in een samengestelde zin
In de volgende zin staat er een hoofdzin en een bijzin in de zin: 


Hoofd- en bijzinnen (hz en bz)
Omdat mijn tante in Spanje woont, gaan wij daar ieder jaar naartoe. 

Slide 15 - Tekstslide

Volgende les:
Zo herken je hoofdzinnen en bijzinnen: 

Als er tussen pv en ow niets staat, dan is dat een hoofdzin. 
Kan dit wel, dan is het een bijzin. 
Hoofd- en bijzinnen (hz en bz)

Slide 16 - Tekstslide

Linde trok een vies gezicht, toen ze iets vies proefde.
A
Hoofdzin-hoofdzin
B
Hoofdzin-bijzin
C
Bijzin-bijzin
D
Bijzin-hoofdzin

Slide 17 - Quizvraag

Check
Linde trok  een vies gezicht, toen ze iets vies proefde.

Slide 18 - Tekstslide

We gaan met de klas naar Dachser en we zullen daar een dag blijven.
A
Hoofdzin-hoofdzin
B
Hoofdzin-bijzin
C
Bijzin-bijzin
D
Bijzin-hoofdzin

Slide 19 - Quizvraag

Check
We gaan met de klas naar Dachser en we zullen daar een dag blijven.

Slide 20 - Tekstslide

De docenten gaan mee, tenzij Dachser zelf de klas begeleidt.
A
Hoofdzin-hoofdzin
B
Hoofdzin-bijzin
C
Bijzin-bijzin
D
Bijzin-hoofdzin

Slide 21 - Quizvraag

Check
De docenten gaan mee, tenzij het personeel van Dachser  de klas begeleidt.

Slide 22 - Tekstslide

In elk geval gaat onze mentor mee, dus gezellig wordt het zeker!
A
Hoofdzin-hoofdzin
B
Hoofdzin-bijzin
C
Bijzin-bijzin
D
Bijzin-hoofdzin

Slide 23 - Quizvraag

Check
In elk geval gaat onze mentor mee, dus gezellig wordt het zeker!

Slide 24 - Tekstslide

Oefenen
Opdrachten p.265 -- p.270
Klaar? Verder met je planning!

Slide 25 - Tekstslide