bijeenkomst 2 keuzedeel interculturele diversiteit

Bijeenkomst 2 Interculturele diversiteit
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Bijeenkomst 2 Interculturele diversiteit

Slide 1 - Tekstslide

vorige les (cultuur)

Slide 2 - Woordweb

waar of niet waar: de mensen zijn zich van de meeste waarden en normen heel erg bewust.
A
niet waar
B
waar

Slide 3 - Quizvraag

Waar of niet waar: een belangrijk onderdeel van cultuur zijn waarden en normen
A
waar
B
niet waar

Slide 4 - Quizvraag

waar of niet waar: cultuur wordt gezien als een ijsberg
A
niet waar
B
waar

Slide 5 - Quizvraag

Wat gaan we vandaag doen
- bespreken opdracht ijsberg
- theorie cultuur en cultuurelementen
- maken ui-model Korthagen
- Pauze
- theorie canvas Nederlandse cultuur
- opdrachten maken 

Slide 6 - Tekstslide

Samen bespreken van de opdracht ijsberg
(in groepjes van 2/3)
Gezichtsuitdrukking
Zelfbeeld
Zelfverzekerdheid
Geloofsovertuiging
Religieuze rituelen
Schilderijen
Schoonheid
hard werken

Vriendschap
 Welgemanierd gedrag
 Eerlijkheid
 Nette kleding
 Hippe kleding
 Beleefdheid
 Politieke voorkeur

Slide 7 - Tekstslide

Theorie; cultuur en cultuurelementen
Theorie; cultuur en cultuurelementen. 
Dit onderdeel is verdeeld in een aantal onderdelen: 

Waarden en normen;
Taal;
Symbolen;
Rituelen;
Helden.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Taal

Slide 10 - Tekstslide

symbolen en rituelen
Symbolen en rituelen

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Ui-model Korthagen

Slide 13 - Tekstslide

Opdracht
Maak de opdracht die hoort bij het ui-model.  

Slide 14 - Tekstslide

geef aan wat je hebt ingevuld bij normen en waarden.

Slide 15 - Open vraag

geef aan wat je hebt ingevuld bij rituelen

Slide 16 - Open vraag

geef aan wat je hebt ingevuld bij helden

Slide 17 - Open vraag

geef aan wat je hebt ingevuld bij symbolen

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

typisch Nederlandse eigenschappen

Slide 20 - Woordweb

  • Open en eerlijk
  • Nederlanders draaien er niet omheen. Ze zeggen wat ze te zeggen hebben. Ook als dat gevoelig ligt bij een ander.
  • Bescheidenheid
  • Nederlanders scheppen niet op over het geld dat ze verdienen en de bezittingen die ze hebben.
  • Zuinigheid
  • Nederlanders zijn zuinig met geld, tijd en emoties.
  • Ze sparen graag en zijn gek op koopjes. Komen op tijd voor een afspraak en willen dan direct aan de slag. En ze zullen hun emoties niet snel in het openbaar laten zien.
  • Gelijkheid
  • Iedereen is gelijk. Of je nu jong of oud bent, werknemer of werkgever. Mensen worden al snel aangesproken met je.
  • Eigen verantwoordelijkheid
  • Iedereen is zelf verantwoordelijk voor zijn eigen gedrag of resultaten.
  • Tolerantie
  • Nederlanders accepteren veel dingen: homoseksualiteit, anticonceptie, abortus, soft drugs, prostitutie enzovoort.












Slide 21 - Tekstslide

Maak de opdracht Nederlandse cultuur en opdracht inburgeringstest. 

Huiswerk: 
opdracht vergelijk waarden. 

Slide 22 - Tekstslide

Theorie 
F-, G- cultuur

Slide 23 - Tekstslide

Pinto
David Pinto heeft een theorie ontwikkeld waarin hij twee verschillende soorten cultuur onderscheidt. Zijn theorie heeft als uitgangspunt dat culturen zich het duidelijkst van elkaar onderscheiden in de normen en waarden. Pinto heeft de verschillen proberen terug te brengen door het omschrijven van twee uitersten: grofmazig en fijnmazig.

Slide 24 - Tekstslide

FIJNMAZIG (wij-cultuur)

  • In fijnmazige-culturen speelt de groepsgebondenheid een grote rol. 
  • De cultuur kent een grote samenhang, de mazen zijn klein. 
  • Het gedrag van mensen ligt voor een groot deel vast in gedetailleerde gedragsregels.
  • De identiteit wordt bepaald door de plaats die je in de groep inneemt en door de waarden, normen en zingeving van de groep. 
  • De F-cultuur is vaak te vinden in het Midden-Oosten, en in Aziatische en Afrikaanse landen.

GROFMAZIG (ik-cultuur)

  • In grofmazige-culturen zijn mensen in de eerste plaats individuen, die verantwoordelijk zijn voor het eigen gedrag.
  • Vandaar de grove mazen, weinig onderlinge samenhang. 
  • De identiteit wordt bepaald door persoonlijke waarden, normen en zingeving van je leven.
  • De G-cultuur komt veel voor in bijvoorbeeld Noord-Amerika en Noordwest-Europese landen.

Slide 25 - Tekstslide