Vendredi le 13 septembre

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

Bonjour tout le monde!

- spullen op je tafel leggen

- jassen buiten het lokaal

- telefoon niet zichtbaar

- kauwgom in de prullenbak

Startopdracht:

Leer in stilte apprendre 6

Programme d'aujourd'hui

• on va parler français!
• huiswerk bespreken
• werkwoorden être en avoir (voorbereiding passé composé)
• Ecouter

Noem alle vervoersmiddelen die je kent in het Frans!

Wat is de vertaling van het werkwoord gaan in het Frans?

On va parler français!

• Vertel waar je op vakantie wilt gaan (gebruik een vorm van het ww willen = ik wil)
• Vertel hoe je op vakantie wilt gaan (voorzetsel + vervoermiddel)
• Vertel wat je daar kunt doen als activiteit (gebruik een vorm van het ww kunnen = jij kunt)
• Vertel wat het weer daar is

daar = là-bas

Apprendre 6 geleerd?

                              Être & avoir in de présent (t.t)

	être (zijn)	avoir (hebben)
je/j'	suis	ai
tu	es	as
il/elle/on	est	a
nous	sommes	avons
vous	êtes	avez
ils/elles	sont	ont

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp

être (zijn)

suis

es

est

sommes

êtes

sont

Vul de juiste vorm van avoir in:
Nous ________ (avoir)

1. sommes
2. as
3. a
4. avons

Vul de juiste vorm van avoir in:
Vous ________ (avoir)

1. avez
2. a
3. ont
4. avons

Vul de juiste vorm van avoir in:
Ils ________ (avoir)

1. sont
2. ont
3. avez
4. a

Ecouter p. 19/20

Leerdoel: Je kunt gesprekken en berichten begrijpen over het openbaar vervoer en het weer.

Samen maken exercices 9 en 11 p.19/20

Les devoirs!

• afmaken exercice 8E p.18
• afmaken exercices 10-13-14 p.19 tm 21 
• leren être en avoir in de présent p.134
  

 

Maintenant

- maken exercice 8E p.18

- maken exercices 10-13-14 p.19 tm 21 

NA de bel ruim je je spullen op.