V5 T5 B2: Transport in planten

Vormt de buitenzijde van een plant en beschermt tegen waterverlies en infecties.
A
Vaatweefsel
B
Dekweefsel
C
Vulweefsel
D
Grondweefsel
1 / 53
volgende
Slide 1: Quizvraag
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 53 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 120 min

Onderdelen in deze les

Vormt de buitenzijde van een plant en beschermt tegen waterverlies en infecties.
A
Vaatweefsel
B
Dekweefsel
C
Vulweefsel
D
Grondweefsel

Slide 1 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Komt in alle organen voor en bestaat voornamelijk uit transportvaten (hout- en bastvaten)
A
Dekweefsel
B
Vaatweefsel
C
Vulweefsel
D
Grondweefsel

Slide 2 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Houtvaten zorgen voor vervoer
A
van wortel naar boven
B
vanuit blad naar wortel
C
vanuit blad naar bloem
D
zowel omhoog als omlaag in plant

Slide 3 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies


A
hout
B
bast
C
xyleem
D
floeem

Slide 4 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

houtvaten

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

welke bewering is waar?
A
houtvaten bevatten celkernen
B
de secundaire celwanden bevatten lignine
C
bastvaten bevatten geen dwarsverbanden
D
bastvaten bevatten celkernen

Slide 6 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

welke bewering is waar?
A
uit cambium ontstaan meer houtcellen dan bastcellen
B
cambium zorgt voor primaire diktegroei
C
bastvaten zitten in de kern , houtvaten dicht bij de bast van de boom
D
hoe verder van de kern van de stam, des te ouder het hout

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Thema 5 Planten
B2
Transport in planten


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen en begrippen B2
  • Je kunt beschrijven hoe planten water en mineralen opnemen, transporteren en afgeven
  • Je weet hoe huidmondjes de gaswisseling van planten reguleren en dat de opname  van koolstofdioxide in relatie staat met de afgifte van water

Begrippenhoutvaten, bastvaten, wortelharen, centrale cilinder, endodermis, worteldruk, waterpotentiaal, cohesiekrachten, adhesiekrachten, huidmondjes, verdampingsstroom, sluitcellen,


Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Transport in planten

Houtvaten: voor anorganische transport, dus water en mineralen uit bodem (transport omhoog)


Bastvaten: voor organische transport, dus
producten uit fotosynthese naar andere delen
vervoeren 

(naar beneden; maar ook naar toppen, vruchten, bloemen)


Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bastvaten
  • Bevat vooral suiker
  • Variabele richting sapstroom, van suikerbron naar plek waar suiker nodig is of opgeslagen wordt

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

De grootste boom ter wereld
Reuzensequoia (83,8 m/7,7 m)
(General Sherman = grootste boom)

dit zijn +/- 8 huizen op elkaar

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opname water
Een boom neemt iedere dag 240 - 400 liter water op!

De boom heeft geen hart en toch moet al die liters water vanuit grond naar de bladeren tegen zwaartekracht in. Hoe??

3 krachten:
  • Worteldruk
  • Capillaire werking
  • Zuigkracht

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Worteldruk
Water en de opgeloste stoffen kunnen niet door de celwanden van de endodermis vanwege bandje van Caspary. Dus ze MOETEN via endodermiscel.

Mineralen worden via actief transport door de endodermiscellen naar de houtvaten in de centrale cilinder gepompt.

Hierdoor is de osmotische waarde hoger in het houtvat dan in de schors van de wortel. 

Water wordt door osmose de houtvaten in gestuwd. Het al aanwezige water kan daardoor maar 1 kant op... omhoog. 
Dit gehele proces noemen we worteldruk

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Watertransport wortelcellen
  • Bij kurkbandjes actief transport via celmembraan
  • Hoge osmotische waarde in centrale cilinder
  • Osmose naar centrale cilinder
  • Kurkbandjes verhinderen terugstromen water
  • Water in houtvat stijgt --> worteldruk

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bouw wortels (91B)

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Capillaire werking
Houtvaten zijn hele dunne buisjes. 

Waterdruppels gaan via een combinatie van adhesie en cohesie krachten automatisch naar boven.

Dit proces noemen we capillaire werking

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

CAPILLAIRE WERKING

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dunne houtvaten
Water in een rietje (houtvat) kruipt hoger dan het water waar het rietje in staat?


Hoe kan dit?
Adhesie/cohesie/waterstofbruggen


Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zuigkracht
In de bladeren van de boom vindt verdamping van water plaats. 

De waterdamp kan ontsnappen via de openstaande huidmondjes

Door de verdamping ontstaat er een onderdruk in de houtvaten. Dit zorgt voor een zuigkracht naar boven.

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huidmondjes
Droogte en in de nacht:
huidmondjes sluiten. 

Dit om water en zuurstof vast te houden

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Slide 26 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waterpotentiaal
Osmotische potentiaal

Slide 27 - Tekstslide

Waar water heen verplaatst hangt af van de osmotische waarde in de cellen en hoeveel turgordruk er in de cellen is. 

Wanneer er aan één kant van een semipermeabel membraan meer opgeloste stoffen zijn  dan aan de andere kant, zal water door het membraan heen diffunderen tot de concentraties weer gelijk zijn. Dit kennen jullie als osmose. 
5

Slide 28 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zijn er vragen?
Zijn er vragen?

Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waterpotentiaal(mPa)

Slide 32 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waar is de hogere concentratie deeltjes (de hogere Osmotische waarde)?
A
In het pure water
B
In de rode bloedcellen

Slide 33 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is de hogere osmotische waarde?
A
Het zoete water
B
De zoutwatervis

Slide 34 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wordt er uiteindelijk geen water meer opgenomen in de aardappelcel?
A
Het drukpotentiaal heft het deeltjespotentiaal op.
B
Het deeltjespotentiaal heft het drukpotentiaal op.
C
Het drukpotentiaal heft het waterpotentiaal op.
D
Het waterpotentiaal heft het deeltjespotentiaal op.

Slide 35 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van deze termen hoort bij
'actief transport'
A
Osmose
B
Diffusie
C
Gefaciliteerd transport
D
ATP

Slide 36 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wordt een stof bij actief transport verplaatst van een lage naar hoge of van een hoge naar lage concentratie?
A
Van laag naar hoog
B
Van hoog naar laag

Slide 37 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is de hogere concentratie deeltjes (de hogere Osmotische waarde)?
A
In het pure water
B
In de rode bloedcellen

Slide 38 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is de hogere osmotische waarde?
A
Het zoete water
B
De zoutwatervis

Slide 39 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wordt er uiteindelijk geen water meer opgenomen in de aardappelcel?
A
Het drukpotentiaal heft het deeltjespotentiaal op.
B
Het deeltjespotentiaal heft het drukpotentiaal op.
C
Het drukpotentiaal heft het waterpotentiaal op.
D
Het waterpotentiaal heft het deeltjespotentiaal op.

Slide 40 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welk van deze termen hoort bij
'actief transport'
A
Osmose
B
Diffusie
C
Gefaciliteerd transport
D
ATP

Slide 41 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hypertonisch
Hypotonisch
Isotonisch
Een hogere osmotische waarde dan hetgeen waarmee het vergeleken wordt. 
Een gelijke osmotische waarde met hetgeen waarmee het vergeleken wordt. 
Een lagere osmotische waarde dan hetgeen waarmee het vergeleken wordt. 

Slide 42 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is de hogere osmotische waarde?
A
Het zoete water
B
De zoutwatervis

Slide 43 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wordt er uiteindelijk geen water meer opgenomen in de aardappelcel?
A
Het drukpotentiaal heft het deeltjespotentiaal op.
B
Het deeltjespotentiaal heft het drukpotentiaal op.
C
Het drukpotentiaal heft het waterpotentiaal op.
D
Het waterpotentiaal heft het deeltjespotentiaal op.

Slide 44 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kan een plantencel niet barsten als er turgor (hoge druk vanuit de cel) ontstaat?
A
Het celmembraan is te stevig.
B
De celwand is te stevig.
C
Het celmembraan kan uitrekken.
D
De celwand kan uitrekken.

Slide 45 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kan een plantencel niet barsten als er turgor (hoge druk vanuit de cel) ontstaat?
A
Het celmembraan is te stevig.
B
De celwand is te stevig.
C
Het celmembraan kan uitrekken.
D
De celwand kan uitrekken.

Slide 46 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is de hogere concentratie deeltjes (de hogere Osmotische waarde)?
A
In het pure water
B
In de rode bloedcellen

Slide 47 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hypertonisch
Hypotonisch
Isotonisch
Een hogere osmotische waarde dan hetgeen waarmee het vergeleken wordt. 
Een gelijke osmotische waarde met hetgeen waarmee het vergeleken wordt. 
Een lagere osmotische waarde dan hetgeen waarmee het vergeleken wordt. 

Slide 48 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waar is de hogere osmotische waarde?
A
Het zoete water
B
De zoutwatervis

Slide 49 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom wordt er uiteindelijk geen water meer opgenomen in de aardappelcel?
A
Het drukpotentiaal heft het deeltjespotentiaal op.
B
Het deeltjespotentiaal heft het drukpotentiaal op.
C
Het drukpotentiaal heft het waterpotentiaal op.
D
Het waterpotentiaal heft het deeltjespotentiaal op.

Slide 50 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kan een plantencel niet barsten als er turgor (hoge druk vanuit de cel) ontstaat?
A
Het celmembraan is te stevig.
B
De celwand is te stevig.
C
Het celmembraan kan uitrekken.
D
De celwand kan uitrekken.

Slide 51 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Waarom kan een plantencel niet barsten als er turgor (hoge druk vanuit de cel) ontstaat?
A
Het celmembraan is te stevig.
B
De celwand is te stevig.
C
Het celmembraan kan uitrekken.
D
De celwand kan uitrekken.

Slide 52 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Maak opdracht 9 t/m 18

Eerder klaar:
Neem daarna Leefwereldcontext 'Weerbaar tegen droogte' door en maak opdracht 19 en 20 + Olympiade opdracht 9
Oefen de flitskaarten en controleer je leerdoelen met Test Jezelf

timer
5:00

Slide 53 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies